Geavanceerde meetmethodes (2140) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 6,0 | | | Periode: semester 1 (6sp) | | | 2de Examenkans1: Nee | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Kwantummechanica 1 (1442)
|
3.0 stptn |
|
|
Mechanica (3322)
|
5.0 stptn |
|
|
Optics (3761)
|
6.0 stptn |
|
|
|
De student begrijpt hoe complexe rekenwijze en fasoren gebruikt worden voor wisselstroomkringen, en kan dit toepassen. De student is in staat om een sturingsprogramma te ontwikkelen gebruik makend van het softwarepakket LabVIEW. Hij/zij kan zelfstandig practica uitvoeren op basis van een begeleidende tekst en bijhorende practicumopstelling. De student kan de behaalde resultaten bespreken aan de hand van een meetrapport en een uitgebreid verslag die beiden voldoen aan de opgegeven richtlijnen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 70 % |
|
|
|
|
Ander examen | 30 % |
|
Andere: | LabVIEW programmeeropdracht |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Aanwezigheid, actieve deelname, en rapportering over alle practica is verplicht. Alle practicumverslagen moeten ingediend en als goed beoordeeld zijn om aftekening te bekomen. Desgevallend dient de student(e) een verslag te herwerken om een aftekening te verwerven. |
|
|
|
Gevolg | 1. De practica kunnen niet hernomen wordt in de tweede examenkans. 2. De student(e) van wie de verslagen als goed zijn beoordeeld (pass) behoudt deze pass voor de berekening van het eindresultaat van het opleidingsonderdeel in de tweede examenkans. 3. De student(e) van wie een of meerdere verslagen als onvoldoende zijn beoordeeld, kan deze in de tweede examenkans éénmaal herwerken en indienen voor een door de docent gekozen datum. De student(e) kan er dan voor kiezen om het punt van het examen uit de eerste examenkans te behouden als examencijfer voor de tweede examenkans, op voorwaarde dat hij/zij een tolereerbaar cijfer behaalde op het examen. 4. Een pass op alle practicumverslagen wordt automatisch overgedragen naar een volgend academiejaar indien de student(e) het opleidingsonderdeel zou moeten hernemen. 5. Indien een student aan het einde van het academiejaar niet geslaagd is voor het opleidingsonderdeel, kan -op vraag van de student- het deelresultaat voor het examenonderdeel behouden blijven in de eerstvolgende examenkans bij herinschrijving in het opleidingsonderdeel als de student een minimumscore van 50% behaalde voor het betreffende onderdeel. Lagere deelcijfers zijn niet overdraagbaar naar een volgende inschrijving in het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Extra info | De evaluatie gebeurt op basis van 1) een individuele praktische test over de kennis en het gebruik van LabVIEW (30 % van het puntentotaal); 2) schriftelijke meetrapporten per team (met eventueel individuele deelevaluatie bij onevenwichtige bijdrage van de teamleden) en individuele verslagen van de bevindingen van de uitgevoerde projectpractica, met eventueel bijhorende mondelinge bespreking (70 % van het puntentotaal). De schriftelijke meetrapporten kunnen worden beoordeeld na een bespreking die plaatsvindt bij het einde van een practicum. Indien nodig, kan ook een mondelinge toelichting gevraagd worden bij de individuele praticumverslagen. |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Er worden duidelijke richtlijnen gegeven waaraan meetrapporten en verslagen moeten voldoen. Eventuele aanvullende literatuur die nuttig kan zijn ter voorbereiding van het practicumverslag moet door de student zelf verworven worden. |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de wiskunde
|
- EC
| EC 11: De bachelor Wiskunde heeft elementaire kennis verworven in nog een ander wetenschappelijk vakgebied. |
