Internationaal en Europees recht (1880)

  
Coördinerend verantwoordelijke :De heer Joeri DE SMET 
  
Co-titularis :Prof. dr. Jan WOUTERS 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Emma DHONDT 
 Mevrouw Marie TERLINDEN 
 Mevrouw Marleen KAPPÉ 
 De heer Oscar FEEN 
 dr. Pieter VAN VAERENBERGH 
 De heer Robin MARTENS 
 De heer Tijl DEJAEGER 
 Mevrouw Zoe GROSSI 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 12,0
  
Periode: kwartiel 4 (12sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

De student heeft een elementair begrip van het staatsrecht, in het bijzonder van de organisatie van de Belgische federale staat.

De student heeft een elementair begrip van de Europese en internationale geschiedenis sinds 1945.

De student is op de hoogte van recente ontwikkelingen in de Europese en internationale politiek, zoals die aan bod komen in niet-gespecialiseerde kwaliteitsmedia (bv. VRT, De Standaard, De Morgen, etc.).



Inhoud

Het blok Internationaal en Europees Recht bestaat uit twee wezenlijke componenten: internationaal publiekrecht en Europees recht. De opbouw van het blok volgt de fundamentele groeicurve van de transnationale rechtsvorming, nl. van coëxistentie en coöperatie tot integratie van Staten.

In het onderdeel Europees recht wordt ingegaan op de Europese integratie; de structuur van de EU, met nadruk het supranationale karakter van het EU-recht; de bronnen van EU-recht; de doorwerking van Europees recht in de nationale rechtsordes, met bijzondere aandacht voor de principes van voorrang en rechtstreekse werking van EU-recht; de Europese instellingen; de materiële werkingssfeer van het Europees recht, waarbij onder meer gekeken wordt naar de doelstellingen, de bevoegdheden, de principes van subsidiariteit en evenredigheid; de besluitvorming op Europees vlak; de rechtsbescherming, zowel ten aanzien van handelingen van de lidstaten als van de Europese instellingen; het burgerschap van de Unie; de beginselen van de vier vrijheden.

In het onderdeel internationaal recht komen de volgende onderwerpen aan bod:

de aard van het internationaal recht en de verhouding met nationaal en Europees recht; de bronnen van internationaal recht, met speciale aandacht voor verdragsrecht en gewoonterecht; de volkenrechtelijke subjecten, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen Staten en niet-statelijke actoren (internationale organisaties, NGO's, transnationale ondernemingen, individuen); de beginselen van rechtsmacht (met inbegrip van territoriale en functionele jurisdictie, alsook rechtsmacht over globale rechtsgebieden) en volkenrechtelijke immuniteiten; staatsaansprakelijkheid; geschillenbeslechting en rechtshandhaving.

- Verhouding nationaal/internationaal recht, rechtsbronnen, rechtssubjecten, rechtsmacht, immuniteit, staatsaansprakelijkheid, geschillenbeslechting, rechtshandhaving, internationale organisaties, VN-organisaties, Wereldhandelsorganisatie, regionale intergouvernementele organisaties in Europa.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Onderwijsgroep  


Evaluatie

Kwartiel 4 (12,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Open-boek
Casus
Open vragen
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingEr mag gebruik worden gemaakt van verschillende middelen, zolang deze maar op papier zijn. Elektronische middelen zijn dus niet toegestaan. Dit omvat, maar is niet beperkt tot: de handboeken voor het deel internationaal recht en het deel Europees recht, het blokboek, de geprinte slides, notities gemaakt in de les en de VRG-codex.
Extra infoDe docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Internationaal Recht in Kort Bestek, Jan Wouters, 2024 4e editie (studenteneditie), Intersentia

Handboek 2:

Europees recht, Koen Lenaerts, Piet Van Nuffel, 7e editie, Intersentia, paperback

ISBN: 9789400014572

 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Blokboek.
Extra info:

 

Verplicht studiemateriaal
 

VRG Codex, Wolters Kluwer, recentste editie.



Eindcompetenties
bachelor in de rechten
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de Nederlandse, Franse en Engelse (rechts)taal adequaat gebruiken in een juridische context.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een eenvoudige probleemstelling identificeren en houdt hiermee rekening in zijn eigen redenering en aanpak.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied  en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat zijn eigen aanpak en leerprocessen (in toenemende mate zelfstandig en zelfgestuurd) te plannen en te evalueren en hij doet dit vanuit een ingesteldheid tot levenslang leren.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel).

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
1ste bachelorjaar in de rechten J
Schakelprogramma Rechten, jaar 1, verplichte opleidingsonderdelen J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.