Masterproef / Project (2366) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 17,0 | | | | | Periode: semester 1 (0sp)semester 2 (17sp) | | | | | 2de Examenkans1: Nee | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| | | Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Ontwerpen 4 (4762)
|
20.0 stptn |
| |
|
Ontwerpen 4B (3919)
|
10.0 stptn |
| |
| |
De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
|
| |
|
bachelor in de architectuur
|
|
| |
|
|
- De studenten moet weten dat zorg voor ons milieu en architectonisch ontwerp elkaar op een snijvlak ontmoeten en beïnvloeden.
- De student moet vanuit een kritische houding t.o.v. een opgave zelf een positie kunnen innemen.
- Vervolgens moet de student een ruimtelijke antwoord kunnen formuleren en zijn/haar ontwerp steeds opnieuw kritisch aftoetsen aan de ingenomen positie.
- De student moet het architectonisch ontwerp digitaal en verbeeldend kunnen uitwerken en ervaring hebben opgebouwd in het modeling verdedigen daarvan.
|
|
|
|
Het masterproject is het sluitstuk van de ontwerpopleiding in de studio en vormt samen met de masterscriptie die in de seminaries ontwikkeld wordt, de masterproef.
Elk masterproject doorloopt vier fasen: de contextvisie en programmavisie, het formuleren van een concept, het ontwerp en de uitwerking. De context- of stedenbouwkundige visie kan een groepstraject zijn. Iedere fase kan worden afgesloten met een jury. De eindjury (interne -en externe jury) bestaat uit een uitgelezen groep architecten of ervaringsdeskundigen die worden geselecteerd op basis van hun beroepservaring, vernieuwingszin, professionaliteit en onderzoeksgerichtheid.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
|
Masterproef ✔
|
|
|
|
Ontwerpstudio ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 17,00
| Evaluatievorm | |
|
| Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
| Andere: | Evaluatie van een ontwerpproject a.d.h.v. tussentijdse
presentatiemomenten en een eindjury |
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Aanwezigheid in de sessies van de ontwerpstudio is verplicht. De student dient elke afwezigheid in de ontwerpstudio te wettigen volgens de facultaire richtlijnen. Wanneer op de dag van de afwezigheid een werkstuk ingeleverd moet worden, dient het werkstuk in de huidige staat van afwerking dezelfde dag nog op het secretariaat te worden binnengebracht (door familie, vrienden...). |
|
|
|
| Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid dient de lopende opdracht volledig te worden uitgevoerd. Ongewettigde afwezigheid bij één derde of meer van het aantal zittingen gekoppeld aan een opdracht, resulteert in een 0 voor de betreffende opdracht. Het niet indienen van de werkstukken op afgesproken dag en uur resulteert in een 0 voor de betreffende opdracht. |
|
|
|
| Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
- Aanbevolen literatuur en overig studiemateriaal worden ter beschikking gesteld tijdens het semester.
- Handleiding masterproef (masterscriptie en masterproject) beschikbaar op blackboard.
|
|
|
Eindcompetenties master in de architectuur
|
- EC
| De student heeft inzicht in de rol en betekenis van architectuur en de eigen handelingen hierbinnen in de samenleving en kan via architectuur in dialoog treden over ethische, culturele, maatschappelijke en esthetische kwesties en op deze wijze een meerwaarde creëren in zijn ontwerpen. | - EC
| De student heeft kennis over materialen, constructieve samenhang, comfort, berekenings- en simulatiemethodes en uitvoeringswijzen en kan deze kennis doordacht en innoverend inzetten en verantwoorden in het ontwerp en ontwerpproces. | - EC
| De student kan de eigen ontwerppraktijk en ontwerpmethodes onderzoeken, evalueren en verbeteren. | - EC
| De student kan een architecturaal concept, ontwerp, ontwerpproces en onderzoeksdata inzichtelijk maken, doelgericht communiceren en ruimtelijk visualiseren op basis van een grondige beheersing van de beeldende media, zowel handmatig als digitaal, en dit zowel voor een breed als voor een gespecialiseerd publiek. | - EC
| De student kan een eigen architectuurvisie- en taal formuleren en beargumenteren in het ontwerpen. | - EC
| De student kan een persoonlijk concept uitwerken tot een ontwerp en dit communiceren als creatieve synthese. | - EC
| De student kan ontwerpen en onderzoeken met zin voor verbeelding, kunstzinnigheid, intuïtie en emotie en met ruimtelijke intelligentie, zonder hierbij de bouwtechnische, architectuurwetenschappelijke en menswetenschappelijke aspecten uit het oog te verliezen. | - EC
| De student kan projectmatig en resultaatgericht werken in een realistische omgeving met oog voor maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. | - EC
| De student kan zelfstandig en in team functioneren in een multidisciplinaire, internationale en interculturele omgeving. | - EC
| De student kan zelfstandig en kritisch ontwerpgerichte en onderzoeksgebaseerde kennis en inzicht in de architectuur- en cultuurwetenschappen opbouwen en toepassen. | - EC
| De student kan zelfstandig en kritisch reflecteren over een complexe maatschappelijke vraag en ruimtelijke omgeving, en op basis hiervan visies en mogelijkheden formuleren en een concept vertalen naar een ruimtelijk samenhangend ontwerp op verschillende schaalniveaus, rekening houdend met economische, ecologische, sociale, historische en esthetische dimensies. | - EC
| De student kan zelfstandig onderzoek verrichten op het niveau van een beginnend onderzoeker, onderzoeksresultaten evalueren en presenteren, en het ontwerpen inzetten als onderzoeksmethode. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
2de masterjaar in de architectuur
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|