Informatie opleidingsonderdeel

Revalidatie bij ouderen en in de geestelijke gezondheidszorg (4412)


Coördinerend verantwoordelijke :	Prof. dr. Evelien VAN ROIE

Co-titularis :	Prof. dr. Jonas ZAMAN

Lid van het onderwijsteam :	Mevrouw An HAEPERS
	De heer David REYNAERTS
	Mevrouw Hanne LYSKAWA
	Mevrouw Iris MEULEMANS
	Prof. dr. Joke SPILDOOREN
	Mevrouw Julie JANSSEN
	dr. Kristof HUTS
	Mevrouw Stephanie GOOSSENS

Onderwijstaal : Nederlands

Studiepunten: 6,0

Periode: kwartiel 3 (6sp)

2^de Examenkans¹: Ja

Eindcijfer²: Numeriek


Examencontract: niet mogelijk

Volgtijdelijkheid

Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen

Begincompetenties

De student kan de basisprincipes van de biomechanica (kinematica en kinetica van translaties en rotaties, massamiddelpunt, dynamica en statica, arbeid/ energie/ vermogen en interne biomechanica) toelichten, gebruiken, hanteren en toepassen in functie van de integratie van de leerinhouden biomechanica, functionele anatomie en osteo-/arthrokinematica, in de specifieke context van de geriatrische patiënt.

Vanuit het opleidingsonderdeel: 'Functioneren bij geriatrische en psychiatrische populaties':

De student kent de pathofysiologie en kan courante testen van volgende pathologieën: fragiliteit, aandoeningen van de verschillende zintuigen bij ouderen, cognitieve stoornissen en inwendige, neurologische en musculoskeletale aandoeningen bij ouderen uitvoeren en interpreteren.
De student kent de pathofysiologie van de verschillende psychiatrische aandoeningen.
De student kan de zorgbehoevendheid bepalen en kent verschillende meetschalen hieromtrent. Deze meetschalen kan de student ook toepassen.

Vanuit het opleidingsonderdeel: 'Functioneren bij inwendige aandoeningen':

De student kent de pathofysiologie en courante testen van volgende pathologieën: respiratoire aandoeningen, hartfalen, hypertensie, hypotensie en diabetes. De student kan deze testen ook uitvoeren en interpreteren.

Vanuit het opleidingsonderdeel: 'Functioneren bij neurologische aandoeningen':

De student kent de pathofysiologie en courante testen van volgende pathologieën: vestibulaire stoornissen, CVA en Parkinson in nieuwe theoretische situaties. De student kan deze testen ook uitvoeren en interpreteren.

Vanuit het opleidingsonderdeel: 'Revalidatie bij neurologische aandoeningen':

De student kent de kinesitherapeutische behandeling van volgende pathologieën: CVA en Parkinson in nieuwe theoretische situaties. De student kan deze behandeling ook uitvoeren.

Vanuit het opleidingsonderdeel: 'Revalidatie bij inwendige aandoeningen':

De student kent de kinesitherapeutische behandeling van volgende pathologieën: respiratoire aandoeningen, hartfalen, hypertensie, hypotensie en diabetes in nieuwe theoretische situaties.De student kan deze behandeling ook uitvoeren.

Inhoud

In dit OPO wordt er specifiek aandacht besteed aan de revalidatie van courante geriatrische aandoeningen, dat toenemend belang kent gezien de vergrijzing van de bevolking. Door de gekende multi-pathologische problematiek van de oudere patiënt zullen neurologische, muskuloskeletale, cardiovasculaire en respiratoire problemen en de behandeling ervan specifiek voor de oudere patiënt opnieuw aan bod komen (bv. osteoporose, ...) en wordt het belang van een multidisciplinaire benadering besproken. In dit opleidingsonderdeel wordt ook de psychomotorische behandeling en revalidatie van psychiatrische patiënten bestudeerd vanuit een transdiagnostisch model (en dus aangepast aan verschillende psychiatrische populaties, zowel kinderen als volwassenen).

Organisatie- / Werkvormen

Organisatievormen
	Excursie/veldwerk ✔
	Hoorcollege ✔
	Practicum ✔
	Responsiecollege ✔
	Werkzittingen ✔

Evaluatie

Periode 3 Studiepunten 6,00

Evaluatievorm

Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode

75 %

Gesloten-boek

✔

Open vragen

✔

Meerkeuzevragen, zekerheidsgraden

✔

Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode

25 %

Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)

✔

Voorwaarden

De compensatieregel houdt in dat als een student minder dan de helft scoort op 1 van beide onderdelen, de student dit tekort in het andere onderdeel moet compenseren met een dubbel aantal positieve punten tegenover de behaalde negatieve punten (vb een 9/20 op schriftelijk examen wordt gecompenseerd door een 12/20 op praktijkexamen). Of een student al dan niet heeft voldaan aan de compensatieregel, wordt berekend op basis van de niet-afgeronde deelcijfers.

