1) Bedrijfskunde: Studenten moeten een basis hebben in “algemene bedrijfskunde” (bv. een voorgaand vak Bedrijfsmanagement of Ondernemerschap), met kennis over algemene management concepten en kaders alsook over de voornaamste functionele gebieden binnen de bedrijfsvoering (bv. accounting, financiering).

2) Economie: Studenten moeten een basis hebben in “algemene economie” (bv. een voorgaand vak Introductie tot de Economie of Macro/Micro-Economie), met kennis over de algemene economische principes inclusief macro-en micro-economische concepten. Ze moeten bekend zijn met belangrijke economische indicatoren (bv. bruto binnenlands product, inflatie) en het marktmechanisme van vraag en aanbod.

3) Samenwerking en communicatie: Studenten moeten in staat zijn om productief samen te werken in diverse teams en te communiceren op academisch niveau, zowel mondeling als schriftelijk. Ze moeten in staat zijn om complexe ideeën en analyses helder en gestructureerd over te brengen, en om effectief samen te werken met medestudenten bij onder meer de analyse en discussie van cases.

Dit opleidingsonderdeel van 3 studiepunten biedt studenten een dieper inzicht in strategische analyse en strategieformulering door het bestuderen van vaak gebruikte concepten en kaders uit de strategische management literatuur, en deze toe te passen op bedrijfscasussen. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: strategie & het strategisch management proces / competitief voordeel / externe en interne strategische analyse / differentiatie, kostenleiderschap & integratie / het innovatieproces & platform-benaderingen / verticale integratie & diversificatie / strategische allianties, fusies & overnames / globalisatie & internationalisering.