Constructie en materiaalleer 1A (2386) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 3,0 | | | | Periode: kwartiel 1 (1sp) + kwartiel 2 (2sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
|
Advies
Als je Constructie en materiaalleer 1A in je studietraject opneemt, raden we je sterk aan dit samen op te nemen met 2381 Ontwerpstudio initiatie ruimte en ontwerpmethodiek (samen = in je studieprogramma van hetzelfde academiejaar)
|
|
|
|
|
|
Theoretisch luik: Theoretisch begrip rond de component HOUT (massief hout, afgeleide producten -multiplex, MDF, OSB...- en afwerking afgeleide producten -fineer, laminaten ...-), waarbij het materiaal, de afwerking en de verbindingstechniek verkend worden. Alsook kennismaking met de basisbegrippen rond de structuur MEUBEL (projectietekenen, basis constructiebegrippen in meubelontwerp,meubelbeslag,...). Practicum: De theoretische kennis wordt toegepast in diverse opdrachten, waarbij focus op het tekenkundig en constructief aspect. Doorheen het semester wordt er ingezet op het observeren, analyseren en toepassen van de theoretische kennis in de constructie van meubilair. De opdrachten worden zelfstandig door de student uitgevoerd, mogelijkheid tot vragen stellen tijdens practicum-werkzittingen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
|
Kwartiel 1 (1,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 9 % |
|
| Andere: | Evaluatie van de actieve deelname aan responsiecolleges,
practicum-feedbacksessies, polls en/of
kleine (zelfstudie-)opdrachten. |
|
|
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Voor de actieve deelname is er geen tweede examenkans: het deelcijfer
van de eerste examenkans wordt overgedragen naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Praktijkexamen | 91 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student, berekend over kwartiel 1 én kwartiel 2, geslaagd is
(min. 10/20) voor een deelevaluatie (praktijkdeel of theoriedeel) in
eerste zit wordt - zonder tegenbericht van de student - dat geslaagd
deelcijfer overgedragen naar de 2de examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
| Toelichting | zakrekenmachine, schaallat, geo-driehoek, (vul-)potlood, fineliner, gekleurde pennen / stiften / kleurpotloden |
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | 1. Verplichte deelname evaluatie: De student dient aan élk onderdeel van de evaluatie (in zowel kwartiel 1 als 2) deel te nemen om te kunnen slagen voor het geheel van het opleidingsonderdeel.
2. Toepassing cesuur: Een student moet op deelcijfer PRACTICUM én deelcijfer THEORIE min. 10/20 behalen (berekend over totaal kwartiel 1 + kwartiel 2) om te kunnen slagen voor het totale opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Gevolg | 1. Verplichte deelname evaluatie: indien de student niet deelneemt aan het examen, krijgt hij voor de evaluatie van die betreffende zittijd een A in plaats van een cijfer (A= ongewettigd afwezig).
2. Toepassing cesuur: Wanneer de student op een deel van dit opleidingsonderdeel (PRACTICUM of THEORIE) minder dan 10/20 (berekend over totaal kwartiel 1 + kwartiel 2) behaalt, wordt dit laagste deelcijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans. |
|
|
|
Kwartiel 2 (2,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 3 % |
|
| Andere: | Evaluatie van de actieve deelname aan responsiecolleges,
practicum-feedbacksessies, polls en/of kleine (zelfstudie-)opdrachten.
|
|
|
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Voor de actieve deelname is er geen tweede examenkans: het deelcijfer
van de eerste examenkans wordt overgedragen naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Schriftelijk examen | 75 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student, berekend over kwartiel 1 én kwartiel 2, geslaagd is
(min. 10/20) voor een deelevaluatie (praktijkdeel of theoriedeel) in
eerste zit wordt - zonder tegenbericht van de student - dat geslaagd
deelcijfer overgedragen naar de 2de examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Praktijkexamen | 22 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student, berekend over kwartiel 1 én kwartiel 2, geslaagd is
(min. 10/20) voor een deelevaluatie (praktijkdeel of theoriedeel) in
eerste zit wordt - zonder tegenbericht van de student - dat geslaagd
deelcijfer overgedragen naar de 2de examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
| Toelichting | zakrekenmachine, schaallat, geo-driehoek, (vul-)potlood, fineliner, gekleurde pennen / stiften / kleurpotloden |
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | 1. Verplichte deelname evaluatie: De student dient aan élk onderdeel van de evaluatie (in zowel kwartiel 1 als 2) deel te nemen om te kunnen slagen voor het geheel van het opleidingsonderdeel.
