Ethische rechtspraktijk (4397) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 6,0 | | | Periode: kwartiel 3 (0sp) + kwartiel 4 (6sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
De student kan ethische spanningen identificeren in een juridische casus en weegt die systematisch mee in hun eigen oordeel.
De student kan een redenering structureren rond een juridisch-ethisch vraagstuk en kan die die beargumenteerd verdedigen zowel tijdens gesprekken als in een werkstuk.
De student produceert begrijpelijke en taalkundig correcte teksten in het Nederlands.
De student kan Nederlandstalige en Engelstalige bronnen verzamelen, analyseren en verwerken voor een individueel geschreven (argumentatief) werkstuk. De student kan het verzamelde materiaal kritisch evalueren.
De student kan een Nederlandstalige of Engelstalige (academische) tekst lezen. Hierin kan de student de hoofdstelling en de ondersteunende argumenten identificeren, en kan daarvan een beknopte en samenhangende samenvatting in eigen woorden maken.
De student bezit debatvaardigheden – actief luisteren, geduld tonen, constructief taalgebruik – om op respectvolle wijze standpunten uit te wisselen.
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel verkent de relatie tussen recht en ethiek, en stelt de vraag wat het betekent om een 'goede jurist' te zijn – niet alleen in technische, maar ook in morele zin. Studenten leren herkennen dat zelfs een strikt legalistische houding – "de wet is de wet" – al een ethische positie impliceert.
Vanuit filosofische inzichten en praktijkgerichte reflecties worden studenten uitgedaagd om morele vraagstukken in de rechtspraktijk te herkennen en kritisch te analyseren. Het vak biedt geen pasklare antwoorden, maar scherpt het normatief bewustzijn aan en ondersteunt de ontwikkeling van een ethisch-professionele identiteit.
Een bijzonder aandachtspunt ligt bij de deugdethiek: studenten leren moreel redeneren vanuit de specifieke functie en het maatschappelijke doel van het juridische beroep. Wat betekent het om als advocaat, magistraat,… goed te handelen binnen een bepaalde rol? Ethisch handelen wordt zo begrepen als excelleren in de uitvoering van een rol die niet neutraal is, maar doelgericht en ingebed in een normatieve (beroeps)praktijk. Daarbij sluit het vak aan bij de oorspronkelijke betekenis van ethiek als reflectie op het goede leven
De volgende thema’s komen aan bod:
- basisbegrippen van de ethiek (moraal, ethiek, waarden, normen);
- de voornaamste ethische stromingen (deontologie, utilitarisme, en deugdethiek) die de jurist een (denk)kader bieden om ethische dilemma’s te benaderen;
- het spanningsveld tussen ethiek en waardenpluralisme in een tijd van moreel relativisme/scepticisme en afnemend gezag van tradities en instituties;
- de waarden van waaruit het juridisch beroep kan worden uitgeoefend: integriteit, rechtvaardigheid, rechtschapenheid,…;
- elementaire basisprincipes van de deontologische codes (beroepsgeheim, tuchtsanctie, etc.);
- de betekenis en rol van moreel toeval en de implicatie voor morele verantwoordelijkheid, schuld en straf;
- verband tussen persoonlijke en professionele ethiek (bv. morele fragmentatie en rol-compartimentalisering bij Alasdair MacIntyre);
- de (problemen met de) verschuiving van rechtvaardigheid als deugd (Plato en Aristoteles) naar een procedurele notie (John Rawls);
- de rol van emoties (empathie en rechtvaardigheid) in moreel redeneren (bv. David Hume);
- de nieuwe professionele identiteit van de jurist (de jurist 2.0);
- inspirerende en fundamentele teksten over recht en ethiek (bv. John Rawls, John Finnis, Ronald Dworkin, Michael Sandel, Alasdair MacIntyre, Cicero, Aristoteles, etc.);
- bio-ethische vraagstukken (bv. abortus, euthanasie, etc.);
- …
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Student kan deelcijfer overdragen indien hij of zij de helft of meer van
de punten behaalde |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Al het aangeboden studiemateriaal mag op papier tijdens het examen gebruikt worden, inclusief eigen notas. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Tijdens het vak ethische rechtspraktijk wordt gebruik gemaakt van studiemateriaal dat via blackboard ter beschikking gesteld zal worden. |
|
|
Eindcompetenties master in de rechten
|
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student kan de juridische kennis van de verschillende rechtsgebieden vervolledigen met kennis die toelaat tot ethisch verantwoorde keuzes te komen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student beschikt over de persoonlijke kwaliteiten en ethische inzichten om een ethisch verantwoorde oplossingsstrategie te kiezen en deze daadwerkelijk toe te passen en te verantwoorden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student kan mondeling en schriftelijk toelichten vanuit welke waarden, beweegredenen en persoonlijke kwaliteiten hij handelt en waarom hij bepaalde morele keuzes maakt. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren. | | - DC
| De student is in staat te leren over zichzelf en zichzelf bij te sturen teneinde de menselijke kwaliteiten (verder) te ontwikkelen die hem in staat stellen ethisch verantwoord te handelen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student is in staat de persoonlijke kwaliteiten (bv. praktische wijsheid) te ontwikkelen die hem in staat stellen zich rekenschap te geven van alle belangen die spelen, en deze te integreren in een rechtvaardige oplossing. Ook niet materiële (niet in geld waardeerbare) belangen krijgen hierbij een plaats (welzijn van de betrokkenen, een gevoel van zinvolheid voor de betrokkenen, …). Hij is in staat vanuit een ruim bewustzijn een juridische kwestie te bekijken, in het bijzonder vanuit de gezichtspunten van alle betrokkenen | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | | - DC
| De student kan samenwerken met anderen om een antwoord te zoeken op morele vraagstukken. Hij kan samenwerken met mensen van wie de belangen en opvattingen tegengesteld zijn aan de zijne. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student is in staat om de ethische probleempunten in een situatie te herkennen en te benoemen, kan er kritisch over reflecteren en erover in gesprek gaan met anderen (bv. cliënten). Hij kan zich op een beargumenteerde wijze een eigen mening vormen. Hij weet zijn morele intuïties te verhelderen. De student is in staat zijn persoonlijke morele voorkeuren en neigingen te begrijpen, en deze bij te sturen waar hij dit wenselijk acht. Hij is in staat om vanuit zorgzaamheid, dienstbaarheid en met het oog op het welzijn van alle betrokkenen te handelen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een ingesteldheid tot levenslang leren. | | - DC
| De student kweekt een bereidheid om als jurist voortdurend te evolueren en groeien. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student betrekt bij zijn kritische attitude ook de ethische dimensie van zijn beoordeling en handelwijze. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
keuze master voor corporate (UH)
|
J
|
keuze master voor private (UH)
|
J
|
master rechten OR
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|