Meetsystemen en interfacing (4347)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ir. Johan BAETEN 
  
Lid van het onderwijsteam :ing. Michiel CLAES 
 De heer Sivakumar HARISH 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 4,0
  
Periode: semester 2 (4sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
Groep 1
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Elektriciteit (3824) 4.0 stptn
    Elektronische systemen (5501) 6.0 stptn
 
Of groep 2
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Elektriciteit schakel (4312) 6.0 stptn
 

Begincompetenties

De student kent de basisbegrippen van mechanica en fysica. (Positie, snelheid, versnelling, kracht, moment, debiet, temperatuur, licht(sterkte), geluid, ...)



De student kent de basiswetten van de elektrotechniek op het gebied van elektrodynamica en –statica, elektromagnetisme, één‐ en driefasige wisselstroom en kan eenvoudige elektrische schakelingen analyseren (spanning, stroom, impedantie,..)



De student kent de elementaire functionele bouwblokken voor analoge en digitale schakelingen en kan deze analyseren. (diode, transistor, opamp, ..)



De student kan rekenen met complexe getallen.



Inhoud

Applicatiecollege

  • Introductie meetsystemen
  • Algemene karakteristieken, ladingseffecten, stoorsignalen, aarding en afscherming
  • Meetprincipes: Binair, resistief, capacitief, inductief, opto-elektrisch, piëzo-elektrisch, ultrasoon
  • Meetgrootheden: Positie, druk, temperatuur, niveau, debiet
  • Gegevensverwerking en -voorstelling: Signaalconditionering (versterking, linearisatie, filtering), interfacing, ADC-DAC conversie

Labo

  • Diverse opdrachten met aandacht voor de basisprincipes en de meetmethodes:
    • BV. krachtmeting met rekstrookjes, hoekpositiemeting met resolvers & synchro's, positiebepaling met absoluut en incrementele opto-elektrische opnemers, capacitieve versnellingsmeting, ultrasone afstandsmeting


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Werkvormen  
Huiswerktaken  


Evaluatie

Semester 2 (4,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode20 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Gesloten-boek
Meerkeuzevragen, geen correctie
Schriftelijk examen80 %
Gesloten-boek
Open vragen
Meerkeuzevragen, geen correctie
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingGebruik van formularium (zoals beschikbaar in cursus of op Toledo)
Extra infoActieve deelname aan het labo. De evaluatie tijdens de onderwijsperiode wordt in het andere geval aangepast.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm De punten van de evaluatie tijdens de onderwijsperiode blijven behouden
in de tweede examenkans. Er is enkel een herkansing mogelijk van het
schriftelijk examen.
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Meetsystemen en interfacing - MSYS
Extra info:



Eindcompetenties
Educatieve master in de wetenschappen en technologie
  •  EC 
  • 5.2. De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks en/of innovatiecomponent.

  •  EC 
  • 5.3 De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor de specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen.

 

bachelor in de industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • EM 1.1 De student heeft kennis van de verwerking van signalen en van de modellering van systemen.

      
  •  BC 
  • kent de werkingsprincipes van gangbare sensoren, kan een overzicht geven van verschillende onderdelen en eigenschappen van meetsystemen, kan sensoren opdelen naar meetgrootheid, meetprincipe of informatiestructuur
     
  •  DC 
  • EM 1.4 De student heeft kennis van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing.

      
  •  BC 
  • kent de werkingsprincipes van gangbare sensoren, kan een overzicht geven van verschillende onderdelen en eigenschappen van meetsystemen, kan sensoren opdelen naar meetgrootheid, meetprincipe of informatiestructuur
  •  EC 
  • EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • EM 2.1 De student heeft inzicht in de verwerking van signalen en de modellering van systemen.

      
  •  BC 
  • kan het werkingsprincipe van een sensor (resistief, capacitief, inductief, opto-elektrisch, piëzo-elektrisch of ultrasoon) afleiden en verklaren op basis van de opbouw en aan de hand van de basiswetten uit de fysica, mechanica, elektriciteit of elektronica

     
  •  DC 
  • EM 2.4 De student heeft inzicht in de opbouw en de werking van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing.

      
  •  BC 
  • heeft inzicht in de bijbehorende toepasselijke interfacing

    kan typische sensoreigenschappen linken aan het werkingsprincipe

  •  EC 
  • EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen)

     
  •  DC 
  • 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen.

      
  •  BC 
  • neemt initiatief om zelfstandig tot een groepsindeling voor het lab te komen, bereidt labo-opgaven tijdig voor (lab)
  •  EC 
  • EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen.

      
  •  BC 
  • kan (gedocumenteerde) sensoren gebruiken om fysische grootheden op te meten (lab - formatief)
  •  EC 
  • EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren.

      
  •  BC 
  • kan meetgegevens interpreteren en de link leggen met de theoretische werking (lab - formatief)
     
  •  DC 
  • EM 5.1 De student kan de eigenschappen van een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces analyseren.

      
  •  BC 
  • houdt rekening met nauwkeurigheid en stoorinvloeden, kan een gegeven sensor- of interfacingsprincipeschema analyseren
  •  EC 
  • EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen)

     
  •  DC 
  • EM 6.1 De student kan een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces ontwerpen.

