De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Neurowetenschappen (4101)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Jean-Michel RIGO 
  
Co-titularis :Prof. dr. Ilse DEWACHTER 
  
Lid van het onderwijsteam :De heer Art JANSSEN 
 De heer Ben ROMBAUT 
 Prof. dr. Bert BRONE 
 Mevrouw Bieke JANSSEN 
 Prof. dr. Elke CLYNEN 
 dr. Elle SCHEIJEN 
 De heer Erwin CORNIPS 
 Prof. dr. Esther WOLFS 
 dr. Evelien HOUBEN 
 Prof. Dr. Frank WEYNS 
 Prof. dr. Ivo LAMBRICHTS 
 Prof. dr. Jan VANDEVENNE 
 Prof. dr. Janneke COX 
 dr. Karen LIBBERECHT 
 dr. Koen VAN BOXEM 
 Prof. Dr. Leen POPLEU 
 dr. Lieve VAN VEGGEL 
 dr. Lisa BERDEN 
 Prof. dr. Mark PLAZIER 
 Mevrouw Melanie MERTENS 
 Dr. Nina DE KLIPPEL 
 Mevrouw Nuran CAZ 
 Prof. Pascal VANELDEREN 
 dr. ir. Quirine SWENNEN 
 dr. Sandrina MARTENS 
 Prof. dr. Sofie VAN CAUTER 
 Mevrouw Steffie HASEVOETS 
 Dr. Tjorven DETIENNE 
 De heer Vincent RAYMAEKERS 
 Prof. dr. Wim PINXTEN 
 Mevrouw Zoë DONDERS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 11,0
  
Periode: kwartiel 2 (11sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Celcommunicatie en biochemie (3905) 11.0 stptn
    Hoofd en hals (4027) 11.0 stptn
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Borst, buik en bekken (3903) 11.0 stptn
    Histologie en genetica (3814) 11.0 stptn
 

Begincompetenties

Zie doelstellingen/inhoud van de OPO's:

  • Histologie en genetica
  • Borst, buik en bekken
  • Celcommunicatie en biochemie
  • Hoofd en hals


Inhoud

Het leven van een mens wordt grotendeels bepaald door zijn interacties met de omgeving. Deze interacties houden in dat de mens kan reageren op signalen uit de omgeving en ook zelf signalen kan uitsturen.Algemeen impliceert de term omgeving zowel de externe omgeving (de wereld buiten het lichaam) als de inwendige omgeving (inhoud van het lichaam). Het zenuwstelsel bevat sensorische componenten die prikkels uit de omgeving detecteren, integrerende componenten die sensorische en andere gegevens geleiden en opslaan, en de motorische componenten die beweging en orgaanfuncties genereren. De hersencortex is bovendien verantwoordelijk voor de hogere functies die specifiek zijn voor de mens.

In dit blok maakt de student(e) kennis met diverse neurowetenschappen. Het voornaamste doel is tot een geïntegreerd inzicht tussen bouw en functie te komen. Enkel op deze wijze is het mogelijk de achtergronden van het pathologisch functioneren van deze structuren te begrijpen. Hierbij zullen ook technieken en onderzoeks­methodes ter sprake komen, in zoverre deze van belang zijn voor het verwerven van inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de neurowetenschappen.

Doelstellingen

  1. De student(e) heeft inzicht in de microscopische en macroscopische bouw en in de functie van het centrale zenuwstel en van de zintuigen.
  2. De student(e) herkent de normale structuren van het centrale zenuwstelsel en van de zintuigen op histologische en anatomische preparaten, en op beeldvormingmateriaal uit de kliniek.
  3. De student(e) kan op basis van neuroanatomische, neurofysiologische en neurofarmacologische gegevens een aantal klinische aandoeningen interpreteren.
  4. De student(e) kan een aantal klinische casussen over het centrale zenuwstelsel en de zintuigen analyseren.
  5. De student(e) kent de belangrijkste technische mogelijkheden die in de kliniek worden gebruikt om anatomische structuren van het centrale zenuwstelsel en de zintuigen in beeld te brengen.
  6. De student(e) heeft inzicht in de technieken die gebruikt worden voor klinisch onderzoek van het centraal zenuwstelsel en de zintuigen.


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Werkzittingen  
Zelfstudieopdracht (ZSO)  
Werkvormen  
Presentatie  


