Hoofd en hals (4027)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Ivo LAMBRICHTS 
  
Co-titularis :Prof. Dr. Leen POPLEU 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Anneleen PEUSENS 
 Prof. dr. Anouk AGTEN 
 Prof. dr. Constantinus POLITIS 
 dr. Evelien HOUBEN 
 Prof. Dr. Johan VAN ELDERE 
 dr. Karen LIBBERECHT 
 Mevrouw Katrien DE SMEDT-JANS 
 Prof. dr. Kurt VAN DER SPEETEN 
 dr. ir. Quirine SWENNEN 
 Prof. dr. Sofie VAN CAUTER 
 Dr. Tjorven DETIENNE 
 Prof. dr. Tom CRINS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 11,0
  
Periode: kwartiel 1 (11sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Borst, buik en bekken (3903) 11.0 stptn
    Celcommunicatie en biochemie (3905) 11.0 stptn
    Histologie en genetica (3814) 11.0 stptn
 

Begincompetenties

Zie doelstellingen/inhoud van de OPO's:

  • Histologie en genetica
  • Borst, buik en bekken
  • Celcommunicatie en biochemie


Inhoud
  1. De student(e) heeft inzicht in de ontwikkeling en de macroscopische en microscopische bouw van het viscerale gedeelte van hoofd en hals.
  2. De student(e) herkent de normale structuren van het viscerale gedeelte van hoofd en hals op histologische en anatomische preparaten, en op beeldvormingsmateriaal uit de kliniek.
  3. De student(e) begrijpt de relatie structuur/functie van het viscerale gedeelte van het hoofd en de hals.
  4. De student(e) kent de belangrijkste technische mogelijkheden die in de kliniek worden gebruikt om anatomische structuren van het viscerale gedeelte van hoofd en hals in beeld te brengen.
  5. De student(e) kan aan de hand van morfologische en functionele gegevens een aantal pathologische afwijkingen interpreteren.
  6. De student(e) kent de frequentie, de diagnose, het verloop en de behandeling van de meest voorkomende oogziekten en de meest voorkomende NKO aandoeningen.
  7. De student (e) kent de algemene principes van wondzorg en peri-operatieve zorg met inbegrip van pijnzorg.


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Responsiecollege  
Werkzittingen  
Zelfstudieopdracht (ZSO)  


Evaluatie

Kwartiel 1 (11,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode18 %
Gesloten-boek
Meerkeuzevragen, zekerheidsgraden
Schriftelijk examen82 %
Gesloten-boek
Casus
Open vragen
Stationstoets
Meerkeuzevragen, zekerheidsgraden
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
Voorwaarden

Actieve deelname aan de integratiecasus is verplicht.

De evaluatie van het kwartiel bestaat uit verschillende onderdelen. Voor alle onderdelen (de gewogen kennistoetsen en de kwartieltoets) dient de student minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel.

Gevolg
  • Indien de student gewettigd afwezig is op de integratiecasus neemt de student contact op met de coördinator om een ad hoc regeling uit te werken.
    Een student die ongewettigd afwezig is op de integratiecasus maakt een alternatieve opdracht en dient deze uiterlijk in op de dag van het examen.
    Indien de opdracht als voldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student het behaalde eindcijfer van het opleidingsonderdeel.
    Indien de opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student F (fail) als eindcijfer en neemt hij/zij contact op met de coördinator voor de opdracht in de tweede zitperiode.
  • Een student die voor één of meerdere onderdelen van de evaluatie minder dan 8/20 behaalt, krijgt als eindcijfer F in het studentendossier. Dit resultaat is niet tolereerbaar.
    Studenten die voor alle onderdelen minstens 8/20 behalen, krijgen een gewogen gemiddelde als eindresultaat. Dit cijfer is tolereerbaar.

Een student die niet geslaagd is in de eerste zittijd, legt zowel de kennistoetsen als de kwartieltoets opnieuw af in de tweede zittijd. Voor de integratiecasus volgt de student de regeling zoals hierboven beschreven. 

