Methodologie 2: Juridisch schrijven (1878) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 3,0 | | | Periode: kwartiel 4 (3sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
- De student kent de bronnen van het recht zoals aangeleerd in het opleidingsonderdeel beginselen van het recht en kan deze duidelijk onderscheiden van andere bronnen bij het beantwoorden van een rechtsvraag of een casus.
- De student heeft inzicht in de hiërarchie der normen zoals aangeleerd in het opleidingsonderdeel Beginselen van het recht en kan rekening houden met deze hiërarchie bij het beantwoorden van een rechtsvraag of een casus.
- De student kan ter beantwoording van een rechtsvraag of een casus alle relevante (desnoods Franse) rechtsbronnen opzoeken zoals aangeleerd in het opleidingsonderdeel Methodologie1: Oplossen van juridische problemen.
- De student kan rechtsbronnen lezen en correct begrijpen zoals aangeleerd in het opleidingsonderdeel Methodologie 1: Oplossen van juridische problemen.
- De student kan rechtsvragen identificeren in een gerechtelijke uitspraak of een casus en daarbij de bijbehorende feitelijke elementen en rechtsregels detecteren zoals aangeleerd in het opleidingsonderdeel Methodologie 1: Oplossen van juridische problemen.
- De student kan reflecteren over oplossingen die aan rechtsvragen zijn gegeven in gerechtelijke uitspraken en deze linken aan de diverse interpretatiemethoden die er bestaan zoals aangeleerd in het opleidingsonderdeel Methodologie 1: Oplossen van juridische problemen.
- De student kan de V&A-regels correct toepassen zoals aangeleerd in het opleidingsonderdeel Methodologie 1: Oplossen van juridische problemen.
- De student kan een tekst in het Nederlands schrijven zonder taalfouten.
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op Methodologie 1: Oplossen van juridische problemen. De studenten moeten de verworven vaardigheden toepassen in dit opleidingsonderdeel.
In dit opleidingsonderdeel leert de student academische schrijfvaardigheden aan. De student leert de basisvaardigheden voor het uitschrijven van een rechtswetenschappelijk onderzoek. Daartoe worden de vaardigheden verworven bij Methodologie 1 aangevuld met het daadwerkelijk uitschrijven van een onderzoek (opbouw, lay-out en stijl). Dit gebeurt aan de hand van de redactie van een noot onder een vonnis of arrest.
Daarnaast wordt in dit opleidingsonderdeel aandacht besteed aan een toegankelijke juridische communicatie en de vormen die dit kan aannemen. De student leert gebruikersgericht en doelgericht schriftelijk te communiceren door gebruik te maken van de nieuwste inzichten en technieken zoals heldere rechtstaal en legal technology ('Legal Tech'). Deze vaardigheden worden ingeoefend aan de hand van een gezamenlijk project, zoals de redactie van een krantenartikel of een juridische poster.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 75 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de totaalscore minder dan 50% bedraagt, zullen de deelscores
worden behouden van die opdrachten waarvoor minstens 50% van de punten
werden behaald. De andere opdrachten moeten worden herwerkt in het kader
van de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de totaalscore minder dan 50% bedraagt, zal de deelscore voor de
presentatie(s) worden behouden indien minstens 50% van de punten werden
behaald. Indien de presentaties werden beoordeeld met een onvoldoende,
zal een nieuw mondeling evaluatiemoment worden georganiseerd tijdens de
tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Andere: | Permanente evaluatie tijdens de onderwijsgroepen. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Extra info | Het groepswerk omvat ook peerevaluatie gebruikmakend van het programma Buddy Check. De factor die door dit programma wordt berekend, kan worden vermenigvuldigd met de score van het groepswerk voor iedere student.
De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De evaluatie bij de tweede examenkans, zal gericht zijn op het -
individueel of in groep - herwerken van de schriftelijke opdrachten
waarvan de deelcijfers tijdens de eerste examenkans minder dan 50%
bedragen. Indien ook de mondelinge evaluatie met een onvoldoende werd
beoordeeld tijdens de eerste examenkans, zal een nieuw mondeling
evaluatiemoment worden ingepland. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Handboek 1:
Rechtswetenschappelijk schrijven, KESTEMONT, L., SCHOUKENS, P., HENDRICKX, K en TERRYN, E. (red.), laatste editie, Acco
ISBN: 9789463442206 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex, Recentste editie, Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Cursus 1:
Subtitel: Blokboek Extra info: Het blokboek omvat een syllabus, modellen en de opdrachten die moeten worden uitgevoerd. |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Leidraad 'Juridische verwijzingen en afkortingen' (www.vena.be) |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de rechten
|
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
1ste bachelorjaar in de rechten
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|