Fiscaal recht (1890)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Emma Suzanne VAN AGGELEN 
  
Lid van het onderwijsteam :De heer Jonathan HIMPE 
 Mevrouw Olivia LOYENS 
 De heer Patrick LAUWERS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: kwartiel 4 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Beginselen van het recht (1874) 8.0 stptn
 

Begincompetenties

De student kan casussen gestructureerd analyseren en oplossend denken. De student kan teksten situeren binnen een juridisch domein. De student kan ook kritisch nadenken over het recht. De student kan hiertoe basisbeginselen uit het publiekrecht en het privaatrecht aanwenden om verder op te bouwen vanuit het fiscaal recht.



Inhoud

In dit opleidingsonderdeel maakt de student kennis met enerzijds de algemene rechtsbeginselen van het fiscaal recht en anderzijds meerdere soorten belastingen in België.

Algemene fiscale beginselen:

- definitie en kenmerken van de belasting

- beginselen van belastingheffing (legaliteitsbeginsel, eenjarigheidsbeginsel, gelijkheidsbeginsel, andere beginselen voortvloeiend uit het publiekrechtelijke karakter van de belastingwet)

- fiscale procedure

- indeling van de belastingen

Soorten belastingen in België:

- de inkomstenbelastingen (met nadrukt op personenbelasting en vennootschapsbelasting)

- btw

Steeds gaat de aandacht uit naar recente ontwikkelingen in het fiscaal recht.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Onderwijsgroep  


Evaluatie

Kwartiel 4 (6,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Gesloten-boek
Casus
Open vragen
Extra info

De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode (schriftelijk/mondeling). De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede
kans gewijzigd worden (schriftelijk/mondeling).
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Fiscaal recht in essentie, Inge Van De Woesteyne, laatste editie, Intersentia

 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
  VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer
 

Verplicht studiemateriaal
 

Alle notities, alles wat op BB verschijnt, handboek, de fiscale actualiteit is te kennen leerstof.



Eindcompetenties
bachelor in de rechten
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied  en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat zijn eigen aanpak en leerprocessen (in toenemende mate zelfstandig en zelfgestuurd) te plannen en te evalueren en hij doet dit vanuit een ingesteldheid tot levenslang leren.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel).

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: kan een nationaal rechtsgebied benaderen vanuit een Europees, internationaal en rechtsvergelijkend perspectief.

 

master in de rechten
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichtingvan de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
3de bachelorjaar in de rechten J
master in de rechten (equivalentieprogramma) J
schakelprogramma master in de rechten J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.