Rechtsgeschiedenis (3923) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 4,0 | | | Periode: kwartiel 2 (4sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
- De student kent en begrijpt de hoofdlijnen van de Europese geschiedenis, en de geschiedenis van de Lage Landen in het bijzonder. De student is in staat de verschillende historische periodes (Romeinse tijd, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd) te benoemen en van elkaar te onderscheiden. De student kan deze informatie als ruimer raamwerk laten fungeren bij verdere, meer gedetailleerde, historische analyses en beschrijvingen.
- De student kent en begrijpt de elementaire begrippen van het recht, zoals rechtsbronnen, rechtsleer, wetgeving, codificatie, gewoonte, staatsrecht, rechtspraak, etc., en kan deze toelichten en van elkaar onderscheiden.
- De student kan zelfstandig relevante informatie verzamelen voor een individueel geschreven werkstuk, en weet hierbij de geijkte kanalen (bibliotheken, e-journals, databanken, etc.) op een efficiënte manier te benutten. De student is in staat het verzamelde materiaal kritisch te evalueren en te verwerken tot een overzichtelijke synthese.
|
|
|
Het blok Rechtsgeschiedenisbiedt studenten inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van de Europese rechtstraditie en legt een basis voor een goed begrip van de historische achtergronden van de verschillende moderne rechtssystemen in Europa. Hierbij ligt de nadruk op de externe rechtsgeschiedenis en niet op de interne rechtsgeschiedenis. In de onderwijsbijeenkomsten wordt, aan de hand van concrete casussen, gestreefd naar verdieping m.b.t. de stof die in de hoorcolleges werd behandeld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het deelcijfer voor de schriftelijke evaluatie tijdens de onderwijsperiode (10%) kan alleen verkregen worden indien alle weekopdrachten met voldoende inzet zijn gemaakt en tijdig werden ingeleverd (uitgezonderd de door de student gewraakte weekopdracht). Opdrachten die niet tijdig werden ingeleverd of waaraan met onvoldoende inzet is gewerkt (blanco, veel te laag woordental, nauwelijks of geen connectie van de ingeleverde tekst met de oorspronkelijke opdracht) worden in dit verband als niet ingeleverd beschouwd. |
|
|
|
Gevolg | Indien niet alle weekopdrachten werden ingediend, zal voor deze deelevaluatie een 0 toegekend worden. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de vorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Tijdens de tweede examenkans worden de studenten uitsluitend geëvalueerd
aan de hand van een schriftelijk examen bestaande uit open vragen
(100%). Er kan geen deelcijfer worden overgedragen naar een volgende
examenperiode. De ingeleverde weekopdracht (tijdens de permanente
evaluatie gedurende de eerste examenkans) kan dus niet worden herkanst
en wordt vervangen door één of meer open vragen over de stof die in de
onderwijsbijeenkomsten behandeld werd. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Handboek 1:
Inleiding tot de Europese rechtsgeschiedenis, Randall Lesaffer, 2013, Universitaire Pers Leuven
ISBN: 9789058679802 |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Voor het handboek mag de 2013 editie gebruikt worden, of een nieuwere editie. Beide zijn in orde. |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de rechten
|
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft (basis)kennis van meta-juridische wetenschappen, waaronder historische, filosofische, sociale en politieke aspecten van het recht en economische beginselen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
1ste bachelorjaar in de rechten
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|