Insolventierecht (2154)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Joeri VANANROYE 
  
Met medewerking van :Mevrouw Line LEYS 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Angelique DAPONTE 
 De heer Bart GRUYTERS 
 Mevrouw Esther MAES 
 Mevrouw Jane SMOLDEREN 
 De heer Jari VERMEULEN 
 De heer Kristof WINDEY 
 Mevrouw Lene VERHAEGEN 
 Mevrouw Lies DEWAEL 
 Mevrouw Marlies DE BRABANDERE 
 Mevrouw Rut VANHEX 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: kwartiel 3 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (2125) 12.0 stptn
    Ondernemingsrecht, met inbegrip van het vennootschapsrecht (1888) .0 stptn
    Personen-, familie- en familiaal vermogensrecht (2121) 8.0 stptn
 

Begincompetenties

Het insolventierecht is een zgn. functioneel rechtsgebied dat aanleunt en voortbouwt op meerdere rechtstakken. Er wordt dus een basiskennis verondersteld uit de basisvakken van de bacheloropleiding, met name van verbintenissenrecht, goederenrecht, bijzondere overeenkomsten,  gerechtelijk recht en ondernemings- en vennootschapsrecht.

Meer concreet wordt kennis van en inzicht in het volgende verondersteld:

  • het goederenrecht; de diverse soorten goederen, het onderscheid tussen en algemene kenmerken van de zakelijke en de persoonlijke rechten en het numerus clausus beginsel van de zakelijke (zekerheids)rechten, i.h.b. het eigendomsrecht, principes als vermenging, natrekking, zaakvervanging, de bijzondere overeenkomsten inzake overdracht van eigendom etc.;
  • het verbintenissenrecht; de bronnen en modaliteiten van verbintenissen, pluraliteit van subjecten, overdracht van een verbintenis en overeenkomst, (niet-)nakoming van verbintenissen en sanctionering daarvan etc.;
  • het ondernemings- en vennootschapsrecht; ondernemingsbegrippen en gevolgen, onderneming, handelszaak, en vennootschap, de financiering van een onderneming, basiskennis over de ontbinding en vereffening van een vennootschap en andere wijzen van beëindiging van de onderneming, basiskennis inzake de structuur en inhoud van het WVV etc.;
  • het gerechtelijk recht; rechterlijke organisatie, bevoegdheid, rechtspleging, rechtsmiddelen etc.;
  • academisch schrijven in het Nederlands; basiskennis juridisch Frans.


Inhoud

Inhoud
De studenten zijn in staat om de gebruikelijke termen en concepten binnen het insolventierecht te beschrijven en te herkennen. Daarnaast moeten zij probleemstellingen die rijzen bij de diverse vormen van samenloop (onder meer beslag, faillissement, vereffening, collectieve schuldenregeling) en reorganisatieprocedures kunnen analyseren en beredeneren, alsmede alle vormen van conflicten tussen zekerheidsrechten kunnen identificeren en hiervoor tot een juridisch beargumenteerde oplossing komen.

Komen aan bod:
- Vermogen en verhaalsrechten
- Publiciteit in het vermogensrecht
- Vermogenssplitsing
- Beslag en reële executie
- Persoonlijke zekerheden
- Zakelijke zekerheden
- Executiemogelijkheden tijdens insolventieprocedures
- Rangschikking van schuldeisers en kapitaalhouders tijdens insolventieprocedures
- Boedelschulden en schulden buiten de opschorting
- Overeenkomsten en insolventieprocedures
- Overdracht van de onderneming in insolventie
- Bijzondere problemen bij insolventie van natuurlijke personen

Deze opleiding stelt de studenten onder meer in staat om wetenschappelijke teksten aangaande het insolventierecht zelfstandig en kritisch te lezen evenals een onderbouwde kennis in deze materie te ontwikkelen. Dit stelt hen mede in staat om juridisch onderzoek te verrichten n.a.v. theoretische en praktijkgerichte vraagstellingen



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Onderwijsgroep  


Evaluatie

Kwartiel 3 (6,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Gesloten-boek
Meerkeuzevragen
Open vragen
Extra infoEr zal giscorrectie worden toegepast bij de meerkeuzevragen. De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede
kans gewijzigd worden.
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Cursus
Extra info:

Cursus 2:

Subtitel: Blokboek
Extra info:

 

Verplicht studiemateriaal
 

VRG Codex, Wolters Kluwer, recentste editie.

Verplichte en niet-verplichte lectuur en documentatie ter illustratie op Blackboard. 

 

Opmerkingen
 

Het is sterk aangeraden om voor elk hoorcollege reeds een eerste maal het desbetreffende onderdeel van de syllabus te lezen. De nadere aanduiding hiervan (welke pagina's) wordt aangegeven in het blokboek en/of op Blackboard. Zie ook de verdere aanbevelingen op Blackboard.



Eindcompetenties
  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
1ste masterjaar in de rechten J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.