|
|
|
bachelor in de fysica
|
- EC
| EC 3: De bachelor Fysica kan modellen en technieken uit de fysica en andere wetenschappelijke domeinen gebruiken voor het oplossen van multidisciplinaire problemen. | | - DC
| 3.1: De bachelor Fysica kan modellen en technieken uit de fysica en andere wetenschappelijke domeinen beschrijven en uitleggen. | | - DC
| 3.2: De bachelor Fysica kan modellen en technieken vergelijken en het geschikte instrument selecteren op basis van relevante criteria, zoals bruikbaarheid, correctie en efficientie. | | - DC
| 3.4: De bachelor Fysica kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software selecteren en op een correcte wijze gebruiken, met inbegrip van onzekerheden. | | - DC
| 3.5: De bachelor Fysica heeft zicht op het bredere multidisciplinaire kader waarin de fysica zich situeert. | - EC
| EC 4: De bachelor Fysica kan de belangrijke experimentele technieken op een adequate wijze uitvoeren en hier kritisch over reflecteren. | | - DC
| 4.1: De bachelor Fysica kent de belangrijkste experimentele methodes. | | - DC
| 4.2: De bachelor Fysica is in staat om zelf een fysisch experiment op te stellen, uit te voeren, en de resultaten te verwerken en hierover kritisch te reflecteren. | - EC
| EC 5: De bachelor Fysica maakt kennis met recent internationaal wetenschappelijk onderzoek, kan internationale wetenschappelijke bronnen raadplegen en de betrouwbaarheid ervan correct inschatten. | | - DC
| 5.2: De bachelor Fysica kan informatie uit vakliteratuur en internationaal wetenschappelijk onderzoek opzoeken. | | - DC
| 5.3: De bachelor Fysica kan de betrouwbaarheid van internationale wetenschappelijke bronnen correct inschatten. | - EC
| EC 6: De bachelor Fysica kan, onder begeleiding, de aangeleerde kennis en inzichten aanwenden om wetenschappelijke onderzoek uit te voeren. | - EC
| EC 8: De bachelor Fysica kan zelfstandig en zelfsturend basiskennis verwerven in nieuwe domeinen. | | - DC
| 8.1: De bachelor Fysica kan zelfstandig bijkomende informatie verzamelen over basisconcepten in nieuwe domeinen. | | - DC
| 8.2: De bachelor Fysica kan nieuwe kennis op zelfstandige wijze lezen en begrijpen. | | - DC
| 8.3: De bachelor Fysica kan nieuwe kennis integreren in zijn/haar bestaande disciplinaire kennisbasis. | | - DC
| 8.4: De bachelor Fysica kan op zelfstandige wijze zijn/haar tijd en studie managen. | - EC
| EC 9: De bachelor Fysica kent de domeinen waarin de fysici werkzaam zijn en houdt rekening met de belangen van de verschillende stakeholders hierin.
| - EC
| EC 11: De bachelor Fysica kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een team. | | - DC
| 11.1: De bachelor Fysica kan respectvol omgaan en samenwerken met teamleden. | | - DC
| 11.2: De bachelor Fysica kan in een team een actieve rol op zich nemen. | | - DC
| 11.3: De bachelor Fysica kan zich aan opgelegde deadlines houden. | | - DC
| 11.4: De bachelor Fysica kan reflecteren op het functioneren van de groepsleden binnen de samenwerking. | - EC
| EC 12: De bachelor Fysica kan correct en gepast communiceren, rapporteren en presenteren aan vakgenoten. | | - DC
| 12.1: De bachelor Fysica kan over het eigen werk schriftelijk rapporteren aan vakgenoten. |
|
|
|
Educatieve master in de wetenschappen en technologie
|
- EC
| 5.4 De educatieve master is een domeinexpert WET: de EM heeft gevorderde kennis van en inzicht in de domeindisciplines relevant voor de specifieke vakdidactiek(en). |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
2de bachelorjaar in de fysica
|
N
|
bachelor in de wiskunde - verbreding twin
|
N
|
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek fysica
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|