      
  •  BC 
  • kan een gefundeerde, eventueel vergelijkende, keuze maken voor het toepassen van sensoren voor het opmeten van een gegeven groot heid (o.a. positie, snelheid, versnelling, debiet, kracht, druk, niveau, temperatuur) binnen een gegeven context, inclusief de n oodzakelijke interfacing, afscherming of aarding
  •  EC 
  • EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren)

     
  •  DC 
  • EM 7.1 De student kan het ontwerp voor een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces implementeren met behulp van gepaste soft- en hardwaretools.

      
  •  BC 
  • kan (eenvoudige) sensoren correct aansluiten en hierbij de nodige interfacing opbouwen (lab - formatief)
  •  EC 
  • EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken)

     
  •  DC 
  • 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product).

      
  •  BC 
  • werkt constructief mee aan de opdrachten (lab)
  •  EC 
  • EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude)

     
  •  DC 
  • 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...).

      
  •  BC 
  • werkt nauwgezet, oplossingsgericht en heeft oog voor efficiëntie
 

schakelprogramma Industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • EM 1.1 De student heeft kennis van de verwerking van signalen en van de modellering van systemen.

      
  •  BC 
  • kent de werkingsprincipes van gangbare sensoren, kan een overzicht geven van verschillende onderdelen en eigenschappen van meetsystemen, kan sensoren opdelen naar meetgrootheid, meetprincipe of informatiestructuur

     
  •  DC 
  • EM 1.4 De student heeft kennis van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing.

      
  •  BC 
  • kent de werkingsprincipes van gangbare sensoren, kan een overzicht geven van verschillende onderdelen en eigenschappen van meetsystemen, kan sensoren opdelen naar meetgrootheid, meetprincipe of informatiestructuur

  •  EC 
  • EC2 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeenwetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • EM 2.1 De student heeft inzicht in de verwerking van signalen en de modellering van systemen.

      
  •  BC 
  • kan het werkingsprincipe van een sensor (resistief, capacitief, inductief, opto-elektrisch, piëzo-elektrisch of ultrasoon) aflei den en verklaren op basis van de opbouw en aan de hand van de basiswetten uit de fysica, mechanica, elektriciteit of elektronica

     
  •  DC 
  • EM 2.4 De student inzicht in de opbouw en de werking van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing.

      
  •  BC 
  • heeft inzicht in de bijbehorende toepasselijke interfacing

    kan typische sensoreigenschappen linken aan het werkingsprincipe

  •  EC 
  • EC3 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen)

     
  •  DC 
  • 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen.

      
  •  BC 
  • neemt initiatief om zelfstandig tot een groepsindeling voor het lab te komen, bereidt labo-opgaven tijdig voor (lab)

  •  EC 
  • EC4 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen.

      
  •  BC 
  • kan (gedocumenteerde) sensoren gebruiken om fysische grootheden op te meten (lab - formatief)

  •  EC 
  • EC5 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren.

      
  •  BC 
  • kan meetgegevens interpreteren en de link leggen met de theoretische werking (lab - formatief)

     
  •  DC 
  • EM 5.1 De student kan de eigenschappen van een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces analyseren.

      
  •  BC 
  • houdt rekening met nauwkeurigheid en stoorinvloeden, kan een gegeven sensor- of interfacingsprincipeschema analyseren

  •  EC 
  • EC6 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen)

     
  •  DC 
  • 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren.

      
  •  BC 
  • kan een gefundeerde, eventueel vergelijkende, keuze maken voor het toepassen van sensoren voor het opmeten van een gegeven groot heid (o.a. positie, snelheid, versnelling, debiet, kracht, druk, niveau, temperatuur) binnen een gegeven context, inclusief de n oodzakelijke interfacing, afscherming of aarding

  •  EC 
  • EC7 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren)

     
  •  DC 
  • EM 7.1 De student kan het ontwerp voor een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces implementeren met behulp van gepaste soft- en hardwaretools.
      
  •  BC 
  • kan (eenvoudige) sensoren correct aansluiten en hierbij de nodige interfacing opbouwen (lab - formatief)

  •  EC 
  • EC10 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken)

     
  •  DC 
  • 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product).

      
  •  BC 
  • werkt constructief mee aan de opdrachten (lab)

  •  EC 
  • EC12 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude)

     
  •  DC 
  • 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...).

      
  •  BC 
  • werkt nauwgezet, oplossingsgericht en heeft oog voor efficiëntie

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica J
2de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT J
2de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica J
2de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie J
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology J
schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 1 J
schakel IW Nucleaire technologie-Milieu: pba chemie/pba biotechnologie - deel 2 J
schakel IW Nucleaire technologie-Nucleair en medisch: pba chemie/pba biotechnologie - deel 2 J
schakel IW Nucleaire technologie-Nucleair en medisch: pba medische beeldvorming - deel 2 J
voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu J
voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen: nucleaire technologie afst.nucleair en medisch J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.