De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Onderhandelen en bemiddelen (2158)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Matthias VANHULLEBUSCH 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: kwartiel 1 (0sp) + kwartiel 2 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

De student kan zelfstandig en in groep onderzoek voeren (bronnen opzoeken, refereren, kritische analyse, juridisch/academisch schrijven).

De student kan constructief samen werken. 



Inhoud

Deel I Conflicten en Alternatieve Geschillenbeslechting

Hoe Conflicten Analyseren

Hoe Omgaan met Conflicten

Deel II Onderhandelen

Basisprincipes

Onderhandelingsproces

< p>Deel III Bemiddelen

Basisprincipes

Bemiddelingsproces



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Onderwijsgroep  
Werkvormen  
Casestudy  
Discussies /debat  
Groepswerk  
Oefeningen  
Paper  
Rollenspel (simulatie)  


Evaluatie

Periode 2    Studiepunten 6,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode70 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarBehoud van deelcijfer indien geslaagd. Enkel de groepspaper kan herkanst worden. De overige deelcijfers blijven behouden.
Reflectieopdracht
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode15 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Presentatie
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode15 %
Andere:Verplichte participatie tijdens het rollenspel (3 OGs)
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenAanwezigheid bij de onderwijsgroepen is verplicht, met name voor de rollenspelen en de groepspresentatie.
GevolgIndien niet aanwezig bij de verplichte onderwijsgroepen, zal een nul toegekend worden voor de deelevaluatie. Een vervangopdracht is voorzien bij gewettigde afwezigheid.
Extra info

Het groepswerk omvat ook peer-evaluatie gebruikmakend van het programma Buddy-Check. De factor die door het programma wordt berekend wordt vermenigvuldigd voor het groepswerk voor iedere student.

De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Enkel herkansing voor de groepspaper
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Constructief Omgaan met Conflicten en Geschillen: Inleiding in Probleemoplossend Onderhandelen en Bemiddelen, Alain-Laurent Verbeke en Geert Vervaeke, 2023, Boom Juridisch Antwerpen

ISBN: 9789464511062

 

Verplicht studiemateriaal
 

Slides van de hoorcolleges en opdrachten van de onderwijsgroepen staan ter beschikking op Blackboard. 



Eindcompetenties
master in de rechten
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief.

     
  •  DC 
  • De student kan de juridische kennis van de verschillende rechtsgebieden vervolledigen met kennis van de mogelijkheden tot ADR,onderhandelen, bemiddelen en bemiddelingsgericht werken in de verschillende rechtsgebieden.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen.

     
  •  DC 
  • De student is in staat om bij oplossingsstrategieën in te schatten welke vormen van ADR in een complexe probleemstelling adequaat zouden kunnen zijn.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal.

     
  •  DC 
  • De student is in staat om mondeling en schriftelijk toe te lichten op grond van welke redenen hij ter oplossing van een probleem kiest voor rechtspraak of een bepaalde vorm van ADR. Hij is in staat dit met zijn cliënt of opdrachtgever te bespreken.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren.

     
  •  DC 
  • De student kan gedurende het gehele oefenblok zelfstandig de leerstof verwerken aan de hand van documentatie en audiovisueel materiaal. Hij kan zelfstandig, of in samenwerking met medestudenten, oefeningen en rollenspelen voorbereiden.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen.

     
  •  DC 
  • De student is zich bewust van zijn eigen rol en verantwoordelijkheid als jurist om onderhandelde en bemiddelde oplossingen na te streven, en ziet concrete mogelijkheden daartoe. Hij ziet zijn persoonlijke kwaliteiten en valkuilen op dit vlak. Via rollenspelen en de analyse van casussen kan hij zich inleven in verschillende situaties en kan hij diverse modellen van bemiddelen en onderhandelen (zoals het Harvard-model) toepassen. Hij beheerst de communicatievaardigheden die vereist zijn om te bemiddelen en te onderhandelen.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak.

     
  •  DC 
  • De student kan in zeer uiteenlopende conflict- en onderhandelingssituaties de belanghebbenden en hun belangen te identificeren. Het verschil tussen belangen en posities wordt scherp gesteld. De aandacht wordt gevestigd op gemeenschappelijke belangen.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context.

     
  •  DC 
  • De student kan samenwerken in onderhandelingsteams, of zijn cliënt bijstaan tijdens onderhandelings- of bemiddelingsgesprekken. Tijdens onderhandelingen en bemiddelingen zoekt en ziet hij gemeenschappelijke doelstellingen en belangen van partijen.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming.

     
  •  DC 
  • Hij kan afwegen welke wijze van conflicthantering in een bepaalde situatie het meest aangewezen is. Hij is in staat te handelen vanuit een perspectief van zorgethiek, zeker wanneer relaties met andere partijen zo veel mogelijk gevrijwaard dienen te blijven.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een ingesteldheid tot levenslang leren.

     
  •  DC 
  • De student toont een ingesteldheid om nieuwe evoluties in het recht en de rechtspraktijk, waarbij meer de nadruk wordt gelegd op onderhandelen, bemiddelen, interdisciplinaire aanpak en ethisch verantwoorde benadering op te volgen.
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel.

     
  •  DC 
  • Vanuit die kritische attitude is de student in staat in te schatten in hoeverre een (strikt) juridische benadering adequaat is, dan wel een niet (strikt) juridische benadering meer perspectieven biedt.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
1ste masterjaar in de rechten J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.