Constructie en materiaalleer scenografie (2410) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 3,0 | | | | Periode: semester 1 (3sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Comfort en energie 2 (2407)
|
3.0 stptn |
| |
|
Constructie en materiaalleer 2A (2401)
|
3.0 stptn |
| |
|
Constructie en materiaalleer 2B (2408)
|
3.0 stptn |
| |
|
Structuren en ruwbouw (2393)
|
3.0 stptn |
| |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
|
Advies
Als je Constructie en materiaalleer scenografie in je studietraject wil opnemen, raden we je sterk aan dit pas te doen als je reeds geslaagd bent of een tolerantie hebt ingezet voor 2407 Comfort en energie 2, 2401 Constructie en materiaalleer 2A, 2408 Constructie en materiaalleer 2B en 2393 Structuren en ruwbouw Als je Constructie en materiaalleer scenografie in je studietraject opneemt, raden we je sterk aan dit samen op te nemen met 2409 Ontwerpstudio scenografie (samen = in je studieprogramma van hetzelfde academiejaar)
|
|
|
|
|
|
Theoretisch luik: In het theoretisch luik ligt de nadruk op EFEMEER en LICHTHEID. De volgende lesinhouden komen aan bod: - theatertextiel
- structuurelementen staal
- decorconstructies uit hout
- displays
- Sustainablilty
- Lightness
- droge verbindingen
- theatertechniek
- akoestisch comfort
Practicum-luik: De theoretische kennis wordt toegepast in diverse opdrachten. Doorheen het semester wordt er ingezet op het toepassen van de theoretische kennis en het experimenteren. De opdrachten worden zelfstandig door de student uitgevoerd. Begeleidingsmogelijkheid tijdens de practicum-uren.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Collectief feedback moment ✔
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Semester 1 (3,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student geslaagd is voor een deelevaluatie in eerste zit,
wordt - zonder tegenbericht van de student - het geslaagd deelcijfer
overgedragen naar de 2e examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Schriftelijk examen | 60 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student geslaagd is voor een deelevaluatie in eerste zit,
wordt - zonder tegenbericht van de student - het geslaagd deelcijfer
overgedragen naar de 2e examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
| Toelichting | Rekenmachine, schrijf- en tekengerief. |
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden |
- De student dient de practicum-opdrachten tijdig volgens afspraak in te leveren/voor te stellen.
- De student dient minstens 10/20 te halen op elke deelevaluatie (practicumopdracht en examen) opdat het totaalcijfer mathematisch wordt berekend.
|
|
|
|
| Gevolg |
- Het tijdig indienen van de practicum-opdrachten is een voorwaarde om deel te nemen aan het theoretisch examen. In geval van laattijdig/niet indienen van een practicum-opdracht resulteert dit dus in een 0/20 voor de volledige evaluatie in deze periode.
- Indien een student minder dan 10/20 haalt op de practicumopdracht of op het examen telt het laagste deelcijfer als eindcijfer voor de betreffende zittijd.
|
|
|
|
| Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
| Extra info | Eén van de practicum-opdrachten wordt geëvalueerd door middel van een jury. Deze gaat door op de campus of op een externe locatie. |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | De evaluatie van de tweede examenkans bestaat opnieuw uit 40% practicum-opdrachten en 60% schriftelijk examen. Ook voor de tweede examenkans geldt dat 1) het indienen van de opdracht (of het behouden van het geslaagd deelpunt op de opdracht) een voorwaarde is om deel te nemen aan het examen en 2) de student minstens 10/20 moet halen op elke deelevaluatie (practicumopdracht en examen) opdat het totaalcijfer mathematisch wordt berekend. |
|
|
|
|
 
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Construction and Detailing for Interior Design, Plunkett, Drew. Construction and Detailing for Interior Design Second Edition, Laurence King Publishing, 2015. |
|
 
|
| Aanbevolen literatuur |
| |
Decorconstructies, Van den Haspel, F., Uitgeverij International Theatre & Film Books, 9789064037337
Lightness: The Inevitable Renaissance of Minimum Energy Structures, Beukers, Adriaan; van Hinte, Ed, 010 Publishers, 9789064505607
Designing Lightness, structures for saving energy, Adriaan Beukers, Ed van Hinte, 2020, 010 Publishers, 9789462085466
In Detail: Small Structures, Christian Schittich, 1, Birkhäuser Architecture, 9783034602839, Beschikbaar als e-book: https://ebookcentral-proquest-com.bib-proxy.uhasselt.be/lib/ubhasselt/de tail.action?docID=1075586
De narratieve ruimte. Over de kunst van het tentoonstellen, Kossmann H., Uitgeverij 010,9789064507939
|
|
|
Eindcompetenties bachelor in de interieurarchitectuur
|
- EC
| Heeft kennis over de specifieke ontwerpeigenschappen binnen de domeinen meubel/wonen, retail design, scenografie en herbestemming en kan de basis onderzoeks- en ontwerpmethodes eigen aan deze domeinen uitvoeren. | - EC
| Kan bij het ontwerpen met inzicht in de eigenschappen, mogelijkheden en beperkingen van materialen, een concept vertalen naar specifieke ontwerpelementen zoals licht, kleur, vorm en oppervlaktetechnieken. | - EC
| Kan een ontwerp communiceren aan leken en specialisten in beeld, geschreven en gesproken woord en daarbij gebruik maken van de gepaste visualisatietechnieken, zowel digitale als handmatige. | - EC
| Kan een ruimtelijk concept vertalen naar een ontwerp, rekening houdend met bouw- en installatietechnieken, comfort en energie, en ecologie. | - EC
| Kan het beroep van interieurarchitect en de rol ervan binnen de evoluerende maatschappelijke context ethisch en kritisch kaderen, bewaken en profileren. | - EC
| Kan inzichten uit de humane wetenschappen, exacte wetenschappen en kunsten integreren met kennis en inzicht in de methoden, theorieën en (inter)nationale historische en actuele ontwikkelingen binnen de interieurarchitectuur. | - EC
| Kan op zelfstandige wijze plannen, organiseren, ondernemen en samenwerken in de context van een ontwerpproces en eenvoudige managementtaken uitvoeren in de context van een (ver)bouw(ings)proces.De student kan hierbij kritisch reflecteren om zo eigen werk, visie en proces bij te sturen. | - EC
| Kan vorm en inhoud geven aan de bijzondere relatie tussen gebruiker, (gebouwde) ruimte en meubilair en kan hierover basisonderzoek verrichten en integreren in het ontwerpproces. | - EC
| Kan wetenschappelijke informatie zoeken, ontsluiten, beheren en kritisch synthetiseren en ontwerpt vanuit een onderzoekende houding. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
3de bachelorjaar in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
schakelprogramma master in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
voorbereidingsprogramma master in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|