De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Biologie van de ongewervelde dieren: deel 1 (4117)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Tom ARTOIS 
  
Co-titularis :Prof. dr. Marlies MONNENS 
  
Met medewerking van :Mevrouw Ria VANDERSPIKKEN 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Laura VANSTRAELEN 
 De heer Siebe INDESTEGE 
 Prof. dr. Vincent CUYPERS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 5,0
  
Periode: semester 2 (5sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Genetica, evolutie en de Tree of Life (2921) 7.0 stptn
 

Begincompetenties

De student(e) kent de begrippen fylogenie en substitutiesnelheid, zoals deze behandeld worden in 'Genetica, evolutie en de Tree of Life' (2921).
De student(e) kent de algemene opbouw van de Tree of Life en kent de belangrijkste taxa en hun verwantschappen, zoals toegelicht in 'Genetica, evolutie en de Tree of Life'.



Inhoud
  • De student(e) kent de verschillende methoden om waargenomen morfologische/moleculaire variatie in een datamatrix te verwerken en kan die evalueren en toepassen.
  • De student(e) heeft inzicht in de begrippen homologie, parallellisme en convergentie. De student(e) kent verschillende methoden (UPGMA; parsimonie) om vanuit deze datamatrix tot een hypothese van verwantschap tussen organismen te komen.
  • Hij/zij kent de begrippen fenogram, cladogram, taxon, monofylie, parafylie, polyfylie,... en kan die toelichten.
  • De student(e) kent het algemeen bouwplan van de belangrijkste taxa van ongewervelde niet-Bilateria en de Protostomia: niet-Ecdysozoa ("phyla"), en van de belangrijkste subtaxa ("classes" e.d.).
  • De student(e) kent de nodige histologische en elektronenmicroscopische details van deze taxa.
  • De student(e) heeft inzicht in de fylogenetische verwantschappen van deze taxa en kan deze bespreken en funderen.
  • De student(e) kan de algemene bouwplannen herkennen en interpreteren op reële dieren (doelstelling van de praktische oefeningen).
  • De student(e) heeft begrip van de fysiologie, de levenswijze en de levenscycli van enkele voorname vertegenwoordigers van de verschillende taxa.


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Werkzittingen  


Evaluatie

Periode 3    Studiepunten 5,00

Evaluatievorm
Mondeling examen100 %
Extra info

Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding

Er wordt voor de eindbeoordeling rekening gehouden met de inzet van de student(e) tijdens de practica.

 


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Practicumhandleiding
Extra info:

Cursus 2:

Subtitel: Cursustekst
Extra info:

 

Verplicht studiemateriaal
 

Illustraties op het internet (toegankelijk via Blackboard).

 

Aanbevolen literatuur
 

Invertebrate Zoology: A Functional Evolutionary Approach, Edward E. Ruppert; Richard S. Fox; Robert D. Barnes, 7, Cengage Learning, 9780030259821, bij voorkeur laatste uitgave,



Eindcompetenties
bachelor in de biologie
  •  EC 
  • EC 1: De bachelor Biologie heeft een grondige kennis en inzicht verworven in de levende wereld op moleculair, cellulair , functioneel, organismaal, populatie en ecosysteemniveau.

  •  EC 
  • EC 2: De bachelor Biologieheeft inzicht in de processen die de grondslag vormen van de evolutie van het leven. Hij/zijkan nieuwe kennis verzameld op de verschillende biologische niveausintegreren in de evolutietheorie.

  •  EC 
  • EC 4: De bachelor Biologie kan mathematische en/of statistische begrippen en modellen correct inzetten voor het benaderen, oplossen en analyseren van eenvoudige biologische problemen en gegevensverzamelingen om tot een gefundeerde conclusie te komen.

  •  EC 
  • EC 5: De bachelor Biologie kan met inzicht metingen verrichten en observeren waarbij hij/zij de hoogst mogelijke precisie nastreeft en integer handelt in zijn/haar observaties en metingen.

  •  EC 

  • EC 7: De bachelor Biologie kan onder begeleiding onderzoeksmethodes en interpretaties kritisch evalueren en de intrinsieke onzekerheden en beperkingen plaatsen.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
1ste bachelorjaar in de biologie J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.