Cultuurwetenschappen 3 (2338) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 5,0 | | | Periode: semester 2 (5sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Cultuurwetenschappen 2 (2325)
|
5.0 stptn |
|
|
Humane wetenschappen 2 (2327)
|
4.0 stptn |
|
|
|
Nu jullie vlak bij het einde van jullie bachelorjaren staan, en klaar zijn om de stap te maken naar de master, willen we binnen het vak cultuur met jou nadenken wie je bent als ontwerper. Plaats je jezelf binnen een traditie van eerder functionalistische denkers, of situeer je je eerder binnen de kritische hoek? Is jouw werk vooral gefocust op het herdenken /waarderen van het verleden of is het eerder toekomstgericht? Is het eerder materialistisch of sociaal georiënteerd? Of gaan bovenstaande invalshoeken voor jou hand in hand? Weet je wie jou allemaal is vooraf gegaan in het denken en werken rond architectuur/ontwerpen? Hoe vernieuw je dat denken en werken vandaag? De lessen bestaan uit een reeks theoretische uiteenzettingen van enkele vooraanstaande culturele denkers die veel ontwerpers, architecten en stedenbouwkundigen geïnspireerd hebben. Ze vertrekkens steeds vanuit het overkoepelende concept van ‘zorg’ waarvan ecologie, diversiteit, systeemdenken, materialiteit, ambacht, dekolonisatie en schoonheid onderdelen zijn. Wij koppelen hun werk aan praktijkvoorbeelden.
Te lezen basisteksten van toonaangevende theoretici worden online geplaatst.
Als eindresultaat schrijf je een paper die jouw positie in het veld onderbouwt met de theorieën die je meekreeg. Je verdedigt je paper in een cultuurdebat. Ook schrijf je een motivatienota waarmee je je keuze voor de master onderbouwt.
|
Het ontwikkelen en schrijven van een academische cultuurpaper die aansluit bij een van de thema's en / of onderzoeksmethode(n) die worden aangereikt. Het actief deelnemen aan een debat rond de in de lessen besproken thema’s. Het schrijven van een motivatie voor de masterkeuze.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 55 % |
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student dient elke opdracht (paper/artikel/essay/verslag... en motivatie voor de masterkeuze) tijdig in te dienen en dient deel te nemen aan het debat |
|
|
|
Gevolg | Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient en/of niet deelneemt aan het debat, krijgt de student een N als eindscore voor het opleidingsonderdeel voor de betreffende examankans (N= student heeft niet aan alle onderdelen van een evaluatie deelgenomen) |
|
|
|
Extra info | De punten worden als volgt verdeeld: paper/artikel/essay/verslag... (75%), motivatie masterkeuze (5%) en participatie debat (20%) |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De evaluatie in de 2de examenkans wordt voor 100% berekend op basis van
een (nieuw) punt voor de paper, de deelpunten voor de motivatienota voor
de masterkeuze en voor het debat in eerste zit komen te vervallen.
Herkansing voor de paper kan door een nieuwe paper te schrijven, hetzij
door een herwerking/verbetering van de in de eerste examenkans
ingediende paper. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studie -en werkmateriaal, nodig voor het uitvoeren van de opdrachten, wordt tijdens het academiejaar via Blackboard aan de studenten meegedeeld |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de architectuur
|
- EC
| De student heeft inzicht in de rol en betekenis van architectuur in de samenleving en kan via architectuur in dialoog treden over ethische, culturele, maatschappelijke en esthetische kwesties. | - EC
| De student kan een architecturaal concept, ontwerp, ontwerpproces en onderzoeksdata creatief en overtuigend communiceren, gebruikmakend van de gepaste communicatie- en visualisatietechnieken, zowel handmatig als digitaal. | - EC
| De student kan kritisch reflecteren over de eigen ontwerpvaardigheden en omgaan met kritiek van anderen om zo eigen werk, visie en proces bij te sturen. | - EC
| De student kan kritisch, onderbouwd en met een sterke beeldende en ruimtelijke gevoeligheid reflecteren over de bestaande omgeving en ingrepen hierin. | - EC
| De student kan onderzoeksmethoden selecteren, toepassen en integreren in het ontwerpproces en kan onderzoeksdata verzamelen, verwerken en interpreteren, en op gerichte en kritische wijze omgaan met bronmateriaal. | - EC
| De student kan zelfstandig en in team opdrachten managen in de tijd, in functie van een onderzoek/ontwerp. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
3de bachelorjaar in de architectuur
|
J
|
schakelprogramma architectuur jaar 2
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|