Chemisch ontwerpen en veiligheid (3313)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ir. Leen BRAEKEN 
  
Co-titularis :Prof. dr. ir. Jozefien DE KEYZER 
  
Lid van het onderwijsteam :ir. Koen HAAGDORENS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 4,0
  
Periode: semester 1 (4sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    ICT tools voor Chemisch Ingenieurs (4033) 3.0 stptn
    Reactorkunde (3301) 3.0 stptn
    Scheidingsprocessen (4335) 3.0 stptn
 

Begincompetenties

De student kan eenvoudigeg processen simuleren met ASPEN.



Inhoud

Deel Welzijn op het werk

Het vak welzijn op het werk gebruikt als rode draad de codex. Deze wetgeving ziet het begrip welzijn op het werk als een complementair geheel van 7 domeinen nl. arbeidsveiligheid, bescherming van de gezondheid, psychosociale belasting, ergonomie, arbeidshygiëne, verfraaiing van de arbeidsplaatsen leefmilieu.
Deze cursus geeft de studenten een opstap naar het bedrijfsleven waarin het welzijn op het werk een belangrijk deel van uit maakt. Hij/zij zal immers bij het realiseren van diverse industriële projecten, rekening moeten houden met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating.

Veiligheidsfilosofie
Risico-analyse
Praktische uitwerking van een risico-analyse
Arbeidsongevallen en beroepsziekten

Deel Ontwerpen en veiligheid van chemische installaties

Opstellen van massabalansen met Excel.

Simuleren van chemische (deel)processen met ASPEN.

Definities en begrippen inzake veiligheid in chemische installaties

Analyseren van chemische ongevallen, gevaarlijke situaties en aangebrachte beveiligingen

Methodieken voor het inschatten en beveiligen van chemische installaties (HAZOP,...)

Lezingen (voornamelijk vanuit het werkveld), eventueel met opdracht, rond relevante topics in het ontwerpen zoals projectplanning, kostenschatting, veiligheid etc.

Dit vak wil de student op een kwantitatieve manier leren omgaan met industriële processen. Hierbij leert de student werken met onzekere resultaten, afwijkende contexten; hierbij dient wel de correcte methodologie gevolgd te worden.
Enkele seminaries worden verzorgd door ingenieurs uit het werkveld. De verschillende case-study's en opdrachten richten zich specifiek op de competenties van een beginnend ingenieur in de chemische industrie. De bedoeling hiervan is de student een beter beeld te geven op het werk van een projectingenieur.
Daarnaast worden de studenten vertrouwd gemaakt met een veelgebruikt simulatiepakket (ASPEN). De opleiding beoogt een oordeelkundig gebruik van dit pakket bij de simulatie van werkelijke processen met een kritische reflectie.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Applicatiecollege  
Practicum  
Project  
Werkvormen  
Groepswerk  
Oefeningen  
Paper  
Seminarie  
Verslag  


Evaluatie

Semester 1 (4,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode100 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarMen moet geslaagd zijn voor het specifieke deel (10/20)
Gesloten-boek
Open-boek
Huiswerktaken
Open vragen
Verslag
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingOpen/gesloten boek afhankelijk van onderdeel.
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenAanwezigheid op alle sessies is verplicht.
GevolgHet totale cijfer wordt gecorrigeerd met een 'aanwezigheidsfactor' = (aantal aanwezige of gewettigd afwezige zittingen/sessies) / totaal aantal verplichte aanwezigheid.
Extra info

Permanente evaluatie, het aandeel van elk deel in het totaal is aangegeven in %: Opdracht Welzijn op het werk (25%) met peer- en co evaluatie en corrigerende peerfactor op gemeenschappelijk cijfer, Veiligheid (taak 5% en gequoteerde zitting 20%) Opdracht kostenschatting, in groepjes van 2 tot 3 (12,5%) Verslagen van de lezingen door externen (pass/fail) Gequoteerde zitting massabalansen in excel (12,5%) Gequoteerde zitting met opdracht simulatie in ASPEN (25%)


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Herkansing is mogelijk voor - deel Welzijn op het werk: individuele
paper (25% van de punten) - deel ASPEN: Mondeling examen met
gekwoteerde oefening (25% van de punten) - deel veiligheid in chemische
installaties: taak historisch ongeval en gekwoteerde zitting (12,5% van
de punten) Voor de andere taken is geen herkansing mogelijk en wordt
het cijfer behouden.
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Welzijn op het werk
Extra info:

 

Verplicht studiemateriaal
 

Documenten worden via toledo voor de studenten ter beschikking gesteld. Dit omvat ppt van de presentaties, opgavenbundels van opdrachten, ...