Evaluatie

Periode 2    Studiepunten 11,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode18 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarDe student moet enkel de onderdelen (kennis- en/of kwartieltoets) hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is of de compensatieregels niet van toepassing zijn.
Meerkeuzevragen, zekerheidsgraden
Schriftelijk examen82 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarDe student moet enkel de onderdelen (kennis- en/of kwartieltoets) hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is of de compensatieregels niet van toepassing zijn.
Stationstoets
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenActieve deelname aan de integratiecasussen, practicum fysiologie en de klinische oefensessie is verplicht. De evaluatie van het kwartiel bestaat uit verschillende onderdelen. Voor alle onderdelen (de gewogen kennistoetsen en de kwartieltoets) dient de student minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel.
GevolgIndien de student gewettigd afwezig is op een verplichte activiteit neemt de student contact op met de coördinerend verantwoordelijke om een ad hoc regeling uit te werken. Een student die ongewettigd afwezig is op een verplichte activiteit maakt een alternatieve opdracht en dient deze uiterlijk in op de dag van het examen. Indien de opdracht als voldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student het behaalde eindcijfer van het opleidingsonderdeel. Indien de opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student F (fail) als eindcijfer en neemt hij/zij contact op met de coördinator voor de opdracht in de tweede zitperiode. Een student die op een onderdeel van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel in zijn studentendossier F (fail). Dit eindcijfer is niet tolereerbaar. Een student die voor alle onderdelen van de evaluatie minstens een 8/20 scoort, wordt een gewogen gemiddelde van de punten gemaakt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. Dit eindcijfer is tolereerbaar. Indien een student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel in de eerste zitperiode, neemt de student zelf contact op met de coördinator van het opleidingsonderdeel om na te gaan welke onderdelen hij/zij moet hernemen.
Extra info

De schriftelijke toets tijdens het blok bestaat uit één kennistoets (2sp) die de domeinspecifieke kennis bevraagt. Een tweede kennistoets (2sp) wordt afgenomen in de examenperiode. Aan de kennistoetsen wordt één gewogen deelcijfer toegekend (4sp). De kwartieltoets (7sp) wordt afgenomen in de examenperiode.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Neuroanatomy: An illustrated colour text, A.R. Crossman, 7e editie, Elsevier

ISBN: 9780443113666

Handboek 2:

Medical Physiology: Principles for clinical medicine, R.A. Rhoades & D.R. Bell, 6e editie, Wolters Kluwer

ISBN: 9781975160432

Handboek 3: 

Principles of pharmacology. The Pathophysiologic Basis of Drug Therapy, D.E. Golan, E.J. Armstrong & A.W. Armstrong, 5e editie, Wolters Kluwer

ISBN: 9781975220310 

 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
 

Handboek 1:

Human Histology, A. Stevens, J. Lowe, Elsevier

Handboek 2:

Sobotta Atlas of Anatomy, F. Paulsen, J. Waschke, Elsevier

Handboek 3:

Neuroscience: Exploring the Brain, Bear M., Paradiso M, Connors B.W., Lippincott Williams & Wilkins

Handboek 4:

Before we are born: Essentials of embryology and birth defects, K. Moore, T.V.N. Persaud, M. Torchia, Elsevier

Handboek 5:

Medical Physiology, W.F. Boron, E.L. Boulpaep, Elsevier

 

Verplicht studiemateriaal
 

Online studieleidraad 'Neurowetenschappen'

 

Opmerkingen
 

Studenten dienen tijdens de vaardigheidstrainingen zowel de rol van arts als patiënt op te nemen. 



Eindcompetenties
bachelor in de geneeskunde
  •  EC 
  • EC01 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en de mens an sich, in normale en pathologische toestand, in interactie met de omgeving. De bachelor kan in preklinische fase klinisch redeneren aan de hand van de aangeleerde kennis.
     
  •  DC 
  • DC1.2 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cellen en weefsels in normale en pathologische toestand.
      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • DC1.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de organen en het menselijk lichaam in normale en pathologische omstandigheden.
      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • DC1.5 De bachelor in de geneeskunde gebruikt de kennis uit de klinische en biomedische wetenschappen om veel voorkomende medische problemen te identificeren, te analyseren en vervolgens te komen tot een onderbouwde diagnostische aanpak en behandeling.
      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • DC1.6 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met de principes van evidence based medicine en kan de passende richtlijnen opzoeken, kritisch beoordelen en gebruiken.
      
  •  BC 
  •  EC 
  • EC02 De bachelor in de geneeskunde is in staat om, in oefensituaties met een toenemende moeilijkheidsgraad en zelfstandigheid, een anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek uit te voeren, enkele relevante hypothesen te verwoorden, een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie te geven en een te verwachten beloop te schetsen.
     
  •  DC 
  • DC2.3 De bachelor in de geneeskunde kan de basis medisch- en verpleegtechnische handelingen stellen.
      
  •  BC 
  •  EC 
  • EC07 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren.
     
  •  DC 
  • DC7.1 De bachelor in de geneeskunde maakt een realistische planning en respecteert deadlines.
      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • DC7.2 De bachelor in de geneeskunde toont een gepast niveau van zelfstandig probleemoplossend gedrag.
  •  EC 
  • EC12 De bachelor in de geneeskunde kan, onder begeleiding, wetenschappelijk onderzoek uitvoeren en hierover helder communiceren.
     
  •  DC 
  • DC12.2 De bachelor in de geneeskunde kan gepaste wetenschappelijke bronnen opzoeken en selecteren om vragen te beantwoorden.
      
  •  BC 
  •  EC 
  • EC13 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie.
     
  •  DC 
  • DC13.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschouwen en bevorderen.
      
  •  BC 
  •  EC 
  • EC14 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren.
     
  •  DC 
  • DC14.5 De bachelor in de geneeskunde vertoont passend professioneel gedrag in diverse situaties.
      
  •  BC 
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de geneeskunde J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.