Gevolg

Als de student voldoet aan de compensatieregel, wordt zijn eindcijfer het gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde deelcijfers. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een voldoende, wordt zijn eindcijfer een negen. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een onvoldoende, dan wordt er van dit niet-afgerond gewogen gemiddelde 2 punten (op 20) afgetrokken. Dit resultaat wordt vervolgens conform de afrondingsregels van het OER afgerond en vormt het eindresultaat van het opleidingsonderdeel.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans

Neen

Verplicht studiemateriaal

Blokwijzer: Revalidatie bij ouderen en binnen de geestelijke gezondheidszorg, E. Van Roie, J. Zaman, Acco

leerpaden in digitale leervorm

Eindcompetenties

bachelor in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie

EC 02 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan - voor courante problemen en op basisniveau - op basis van een kinesitherapeutische diagnose evidence based en op ethisch verantwoorde wijze een preventie- en behandelingsplan opstellen voor een gesimuleerde patiënt/cliënt, dit bespreken met de patiënt/cliënt, de preventieve/curatieve behandeling uitvoeren en de resultaten van deze behandeling evalueren en rapporteren.

DC 04 De student kent de evidence-based behandelingsprincipes voor courante aandoeningen en kan deze toepassen.

De student kan een revalidatieschema opstellen voor bovenstaande doelgroepen al dan niet in een multipathologie context.
De student kan aangepaste hulpmiddelen voor voorgenoemde patiënten voorstellen (al dan niet met eenmultipathologie).
De student kent de behandeling voor de meest courante vormen van incontinentie bij ouderen.
De student kan respiratoire revalidatie toepassen bij zowel de coöperatieve als niet-coöperatieve ouderepersoon.

DC 05 De student kan op basis van klinisch redeneren vanuit de hulpvraag, de anamnese en het kinesitherapeutisch onderzoek een evidence-based behandelingsplan opstellen.

De student kan aangepaste en preventieve oefen- en valpreventieprogramma's opstellen voor oudere personen

DC 07 De student heeft kennis en inzicht aangaande de kernbegrippen van de voor een kinesitherapeut belangrijke therapeutische kaders in de geestelijke gezondheidszorg.

De student beheerst basisconcepten met betrekking tot cognitieve gedragstherapie, contextuele therapie, clientgerichte experiëntiele therapie en systeem therapie.

DC 08 De student heeft de nodige vaardigheden om specifieke behandelstrategieën te ontwikkelen en de daarvoor noodzakelijke analyse-, behandel- en evaluatietechnieken toe te passen.

De student heeft voldoende beheersing van strategieën en technieken uit de psychomotorische therapie, ontspannings- en relaxatietherapie.

DC 09 De student heeft kennis en inzicht in de belangrijkste kenmerken van verschillende problematieken en kent de afwegingen die dienen te worden gemaakt om tot een optimale keuze van behandelstrategie te komen.

De student kan basisconcepten aangaande problematiek en aanpak van personen met psychosociale problematieken vertalen naar de revalidatie van voornoemde patiënten.

EC 03 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan, in functie van een efficiënt verloop van het kinesitherapeutisch handelen en met respect voor de identiteit/privacy van de cliënt, het resultaat van elke fase van het kinesitherapeutisch handelen, schriftelijk en mondeling communiceren, met inbegrip van het dossier.

DC 05 De student kan op een gepaste wijze communiceren met een patiënt in moeilijke situaties.

De student kan op een gepaste wijze communiceren met een patiënt met een psychiatrische problematiek.

DC 06 De student kan op gepaste wijze communiceren over en tijdens de kinesitherapeutische behandeling.

De student kan op een heldere manier een behandelplan uitleggen, aangepast aan het niveau van de patiënt.
De student kan op een heldere en éénduidige manier instructies en/of uitleg geven tijdens dekinesitherapeutische behandeling, aangepast aan het niveau van de patiënt.

EC 06 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft kennis van de algemene organisatie van de gezondheidszorg en van de verschillende stakeholders.

DC 02 De student kent de verschillende actoren binnen de gezondheidszorg.

De student kan aan de hand van een klinische casus de betrokken actoren en hun taken in kaart brengen.

DC 03 De student (h)erkent diverse beroepspecifieke bevoegdheden binnen een interprofessioneel team.

De student (h)erkent voorbeelden van interprofessionele werking binnen de gezondheidszorg.
De student kan voorbeelden van interprofessionele werking binnen de gezondheidszorg aangeven.

EC 07 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft inzichten in de algemene gezondheidsproblemen en mogelijke preventie in een diversiteitscontext.

DC 05 De student heeft inzicht in de principes van bewegingscoaching en kan deze toepassen.

De student kan verschillende doelgroepen motiveren om te bewegen (bv. medestudenten, patiënten).

EC 08 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan relevante onderzoeksbevindingen in het domein van de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie opzoeken, beoordelen, interpreteren en communiceren in functie van de kinesitherapeutische praktijk.

DC 02 De student kan wetenschappelijke literatuur interpreteren en beoordelen.

De student kan resultaten van (eenvoudige/gevorderde) statistische verwerkingen (beschrijvende statistiek, parametrische toets voor vergelijking 2 groepen, correlatie) interpreteren.
De student kan op basis van eenwetenschappelijk artikel een onderbouwd en genuanceerd antwoord formuleren op een (casus gerelateerde) onderzoeksvraag, rekening houdende met LOE en kwaliteitsbeoordeling.

EC 10 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie gaat in elke fase van het kinesitherapeutisch handelen (niveau gesimuleerde patiënt/cliënt) op ethisch verantwoorde wijze te werk.

DC 02 De student definieert het ethisch probleem correct.

De student formuleert correct ethische waarden.
De student identificeert correct conflicterende waarden.

EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria

Aangeboden in	Tolerantie³
3de bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie	J
voorbereidingsprogramma revalidatiewetenschappen en kinesitherapie	J

¹ Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.

² Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.

³ Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.