| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 3,0 | | | | Periode: semester 1 (3sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| | | Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Ontwerpstudio wonen+ en ontwerpmethodiek (deel 1) (2395)
|
9.0 stptn |
| |
|
Ontwerpstudio wonen+ en ontwerpmethodiek (deel 2) (2402)
|
9.0 stptn |
| |
|
|
- Kantoormanagement: In dit opleidingsonderdeel komen volgende leerinhouden en/of leeractiviteiten aan bod: De taak van de interieurarchitect als tussenpersoon tussen opdrachtgever en uitvoerder, vanaf de eerste contactname tot en met de definitieve oplevering, zowel voor privé-opdrachten als voor openbare instellingen (gemeentebestuur, provincie, gemeenschap, rijk, ..). De deontologische, administratieve en organisatorische aspecten komen aan bod in kantoormanagement. Via case-studies wordt het opmaken van meetstaten en lastenboeken aangeleerd en dient een opgegeven of zelf gekozen project volledig worden klaar gemaakt voor aanbesteding.
- Bouwrecht: De studenten worden wegwijs gemaakt in het recht als een veelheid van rechtsregels met welbepaalde kenmerken; sleutelbegrippen worden toegelicht. Aansluitend worden basisbeginselen van het verbintenissenrecht besproken, waarbij aandacht gaat naar overeenkomsten tussen opdrachtgever en uitvoerder. Tot slot wordt ingegaan op vergunnnings- en toelatingsplichten voor werken aan interieurs in het kader van de decreetgevingen ruimtelijke ordening en erfgoedzorg.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Semester 1 (3,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
|
|
|
|
| Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
| Toelichting | Voor deel Bouwrecht: gebruik van wetteksten |
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden |
- Voor deel Kantoormanagement: deelname aan groepswerk is verplicht.
- Voor het gehele opleidingsinderdeel: de student dient zowel voor het deel Kantoormanagement (rapport en examen samengeteld) als voor het deel Bouwrecht minstens 10/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen.
|
|
|
|
| Gevolg |
- Voor deel Kantoormanagement: bij niet-deelname aan het groepswerk, krijgt de student een 0 voor dit deel.
- Wanneer de student op een deel van dit opleidingsonderdeel (volledige deel Kantoormanagement en/of deel Bouwrecht) minder dan 10/20 behaalt, wordt het laagste cijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans en moet hij/zij het volledige opleidingsonderdeel hernemen.
|
|
|
|
| Extra info | Extra duiding evaluatie eerste examenkans:
- 30% verslag: groepswerk lastenboek-meetstaat (Deel Kantoormanagement)
- 70% schriftelijk examen: Deel Bouwrecht (25%), Deel Kantoormanagement (45%)
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Bij de tweede examenkans voor het deel Kantoormanagement bestaat de evaluatie voor 100% uit een schriftelijk examen (de inhoud van het groepswerk wordt extra leerstof voor het examen). De tweede examenkans voor het deel Bouwrecht blijft een schriftelijk examen met gebruik van wetteksten. Ook bij de tweede examenkans geldt dat de student voor beide delen (examen Kantoormanagement én examen Bouwrecht) minstens 10/20 dient te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
|
 
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Beide delen (Kantoormanagement en Bouwrecht): het studiemateriaal wordt tijdens het semester ter beschikking gesteld via Blackboard |
|
 
|
| Opmerkingen |
| |
Gemengd (theorie & praktijk) |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de interieurarchitectuur
|
- EC
| Heeft kennis en inzicht in de juridische, deontologische, bedrijfskundigeen budgettaire basisbegrippen van het ontwerpen en ondernemen. | - EC
| Kan bij het ontwerpen met inzicht in de eigenschappen, mogelijkheden en beperkingen van materialen, een concept vertalen naar specifieke ontwerpelementen zoals licht, kleur, vorm en oppervlaktetechnieken. | - EC
| Kan een ruimtelijk concept vertalen naar een ontwerp, rekening houdend met bouw- en installatietechnieken, comfort en energie, en ecologie. | - EC
| Kan inzichten uit de humane wetenschappen, exacte wetenschappen en kunsten integreren met kennis en inzicht in de methoden, theorieën en (inter)nationale historische en actuele ontwikkelingen binnen de interieurarchitectuur. | - EC
| Kan wetenschappelijke informatie zoeken, ontsluiten, beheren en kritisch synthetiseren en ontwerpt vanuit een onderzoekende houding. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
3de bachelorjaar in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
voorbereidingsprogramma master in de interieurarchitectuur
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|