 

Aanbevolen literatuur
  Coulson and Richardson's Chemical Engineering,R. K. Sinnott,2,Elsevier,9780080418650,Hoofdstuk 6 Costing and project engineering

Chemical process: design and integration,Robin Smith,Wiley,9781119094418
 

Aanbevolen studiemateriaal
 

DACE Prijzenboekje - https://www.dace.nl/prijzenboek je

 

Opmerkingen
 

Deel Welzijn op het werk

Relatie met onderzoek

In het vak welzijn op het werk moeten de studenten actief onderzoeksgegevens verzamelen van een situatie, toestel of toestand om er een risico-analyse op uit te voeren. Dit onderzoeksproject wordt in groepjes van 4 studenten gemaakt en moet resulteren in een onderzoeksverslag, waarin op een wetenschappelijk onderbouwde wijze risicoreductiemaatregelen worden gezocht.

Relatie met het werkveld
Het vak welzijn op het werk staat in relatie met het werkveld omdat het o.a. te verwachten is dat een ingenieur als toekomstig lid van de hiërarchische lijn mede verantwoordelijk is voor het welzijn op het werk. Hij of zij zal moeten meewerken bij een arbeidsongevallenonderzoek, deel uitmaken van een risico-analyse team, medewerkers motiveren om veilig en gezond te werken, actief meedenken bij het opmaken van een globaal preventieplan in de onderneming,
Bij het ontwerpen van nieuwe toestellen of installaties moet de ingenieur rekening houden met de geldende normen en richtlijnen betreffende welzijn op het werk.
Tijdens onderhandelingen over collectieve arbeidsovereenkomsten neemt welzijn op het werk een steeds belangrijkere plaats in omdat bekommernis omtrent welzijn op alle niveaus bijdraagt tot een betere onderlinge verstandhouding binnen de onderneming.

Deel ontwerpen & veiligheid

Situering in het curriculum
Het vak behoort tot de leerlijn Proces design and engineering. De student vertaalt theoretische chemie naar industriële realiteit bij het ontwerpen en simuleren van chemische installaties. Hij verwerft inzicht in het schatten van kostprijs en projectkosten, veiligheid van installaties en aanpassingen en tot slot in het algemeen aspecten van projectmanagement en de verschillende rollen die hierin betrokken zijn. Hierbij moet in de opgaves rekening gehouden worden met nevenreacties, omzetting, selectiviteit, rendement, geschikte (thermodynamische) modellen, noodzakelijke vereenvoudigingen. Het vak is als zodanig een synthese van alle disciplines binnen de chemische ingenieurstechnieken en van de leerlijn 'Process design and engineering' in het bijzonder.

Relatie met het werkveld
De student leert de beperkingen/moeilijkheden kennen van het beheren van industriële processen.
De student krijgt een beeld van het werk van een projectingenieur.
De student is vertrouwd met een in de industrie veelgebruikt simulatiepakket (ASPEN) en kan zelfstandig opdrachten tot een goed einde brengen.

De student kan een kostenschatting doorvoeren om de haalbaarheid van een voorgestelde procesaanpassing/nieuw proces in te schatten.



Eindcompetenties
master in de industriële wetenschappen: chemie
  •  EC 
  • EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving.

     
  •  DC 
  • DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: kan ernstige risico' s onderscheiden van kleine risico' s

     
  •  DC 
  • DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: kan een eindrapport van een algemene risicoanalyse samenstellen en de bijdrage van medestudenten beoordelen via een peer- en co evaluatie.

    VEILIGHEID: De student kan een beperkte HAZOP opstellen voor een gegeven knooppunt en proces.

     
  •  DC 
  • DC10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: kan samen met anderen een algemene risicoanalyse uitvoeren
     
  •  DC 
  • DC11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen)

      
  •  BC 
  • VEILIGHEID

    De student toont tijdens de opdracht rond veiligheid dat hij voor een gegeven chemisch proces een juiste inschatting van de risico's kan maken en veiligheidsmaatregelen kan voorstellen.

    WELZIJN: houdt bij de bepaling van de risico aanvaardbaarheidsgraad rekening met de maatschappelijke aanvaarding van risico' s

     
  •  DC 
  • DC12 - De student geeft blijk van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude)

  •  EC 
  • EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse chemische industriële processen en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor selectie van materialen, verpakking, duurzaamheid,veiligheid, milieu en kringloopsluiting, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen.

