Ontwerpstudio meubel en wonen (2411) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 9,0 | | | | Periode: semester 2 (9sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Nee | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| | | Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Ontwerpstudio wonen+ en ontwerpmethodiek (deel 1) (2395)
|
9.0 stptn |
| |
|
Ontwerpstudio wonen+ en ontwerpmethodiek (deel 2) (2402)
|
9.0 stptn |
| |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
|
Advies
Als je Ontwerpstudio meubel en wonen in je studietraject wil opnemen, raden we je sterk aan dit pas te doen als je reeds geslaagd bent voor 2395 Ontwerpstudio wonen+ en ontwerpmethodiek (deel 1) en 2402 Ontwerpstudio wonen+ en ontwerpmethodiek (deel 2) Als je Ontwerpstudio meubel en wonen in je studietraject opneemt, raden we je sterk aan dit samen op te nemen met 2418 Actualia meubel/wonen en herbestemming en 2412 Constructie en materiaalleer meubel en wonen (samen = in je studieprogramma van hetzelfde academiejaar) of deze vakken in een voorgaand academiejaar te hebben gevolgd
|
|
|
|
|
|
BACHELOR PROEF. De 4 ontwerpstudio's (scenografie, retaildesign, meubel,herbestemming) en het opleidingsonderdeel portfolio en ontwerpersidentiteit maken allen deel uit van de bachelorproef.
Vanuit een onderzoekend proces wordt een meubel ontwikkeld op maat van een specifieke gebruiker of (woon- of werk)situatie. Het uitdiepen van de opdrachten gebeurt vanuit marktonderzoek en het uitwerken van een eigen conceptvisie. De opdracht focust op eenfunctionele en contextuele analyse met aandacht voor constructie en materialen. Daarnaast is ook een experimentele houding erg belangrijk in het onderzoek naar vernieuwende concepten. Het geheel wordt uitgewerkt in een draaiboek met schetsen, maquettes en uitvoeringstekeningen. Presentatie en uitwerking: een grafisch/beeldende presentatie en een prototype van het meubel.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
|
Ontwerpstudio ✔
|
|
|
|
Semester 2 (9,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
| Andere: | evaluatie adhv ontwerpopdrachten (jury) |
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | De student volgt, tenzij gewettigd afwezig, alle begeleidingssessies en studio-uitstappen. Bij gewettigde afwezigheid worden alle jurydocumenten (plannen, maquette) dezelfde dag op het studentensecretariaat binnengebracht.
De studiereis 3 BA IAR (of vervangende workshop voor wie niet mee kan) maakt deel uit van het opleidingsonderdeel en is dan ook verplicht. De student dient niet-deelname aan de studiereis (of de vervangende workshop) te wettigen én de niet-deelname in te halen aan de hand van een vervangopdracht. Deze opdracht dient tijdig en correct te worden ingediend.
|
|
|
|
| Gevolg | Indien de student niet voldoet aan deze voorwaarden kan hij / zij niet deelnemen aan de jury en krijgt hij een A voor dit opleidingsonderdeel (A= ongewettigd afwezig).
Ongewettigde afwezigheid voor de studiereis (of de vervangende workshop) of het niet tijdig en correct indienen van de inhaalopdracht wordt negatief in rekening gebracht bij de eindevaluatie van het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
|
 
|
| Opmerkingen |
| |
Gemengd (theorie & praktijk) |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de interieurarchitectuur
|
- EC
| Heeft kennis over de specifieke ontwerpeigenschappen binnen de domeinen meubel/wonen, retail design, scenografie en herbestemming en kan de basis onderzoeks- en ontwerpmethodes eigen aan deze domeinen uitvoeren. | - EC
| Intuïtie, experiment en associatief denken, verbeelding en emoties inzetten in het ontwerp en hierbij blijk geven van een artistiek-exploratieve, beeldende invalshoek. | - EC
| Kan bij het ontwerpen met inzicht in de eigenschappen, mogelijkheden en beperkingen van materialen, een concept vertalen naar specifieke ontwerpelementen zoals licht, kleur, vorm en oppervlaktetechnieken. | - EC
| Kan een interieure ruimte, al dan niet van architectuurhistorische waarde, ontwerpen waarbij men de beleving en wensen van de gebruiker en/of opdrachtgever steeds centraal stelt. | - EC
| Kan een ontwerp communiceren aan leken en specialisten in beeld, geschreven en gesproken woord en daarbij gebruik maken van de gepaste visualisatietechnieken, zowel digitale als handmatige. | - EC
| Kan een ruimtelijk concept vertalen naar een ontwerp, rekening houdend met bouw- en installatietechnieken, comfort en energie, en ecologie. | - EC
| Kan het beroep van interieurarchitect en de rol ervan binnen de evoluerende maatschappelijke context ethisch en kritisch kaderen, bewaken en profileren. | - EC
| Kan inzichten uit de humane wetenschappen, exacte wetenschappen en kunsten integreren met kennis en inzicht in de methoden, theorieën en (inter)nationale historische en actuele ontwikkelingen binnen de interieurarchitectuur. | - EC
| Kan ontwerpen op verschillende schaalniveaus, van meubel tot stedelijke ruimte, rekening houdend met de interactie tussen deze schaalniveaus. | - EC
| Kan op zelfstandige wijze plannen, organiseren, ondernemen en samenwerken in de context van een ontwerpproces en eenvoudige managementtaken uitvoeren in de context van een (ver)bouw(ings)proces.De student kan hierbij kritisch reflecteren om zo eigen werk, visie en proces bij te sturen. | - EC
| Kan vorm en inhoud geven aan de bijzondere relatie tussen gebruiker, (gebouwde) ruimte en meubilair en kan hierover basisonderzoek verrichten en integreren in het ontwerpproces. | - EC
| Kan wetenschappelijke informatie zoeken, ontsluiten, beheren en kritisch synthetiseren en ontwerpt vanuit een onderzoekende houding. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
3de bachelorjaar in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
schakelprogramma master in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
voorbereidingsprogramma master in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|