2. Toepassing cesuur: Een student moet op deelcijfer PRACTICUM én deelcijfer THEORIE min. 10/20 behalen (berekend over totaal kwartiel 1 + kwartiel 2) om te kunnen slagen voor het totale opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Gevolg | 1. Verplichte deelname evaluatie: indien de student niet deelneemt aan het examen, krijgt hij voor de evaluatie van die betreffende zittijd een A in plaats van een cijfer (A= ongewettigd afwezig).
2. Toepassing cesuur: Wanneer de student op een deel van dit opleidingsonderdeel (PRACTICUM of THEORIE) minder dan 10/20 (berekend over totaal kwartiel 1 + kwartiel 2) behaalt, wordt dit laagste deelcijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans. |
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | De evaluatie van de tweede examenkans bestaat uit 45% PRACTICUM + 50%
THEORIE (+ over te nemen deelcijfer 5% ACTIEVE DEELNAME).
2e zit PRACTICUM (totaal kwartiel 1+2 = 45%) bestaat uit een
schriftelijk teken-examen.
2e zit THEORIE (totaal kwartiel 1+2 = 50%) bestaat uit een schriftelijk
theorie-examen.
Score ACTIEVE DEELNAME wordt overgenomen uit eerste examenkans (geen
herkansing).
Indien de student geslaagd is voor PRACTICUM of THEORIE (min. 10/20 op
berekend totaal kwartiel 1+2),
wordt - zonder tegenbericht van de student - het geslaagd deelcijfer
overgedragen naar de 2de examenkans. |
|
|
|
|
|
| Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
| |
Handboek:
Construction and Detailing for Interior Design Second Edition, gedrukte versie te bestellen via Campusshop Uhasselt
Extra info: origineel e-book: Plunkett, D. (2015). Construction and Detailing for Interior Design Second Edition. Laurence King Publishing.
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
- Via docent te bestellen studiemateriaal: Handleiding hout materiaal en toepassing (Hout Info Bois) - Ander studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via BlackBoard. |
|
|
| Aanbevolen studiemateriaal |
| |
laptop, opmeet-materiaal, tekenmateriaal (geo-driehoek, vulpotlood, fineliner) |
|
|
| Opmerkingen |
| |
Gemengd (theorie & praktijk) |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de interieurarchitectuur
|
- EC
| Kan een ontwerp communiceren aan leken en specialisten in beeld, geschreven en gesproken woord en daarbij gebruik maken van de gepaste visualisatietechnieken, zowel digitale als handmatige. | | | - DC
| De student kan de gekozen verbindingstechnieken (van plaatmateriaal en massief hout) schetsmatig in 3D weergeven. | | | - DC
| De student kan een gegeven meubelontwerp omzetten naar 2D-projectietekeningen en kan de plannen tekenkundig helder maken. | | | - DC
| De student weet de nodige technische informatie op een handmatig gemaakte tekening en in uitgewerkte technische fiches weer te geven, en maakt gebruik van correcte vaktermen. | - EC
| Kan op zelfstandige wijze plannen, organiseren, ondernemen en samenwerken in de context van een ontwerpproces en eenvoudige managementtaken uitvoeren in de context van een (ver)bouw(ings)proces.De student kan hierbij kritisch reflecteren om zo eigen werk, visie en proces bij te sturen. | | | - DC
| De student kan op zelfstandige wijze de geschikte vakexperts contacteren om de nodige materiaal-info te verzamelen in het kader van het opmaken van meubeltekeningen en de bijhorende technische fiches van materiaalkeuzes, verbindingstechnieken en beslag. | | | - DC
| De student kan zelfstandig lesmateriaal doornemen en bijhorende zelfstudie-opdrachten uitvoeren binnen de gestelde timing. | | | - DC
| De student kan zichzelf kritisch bijsturen ifv het eigen werkproces en af te leveren eindproduct. | | | - DC
| In het kader van practicum-opdrachten kan een student een eigen planning opstellen zodat een gestelde deadline gehaald wordt. | | | - DC
| In het kader van practicum-opdrachten kan een student zelfstandig informatie doornemen rond een opdracht, zich voorbereiden op een werkzitting en een opdracht uitwerken. | | | - DC
| In het kader van werkzittingen kan een student samenwerken met medestudenten om elkaars opdracht bij te sturen (leren van elkaar). |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
1ste bachelorjaar in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|