Bouwmaterialen (2585)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ir. Herve DEGEE 
  
Co-titularis :Prof. dr. ir. Jose GOUVEIA HENRIQUES 
  
Lid van het onderwijsteam :ir. Johan HORCKMANS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 5,0
  
Periode: semester 2 (5sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomeinMaterialen- en constructieleer.



Inhoud

Dit opleidingsonderdeel behoort tot de algemene basiskennis van een industrieel ingenieur bouwkunde. Hij moet de fysische en mechanische eigenschappen van bouwmaterialen kennen en weten hoe men deze eigenschappen kan wijzigen door ingrepen in het productieproces. Deze kennis is ook noodzakelijk bij de keuze en dimensionering van bouwmaterialen in constructies.

Het doel van het opleidingsonderdeel is de studenten vertrouwd te maken met de beschikbare natuurlijke en halffabricaatbouwmaterialen, hun oorsprong of productie, hun mechanische, rheologische, hygro- en thermofysische eigenschappen en hun aanwendbaarheid in het kader van bouwkundige projecten (infrastructuren, ruwbouw, stabiliteit, ...). Er wordt een overzicht gegeven van de meest gangbare constructiematerialen (granulaten, cement, beton, staal, baksteen, hout, glas, plastiek...). Tijdens de lessen wordt ingegaan op de fysische en mechanische eigenschappen van de materialen en hun verband met de microstructuur van het materiaal. Er wordt ook aandacht besteed aan normen. Zo wordt besproken hoe men tot karakteristieke waarden van eigenschappen komt en hoe men dan uiteindelijk tot rekenwaarden komt.

Tijdens de labozittingen worden een aantal bouwmaterialen aangemaakt en beproefd in teamverband (zeefanalyses, plasticiteitsproeven, aanmaak beton, sterkteproeven, ...).



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Excursie/veldwerk  
Hoorcollege  
Practicum  
Werkvormen  
Demonstraties  
Groepswerk  
Huiswerktaken  
Verslag  


Evaluatie

Semester 2 (5,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode5 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Verslag
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode35 %
Andere:Voorbereiding, uitvoering en registratie van de resultaten van de labo's
(practicum): de criteria hierbij zijn onder andere de wijze waarop de
student deelneemt aan de werksessies en samenwerkt met collega’s, de
specifieke richtlijnen naleeft, de algemene werkwijze en de vaardigheid
van uitvoering. Er wordt nagegaan of de berekeningen en
oplossingsmethoden overeenstemmen met de geziene theorie. Verder dienen
de studenten in groep een proef volledig voor te bereiden en te
presenteren aan de collega’s. Labobladen en verslagen worden beoordeeld
naar vorm en inhoud. Er worden ook korte evaluatietesten georganiseerd
op het einde van bepaalde labozittingen.
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Schriftelijk examen60 %
Gesloten-boek
Meerkeuzevragen
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
Voorwaarden

De aanwezigheid in de labosessies (practicum) en het tijdig indienen van de laboverslagen is verplicht.

Gevolg

Per ongewettigde afwezigheid in een labosessie en/of per ontbrekend verslag wordt voor de betreffende activiteit of opdracht 0 toegekend in het kader de permanente evaluatie.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Betontechnologie

 

Verplicht studiemateriaal
 

De slideshows van de lessen worden via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld.

Additionele informatie (uit/van EN-normen, Buildwise, Febelcem, FEBE, ...) wordt ter beschikking gesteld via het elektronisch leerplatform, in het bijzonder als voorbereiding van de labozittingen.

 

Opmerkingen
 

Veiligheid

Studenten dienen zich te houden aan de algemene veiligheids- en organisatierichtlijnen tijdens labosessies of bedrijfsbezoeken.

Relatie met onderzoek

De student zal o.a. kennis maken met de nieuwste technieken in het labo. Hij dient de gegevens kritisch te interpreteren en analyseren. De inhoud van de lessen is gelinkt aan lopenden onderzoeksactiviteiten in het Applicatiecentrum Beton en Bouw Labo.

Relatie met werkveld

De ingenieur gebruikt de basiskennis uit dit opleidingsonderdeel om inzicht te krijgen in de vele facetten van het bouwgebeuren, welke hem kunnen oriënteren naar een specialisatie, o.a. via de keuze van stages, bachelor- of masterproeven waarbij contacten met het werkveld worden ontwikkeld.  Een aantal verplichte bedrijfsbezoeken worden geïntegreerd in de lessen, zowel als gastlezingen door bouwmaterialenproducenten.

Duurzaamheidsaspecten

Er wordt aandacht besteed aan de milieu-aspecten van de productie en het gebruik van de verschillende bouwmaterialen.



Eindcompetenties
bachelor in de industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • BK 1.5 De student kent de eigenschappen van materialen in de bouwkunde.

      
  •  BC 
  • De student kent de nodige eigenschappen van cement, mortel, beton, baksteen, staal, hout, glas en plastic die nodig zijn voor hun toepassing in de bouwsector.

    De student weet welke experimentele proeven moeten gebruikt worden voor de karakterisering van bouwmaterialen.
     
  •  DC 
  • 1.8 De student kent de verschillende inwendige materiaalstructuren, materiaaleigenschappen, vormgevingstechnieken en producteigenschappen.

     
  •  DC 
  • BK 1.10 De student kent de relevante wetgeving, normering en veiligheidsprocedures.

      
  •  BC 
  • De student weet waar hij de beschrijving van genormaliseerde materiaalproeven kan vinden.
     
  •  DC 
  • 1.11 De student kent de basis van bouwmaterialen, constructieonderdelen en constructies (inclusief gebouwen en civieltechnische constructies).

  •  EC 
  • EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • BK 2.5 De student heeft inzicht in de manier waarop materialen worden verwerkt tot constructieonderdelen.

      
  •  BC 
  • De student heeft inzicht in de fabricageprocessen van de gangbare bouwmaterialen.

    De student heeft inzicht in de resultaten die uit een karakteriseringsproef komen.
  •  EC 
  • EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken.

      
  •  BC 
  • De student kan de relevante informatie in de technische fiches van bouwmaterialen vinden.
  •  EC 
  • EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • BK 5.1 De student kan de geschiktheid van bouwmaterialen voor een specifieke toepassing bepalen, analyseren en beoordelen.

      
  •  BC 
  • De student kan de basis karakteriseringsproeven op gangbare materialen zelf uitvoeren.

    De student kan de resultaten van karakteriseringsproeven op gangbare materialen interpreteren.
  •  EC 
  • EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren)

     
  •  DC 
  • 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • De student kan rapporteren over een experimentele proef.

    De student kan rapporteren over een bedrijfsbezoek.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.