Draagstructuur / Constructie 3B (3800) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 4,0 | | | | | Periode: semester 2 (4sp) | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Constructie 2 (3686)
|
3.0 stptn |
| |
|
Draagstructuur / Constructie 3A (3799)
|
5.0 stptn |
| |
|
Draagstructuur 2 (2322)
|
4.0 stptn |
| |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
|
|
|
Deel Draagstructuur
- Staalconstructies: Studie van de mogelijkheden van bouwen met staal. Dimensioneren volgens de Eurocode 0, 1 en 3. Opleiding tot het gebruik van softwarepakketten om staalconstructies te dimensioneren volgens de Eurocodes 0, 1 en 3. Inleiding tot het dimensioneren van hout volgens de Eurocode 5.
- Practica
Deel Constructie
- Verdieping in volgende items: Bouwmethoden en -technologie: stapelbouw, houtskeletbouw, gietbouw, montagebouw / horizontale, verticale en hellende constructies / doorbrekingen en invulelementen / ontmoetingen
- Practica
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
| Evaluatievorm | |
|
| Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
| Andere: | Beoordeling van de praktijkoefeningen ( oefening draagstructuur +
overkoepelend groepswerk ). Het overkoepelend groepswerk wordt
beoordeeld o.b.v. een verslag en een mondelinge presentatie. Het
groepscijfer kan per student worden aangepast o.b.v. peer assessment. |
|
|
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student slaagt op de oefening draagstructuur kan hij opteren
om dit cijfer te behouden voor de 2de examenkans. Voor het overkoepelend
groepswerk wordt het deelcijfer behouden ongeacht de score. |
|
|
|
|
|
|
|
| Schriftelijk examen | 70 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student slaagt op de schriftelijke examens van de delen
constructie en draagstructuur kan hij kiezen om dit deelcijfer te
behouden voor de 2de examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Student moet minstens 8/20 behalen voor de delen draagstructuur en constructie afzonderlijk. |
|
|
|
| Gevolg | Wanneer de student hetzij op het deel draagstructuur hetzij op het deel constructie minder dan 8/20 behaalt, wordt dit laagste cijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans. |
|
|
|
| Extra info | Het evaluatiecijfer voor het deel draagstructuur bestaat uit 15% praktijkopdrachten en 35% schriftelijk examen. Het evaluatiecijfer voor het deel constructie bestaat uit 15% praktijkopdrachten en 35% schriftelijk examen. |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | De punten van het overkoepelend groepswerk worden overgedragen ongeacht
de score m.a.w. hiervoor is geen herkansing. |
|
|
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Studiemateriaal en info over studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld op Blackboard. Softwarepakketten voor stabiliteitsberekeningen worden gratis ter beschikking gesteld van de student. |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de architectuur
|
- EC
| De student brengt in het ontwerpen bouwkundige, architectuurwetenschappelijke, menswetenschappelijke en cultureel-artistieke kennis en inzichten op effectieve wijze tot synthese, waarbij het gebruik steeds centraal staat. | - EC
| De student heeft basiskennis over relevante wet- en regelgeving en technische voorschriften. | - EC
| De student heeft kennis over materialen, constructieve samenhang, comfort, berekenings- en simulatiemethodes en uitvoeringswijzen en kan hierover kritisch reflecteren in relatie tot een ontwerp. | - EC
| De student kan bij het ontwerpen creatief gebruikmaken van inzichten in diverse aspecten van de architectuur met zin voor verbeelding, kunstzinnigheid, intuïtie en emotie en zonder hierbij de bouwtechnische aspecten en het gebruik uit het oog te verliezen. | - EC
| De student kan onderzoeksmethoden selecteren, toepassen en integreren in het ontwerpproces en kan onderzoeksdata verzamelen, verwerken en interpreteren, en op gerichte en kritische wijze omgaan met bronmateriaal. | - EC
| De student kan zelfstandig en in team opdrachten managen in de tijd, in functie van een onderzoek/ontwerp. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
3de bachelorjaar in de architectuur
|
J
|
|
voorbereidingsprogramma master in de architectuur
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|