Masterontwerpstudio scenografie (2426)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. int. arch. Johannes KLAPS 
  
Lid van het onderwijsteam :dr. ir. arch. Remco ROES 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 12,0
  
Periode: semester 1 (12sp)
  
2de Examenkans1: Nee
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

Voldoende interesse in de wereld van de Scenografie. Minstens één keer per maand een tentoonstelling, museum of theatervoorstelling bezoeken



Inhoud

we verkennen de wereld van de theater- en tentoonstellingsscenografie aan de hand van enkele ontwerpoefeningen



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Collectief feedback moment  
Excursie/veldwerk  
Ontwerpstudio  
Werkvormen  
Casestudy  
Portfolio  
Presentatie  


Evaluatie

Semester 1 (12,00sp)

Evaluatievorm
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode100 %
Andere:evaluatie a.d.h.v. presentatie van de ontwerpopdracht (jury)
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
Voorwaarden
  • De student volgt, tenzij gewettigd afwezig, alle sessies van de ontwerpstudio.
  • De student dient elk werkstuk tijdig in te leveren volgens de richtlijnen van de opdracht.
Gevolg
  • Bij gewettigde afwezigheid dient de lopende opdracht volledig te worden uitgevoerd. 
  • Indien de student niet voldoet aan de voorwaarden (deelname en/of deadline indienen werkstukken) kan hij/zij niet deelnemen aan de jury en kan hij/zij geen cijfer ontvangen voor dit opleidingsonderdeel. De student krijgt dan een A (=ongewettigd afwezig) als eindbeoordeling voor het gehele opleidingsonderdeel.
Mogelijke externe locatie

 

Verplicht studiemateriaal
 


Eventueel cursusmateriaal wordt tijdens het semester via Blackboard ter beschikking gesteld

 

Aanbevolen literatuur
  De narratieve ruimte: over de kunst van het tentoonstellen,Frank den Oudsten; Herman Kossmann; Suzanne Mulder,1,Stichting NAI Uitgevers/Publishers,9789064507939


Eindcompetenties
Educatieve master in de ontwerpwetenschappen
  •  EC 
  • 5.1 De educatieve master is een domeinexpert ONT: de EM verdiept of verbreedt zijn domeininhoudelijke expertise verworven in de bachelor in de domeinen ontwerpen, bouwkunde, beelding en cultuur verder in minstens twee van deze domeinen op masterniveau, relevant voor de specifieke vakdidactiek(en). Hij beschikt daardoor over ontwerpmatige, bouwtechnische, beeldend-artistieke en cultuur- en menswetenschappelijke kennis en vaardigheden en kan deze aanwenden in zijn onderwijspraktijk.

 

master in de interieurarchitectuur
  •  EC 
  • (Ontwerpend) onderzoeken vanuit intuïtie, experiment, associatief denken, verbeelding en emoties en hierbij blijk geven van een artistiek-exploratieve, beeldende invalshoek.

  •  EC 
  • Een ontwerp(proces) overtuigend communiceren aan leken en specialisten, via beeld, geschreven en gesproken woord en gebruik makend van gepaste visualisatietechnieken, zowel digitale als handmatige, op gelaagde, gerichte en beargumenteerde wijze.

  •  EC 
  • Een persoonlijk ontwerpprofiel initiëren en articuleren via een eigen ontwerptaal en -visie.

  •  EC 
  • Inventief aanwenden van materialen, rekening houdend met hun eigenschappen, mogelijkheden en beperkingen op het vlak van textuur, tactiliteit, licht, kleur en acustica en met een bijzondere gevoeligheid voor de esthetische kwaliteiten ervan.

  •  EC 
  • Inventief aanwenden van technieken, bouwfysische en ecologische principes tijdens het ontwerpen.

  •  EC 
  • Kan methoden en theorieën van het ontwerpen van interieurs, in het bijzonder binnen de domeinen meubel/wonen, retail design, scenografie of herbestemming, innovatief inzetten bij het ontwerpen en doelgericht combineren met inzichten uit de humane wetenschappen, exacte wetenschappen en de kunsten.

  •  EC 
  • Kan vanuit de complexiteit van het ontwerpen en de ontwerpcontext op zelfstandige wijze precieze en verantwoorde keuzes maken en ontwerpoplossingen ontwikkelen in een multidisciplinaire context en in dialoog met de stakeholders, waarbij de gebruiker steeds centraal staat. De afgestudeerde kan hierbij kritisch reflecteren om zo eigen werk, visie en proces bij te sturen.

  •  EC 
  • Kan vanuit een complexe ontwerpvraag, in het bijzonder binnen de domeinen meubel/wonen, retail design, scenografie of herbestemming, zelfstandig een relevant onderzoek (m.i.v. ontwerpend onderzoek) opzetten en uitvoeren, de resultaten ervan integreren in het ontwerpproces, erover reflecteren en rapporteren op wetenschappelijke wijze en resultaten van eigen onderzoek en van anderen kritisch interpreteren.

  •  EC 
  • Kennis en inzicht hebben in het werkveld, zowel actueel als historisch, van de interieurarchitectuur, de eigen praktijk in dit kader kunnen situeren en de nieuwste ontwikkelingen binnen dit werkveld kunnen implementeren in de lopende ontwerppraktijk.

  •  EC 
  • Ontwerpt vanuit het besef van het intermediair karakter van interieurarchitectuur en de maatschappelijke, ethische en ecologische implicaties van het ontwerp.

  •  EC 
  • Zelfstandig onderzoeks- en ontwerpstrategieën inzetten en tactieken uitdenken vanuit de maatschappelijke, historisch bepaalde en internationale context en in functie van een toekomstgerichte visie op het ontwerpen van de interieure ruimte.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
Educatieve master in de ontwerpwetenschappen studio ontwerpen N
master in de interieurarchitectuur N



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.