     
  •  DC 
  • DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: de student kan het belang welzijn op het werk kaderen op sociaal, economisch, juridisch, menselijk en/of moreel vlak

    VEILIGHEID:
    De student kent de terminologie en denkkaders inzake veiligheid.

     
  •  DC 
  • DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: de student kan een risico-inventarisatie en -evaluatie gebruiken om voorstellen tot risico-reductie te formuleren

    VEILIGHEID:

    De student kan een gegeven onveilige situatie of historisch ongeval analyseren.

    De student heeft inzicht in de methodologie van bestudeerde veiligheidsprocedures/technieken.

     
  •  DC 
  • DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: kan gevaren herkennen op een bestaand toestel, situatie of toestand

     

     
  •  DC 
  • DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: kan risico reductiemaatregelen voorstellen en hiervan een financiële inschatting maken.

    De student kan de nodi ge data verzamelen om de veiligheid van een installatie na te gaan.

    De student kan tabellen en grafieken in de les gebr uikt gebruiken bij het uitwerken van een risicoverdeling,of een HAZOP voor een gegeven proces of procesonderdeel.
     
  •  DC 
  • DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: De student kan gevaren multidisciplinair inventariseren

    VEILIGHEID:
    De student kan voorbeelden van falende installaties door gebrekkige bewaking of beveiliging analyseren, oorzaken identificeren en voorstellen doen voor verbetering.

    De student kan de strategieën gebruikt in oefeningen en opdrachten tijdens de les zelfstandig toepassen op nieuwe voorbeelden of opgaves.

     
  •  DC 
  • DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)

      
  •  BC 
  • De student kan voor een gegeven proces of onderdeel van een installatie een HAZOP opstellen.
     
  •  DC 
  • DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren)

      
  •  BC 
  • WELZIJN: kan na een brainstorming risico reductiemaatregelen selecteren rekening houdend met praktische, economische en administ ratieve haalbaarheid

    De student kan op een gegeven installatie of onderdeel een veiligheidsanalyse uitvoeren en de nodi ge voorstellen doen.

    De student kan voor een gegeven probleemsituatie (zie EC5) na analyse een praktische aanpak en opl ossing voorstellen op korte en/of lange termijn.
  •  EC 
  • EC5 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de meeste eenheidsoperaties in de (bio)-chemische industrie en kan dit combineren om chemische processen creatief te concipiëren, zelfstandig aan te sturen en te simuleren, procesverbeteringen uit te werken en dit in een multidisciplinaire ontwerpcontext en met aandacht voor recente technologische ontwikkelingen en evoluties.

     
  •  DC 
  • DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten)

      
  •  BC 
  • De student kent de regels de meest gebruikte kostenschattingsmethoden (Lang, Hand) uit de chemische industrie en kan deze toepassen op een reëel proces.

     
  •  DC 
  • DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen)

      
  •  BC 
  • De student toont in de rapporten en op de gequoteerde zittingen inzicht in de topics kostenschattingsmethodes, veiligheid, simulatie van chemische processen.

    De student kan de actuele kostprijs van een proces, werkingskosten en opbrengsten bereken en en de haalbaarheid van een project inschatten aan de hand van irr, terugverdientijd en netto huidige waarde (NPV) waarde.

     
  •  DC 
  • DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven)

      
  •  BC 
  • De student kan bij het oplossen van de gegeven opdrachten de nodige data opzoeken in handboeken/literatuur/databanken.
     
  •  DC 
  • DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren)

      
  •  BC 
  • De student kan proces-overkoepelende problemen, vraagstellingen en antwoorden analyseren en correct interpreteren.
     
  •  DC 
  • DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)

      
  •  BC 
  • De student toont tijdens de gequoteerde zittingen aan dat hij/zij voor de gegeven opdracht de juiste modellen kan selecteren voor de simulatie van het proces.

    De student kan de juist methode selecteren en berekeningen uitvoeren voor een ontwerpberekening, massabalans of kostenschatting.

    De student kan zelfstandig een volledig proces in ASPEN simuleren.

     
  •  DC 
  • DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren)

      
  •  BC 
  • De student kan kritisch reflecteren betreffende simulatiemodellen en opgestelde massabalansen.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
master in de industriële wetenschappen: chemie optie duurzame procestechnologie J
master in de industriële wetenschappen: chemie optie farma en fijnchemie J
master in de industriële wetenschappen: chemie optie kunststoffen en packaging J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.