Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 21,0 | | | Periode: semester 1 (21sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Bachelorproef (1615)
|
12.0 stptn |
|
|
Mobiliteitsproject (4187)
|
6.0 stptn |
|
|
Onderzoekstechnieken (4190)
|
6.0 stptn |
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Bachelorproef (1615)
|
12.0 stptn |
|
|
Mobiliteitsproject (4187)
|
6.0 stptn |
|
|
Onderzoekstechnieken (4190)
|
6.0 stptn |
|
|
|
- De student kan relevante informatie verzamelen om te komen tot een geïntegreerde benadering;
- De student is vertrouwd met het opstellen van een plan van aanpak (probleemstelling, doelstelling, onderzoeksvragen, keuze onderzoeksmethode en realistische planning);
- De student kan zelfstandig een heldere planning opstellen, deze planning bewaken en gepast met de beschikbare tijd omgaan;
- De student is vertrouwd met het opzoeken van geschikte wetenschappelijke literatuur (i.e., artikelen, boeken, rapporten) via de website van de bibliotheek van de Universiteit Hasselt en kan de wetenschappelijke literatuur structureren en samenvatten met correcte bronvermelding (APA-richtlijnen);
- De student is vertrouwd met de verschillende onderzoeksmethoden binnen de mobiliteitswetenschappen en kan hieruit op basis van een bepaalde context de gepaste onderzoeksmethode(n) kiezen, deze keuze verantwoorden, en de onderzoeksmethode(n) vervolgens correct toepassen;
- De student kan op basis van een bepaalde context de meest geschikte (statistische) analysemethode selecteren en toepassen om de verzamelde data te analyseren en kan de resultaten correct interpreteren;
- De student kan een rapport maken dat een duidelijke structuur heeft en hierin de aanpak en resultaten op een heldere en wetenschappelijke wijze bespreken;
- De student kan op een wetenschappelijk correcte manier presenteren;
- De student kan op basis van de interpretatie van de onderzoeksresultaten gepaste duurzame oplossingen aanreiken;
- De student kan op basis van een bepaalde context aanbevelingen opstellen die praktisch relevant zijn.
|
|
|
Binnen dit opleidingsonderdeel maakt de student kennis met het domein van de mobiliteitswetenschappen in de concrete beroepspraktijk. De student voert gedurende het eerste semester, in totaal 50 werkdagen, een stage uit waarin de opgedane kennis en vaardigheden uit de opleiding mobiliteitswetenschappen worden toegepast op een concrete mobiliteitsprobleemstelling die ontleend is aan de praktijk. Daarnaast wordt er kennis gemaakt met nieuwe methodes en technieken die in het werkveld worden gebruikt. Hiervoor wordt er intensief op locatie samengewerkt met een organisatie die actief is in het domein van de mobiliteitswetenschappen, ofwel een organisatie waarbij er een duidelijke probleemstelling op het vlak van mobiliteit geformuleerd kan worden. Enkele voorbeelden van sectoren waarin in het verleden stages werden uitgevoerd zijn overheden (federaal, provinciaal, steden), studiebureaus, politiezones, onderzoeksinstellingen, (openbaar vervoer) bedrijven, belangenorganisaties, etc. Studenten dienen zelf op zoek te gaan naar een stageplaats (en onderwerp). Het stagevoorstel (in overleg met de stageplaats) dient ter goedkeuring te worden voorgelegd voor de deadline die gecommuniceerd wordt door het onderwijsteam (in het jaar voorafgaand aan de stage). Het is ook mogelijk om een internationale stage te doen. Een selectie van studenten kan hiervoor beroep doen op een beurs. Studenten die interesse hebben in een buitenlandse stage moeten dit tegen februari van het jaar voordat ze op stage gaan melden aan Patricia Hellriegel. De stage wordt individueel uitgevoerd. De student werkt aan het begin van de stage een plan van aanpak uit, houdt gedurende de hele periode een logboek bij en stelt tenslotte een stagerapport op. Daarnaast is een mondelinge verdediging aan de hand van een poster voorzien.
|
|
|
|
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 21,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien minimum 10/20
behaald op de posterpresentatie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Ander examen | 45 % |
|
Andere: | Stagerapport inclusief reflectieopdracht |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien minimum 10/20
behaald op het stagerapport. |
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | De student mag zijn/haar stagerapport en poster gebruiken tijdens de verdediging. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1) De stage (50 werkdagen) dient volledig uitgevoerd te zijn. Alle evaluatieonderdelen moeten tijdig worden ingediend, overeenkomstig de deadlines vermeld in de studieleidraad. Studenten moeten een logboek bijhouden waarin alle stageactiviteiten gedetailleerd worden beschreven. Dit logboek moet op tijd worden ingeleverd en is een voorwaarde voor het verkrijgen van de eindscore.
2) De student moet op bepaalde deelevaluaties (zoals het stagerapport en de posterpresentatie) een minimumscore behalen (≥ 10/20) om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1) Indien niet voldaan wordt aan één of meerdere van de evaluatievoorwaarden, kan dit leiden tot een score van 0 voor het betrokken (deel)opleidingsonderdeel.
2) Wanneer de student op een deel van dit opleidingsonderdeel (zoals het stagerapport en de posterpresentatie) minder dan 10/20 behaalt, wordt dit laagste deelcijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans. |
|
|
|
Extra info | De praktijkevaluatie bestaat uit een beoordeling van het stagewerk en de professionele attitude o.b.v. verslag van de externe stagebegeleider.
Het mondeling examen van de stage omvat een mondelinge verdediging van de stage aan de hand van een posterpresentatie |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student dient het stagerapport (45%) te herwerken en/of de
presentatie opnieuw te doen indien hij/zij op deze deelevaluaties minder
dan 10 op 20 behaalde.
Het deelcijfer van de praktijkevaluatie (35%) behaald tijdens de
onderwijsperiode blijft behouden bij een tweede examenkans omdat het
hernemen tijdens de zomermaanden dit niet toelaat. Ook indien dit
resultaat onvoldoende is, kan het niet hernomen of verbeterd worden
Indien de student een tweede examenkans heeft, is het de
verantwoordelijkheid van de student om tijdig contact op te nemen met de
docent indien het onduidelijk is welke deelevaluatie(s) de student moet
afleggen in tweede kans. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De noodzakelijke documenten voor de stage worden via blackboard ter beschikking gesteld:
- Stageleidraad (stappenplan, praktische details en rapporteringsverplichtingen voor de stagiair, evaluatiecriteria)
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Courante Microsoft office toepassingen (Word, Excel, Powerpoint), Qualtrics, NVIVO (versie 14), statistische analysesoftware zoals SPSS (29.0.2.0), SAS (9.4). NVIVO, SPPS en SAS zijn ook beschikbaar op de computers in de pc-lokalen van de universiteit. |
|
|
Eindcompetenties | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
2e masterjaar in de mobiliteitswetenschappen
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|