Extra info

De schriftelijke toets tijdens het blok bestaat uit één kennistoets (2sp) die de domeinspecifieke kennis bevraagt. Een tweede kennistoets (2sp) wordt afgenomen in de examenperiode. Aan de kennistoetsen wordt één gewogen deelcijfer toegekend (4sp). De kwartieltoets (7sp) wordt afgenomen in de examenperiode.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Leerboek oogheelkunde,Tan H., van der Pol BAE., Stilma JS., 3e editie, Bohn Stafleu van Loghum

ISBN: 9789036830812

Handboek 2:

Keel-, neus- en oorheelkunde voor de basisarts, Debruyne F., Marres H., Hens G., 9e editie, acco

ISBN: 9789464671643

Handboek 3:

Neuroscience: Exploring the Brain, Bear M., Paradiso M, Connors B. W., 5e editie, Lippincott Williams & Wilkins

ISBN: 9781284286878

 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
 

Handboek 1:

Before we are born: Essentials of embryology and birth defects, K. Moore, T.V.N. Persaud, M. Torchia, Elsevier

Handboek 2:

Human Histology, A. Stevens, J. Lowe, Elsevier

Handboek 3:

Sobotta Atlas of Anatomy, F. Paulsen, J. Waschke, Elsevier

Handboek 4:

Geïllustreerd anatomisch zakwoordenboek, H. Feneis & W. Dauber,Bohn Stafleu Van Loghum

Handboek 5:

Gray's Anatomy for students, R.L. Drake, A.W. Vogl, A.W.M. Mitchell, Elsevier 

 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Cursustekst hoofd en hals

 

Verplicht studiemateriaal
 

Online studieleidraad Hoofd en hals



Eindcompetenties
bachelor in de geneeskunde
  •  EC 
  • EC01 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en de mens an sich, in normale en pathologische toestand, in interactie met de omgeving. De bachelor kan in preklinische fase klinisch redeneren aan de hand van de aangeleerde kennis.
     
  •  DC 
  • DC1.2 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cellen en weefsels in normale en pathologische toestand.
     
  •  DC 
  • DC1.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de organen en het menselijk lichaam in normale en pathologische omstandigheden.
     
  •  DC 
  • DC1.4 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis en inzicht over hoe geslacht, leeftijd, levensfase en biologische processen een invloed hebben op gezondheid, ziekte en passende zorg, en welke invloed psychosociale aspecten hierop kunnen hebben.
     
  •  DC 
  • DC1.5 De bachelor in de geneeskunde gebruikt de kennis uit de klinische en biomedische wetenschappen om veel voorkomende medische problemen te identificeren, te analyseren en vervolgens te komen tot een onderbouwde diagnostische aanpak en behandeling.
     
  •  DC 
  • DC1.6 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met de principes van evidence based medicine en kan de passende richtlijnen opzoeken, kritisch beoordelen en gebruiken.
  •  EC 
  • EC02 De bachelor in de geneeskunde is in staat om, in oefensituaties met een toenemende moeilijkheidsgraad en zelfstandigheid, een anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek uit te voeren, enkele relevante hypothesen te verwoorden, een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie te geven en een te verwachten beloop te schetsen.
     
  •  DC 
  • DC2.3 De bachelor in de geneeskunde kan de basis medisch- en verpleegtechnische handelingen stellen.
  •  EC 
  • EC03 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidspromotor, wetenschapper en professional.
  •  EC 
  • EC06 De bachelor in de geneeskunde kan constructief samenwerken in een team en erkent de meerwaarde van het werken in interdisciplinaire en interprofessionele context.
     
  •  DC 
  • DC6.1 De bachelor in de geneeskunde werkt effectief samen met medestudenten, artsen en andere zorgverleners.
  •  EC 
  • EC07 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren.
     
  •  DC 
  • DC7.1 De bachelor in de geneeskunde maakt een realistische planning en respecteert deadlines.
     
  •  DC 
  • DC7.2 De bachelor in de geneeskunde toont een gepast niveau van zelfstandig probleemoplossend gedrag.
  •  EC 
  • EC09 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving.
     
  •  DC 
  • DC9.2 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met specifieke thema's in de gezondheidsbevordering, waaronder volksgezondheid, leefstijlgerelateerde gezondheidsrisico's en gezondheidszorg voor kwetsbare groepen.
  •  EC 
  • EC13 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie.
     
  •  DC 
  • DC13.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschouwen en bevorderen.
     
  •  DC 
  • DC13.3 De bachelor in de geneeskunde toont bereidheid tot levenslang leren.
  •  EC 
  • EC14 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren.
     
  •  DC 
  • DC14.4 De bachelor in de geneeskunde handelt binnen de grenzen van zijn eigen competentie met het oog op patiëntveiligheid (en kwaliteitsverbetering).
     
  •  DC 
  • DC14.5 De bachelor in de geneeskunde vertoont passend professioneel gedrag in diverse situaties.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de geneeskunde J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.