De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Bachelorproef (4449)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Niel HENS 
  
Co-titularis :Prof. dr. Geert MOLENBERGHS 
 Prof. dr. Lisa HERMANS 
  
Met medewerking van :dr. Evelien HOUBEN 
 Mevrouw Hanne OOSTERBOSCH 
 dr. ir. Quirine SWENNEN 
  
Lid van het onderwijsteam :Prof. dr. Annelies AGTEN 
 Mevrouw Helene VERMEULEN 
 dr. Leyla KODALCI 
 Mevrouw Yessika NATALIA 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: kwartiel 1 (0sp) + kwartiel 2 (0sp) + kwartiel 3 (0sp) + kwartiel 4 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
    Medische statistiek 2 (4706) 3.0 stptn
    Professionele vaardigheden 2.4 (4443) .0 stptn
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Academische vaardigheden (4703) 3.0 stptn
    Portfolio 2 (4106) .0 stptn
 

Begincompetenties

Zie doelstellingen/inhoud van de OPO's:

  • Wetenschap en ethiek
  • Academische vaardigheden
  • Medische statistiek 1
  • Medische statistiek 2


Inhoud

Er worden een beperkt aantal lessen wetenschappelijke vorming gegeven volgens de principes van begeleide zelfstudie. Studenten nemen zelfstandig het aangeboden materiaal door. Er bestaat de mogelijkheid hierover vragen te stellen via Blackboard en ingeplande responsiecolleges. Vragen in verband met de bachelorproef kunnen gesteld worden tijdens de voorziene responsiecolleges.

De bachelorproef wordt gemaakt in groepen van vier studenten. Elk team wordt begeleid door een promotor, een doctorandus en een statisticus. Gedetailleerde informatie over de toewijzing van de onderwerpen, de begeleiding, de verplichte contactmomenten en de vereisten waaraan de procesrapportering en de eindrapportering moeten voldoen, zijn opgenomen in de instructies voor de bachelorproef.

Doelstellingen

Algemeen:

  1. De student(e) kan vakliteratuur opzoeken over een medisch onderwerp.
  2. De student(e) kan op een zelfstandige manier deze informatiebronnen interpreteren en bediscussiëren.
  3. De student(e) kan een wetenschappelijke vraagstelling formuleren.
  4. De student(e) kan een (beknopte) realistische studie-opzet ontwerpen.
  5. De student(e) kan een adequate onderzoeksmethode selecteren, (toepassen) en evalueren.
  6. De student(e) kan valide conclusies trekken en kritisch reflecteren.
  7. De student(e) kan in team een coherente scriptie maken over het bestudeerde onderwerp in een wetenschappelijk verantwoorde stijl.
  8. De student(e) kan deze scriptie overzichtelijk presenteren en verdedigen voor een vakjury.

Statistiek:

  1. De student(e) kent de types studie: census, ecologische studie, algemene enquête, doelgerichte enquête, klinische studie, epidemiologische studie, registratie.
  2. De student(e) begrijpt de fundamentele concepten van de klinische studie en de epidemiologische studie.
  3. De student(e) kan een studie opzetten: een eenvoudige studie zelfstandig, een complexe studie als teamlid.
  4. De student(e) kan mondeling en schriftelijk rapporteren over klinische en epidemiologische studies.
  5. De student(e) kan in team werken.
  6. De student(e) gebruikt gepaste statistische methoden voor zijn/haar bachelorproef of kan een studie-opzet uitwerken met bijhogrende gepaste statistische methoden.


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Project  
Werkvormen  
Groepswerk  
Presentatie  
Seminarie  


Evaluatie

Periode 4    Studiepunten 6,00

Evaluatievorm
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode25 %
Andere:Procesevaluatie
Schriftelijk examen25 %
Paper
Mondeling examen50 %
Presentatie
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenHet respecteren van de opgegeven planning (zie instructiebundel bachelorproef op BB) en een actieve deelname aan de verplichte pitchmomenten zijn voorwaarden om in eerste zit te kunnen slagen (pass/fail). In geval van overmacht wordt een ad hoc regeling uitgewerkt. De totaalscore is opgebouwd uit een groepscijfer en een individuele score. De student moet op alle onderdelen geslaagd zijn om te kunnen slagen op het geheel. plagiaatcontrole: pass - fail vormvereisten: pass - fail proces: promotor: 15% werkstuk: promotor: 7.5% tweede lezer: 7.5% methode en dataverwerking: 20% (proces én product) mondelinge verdediging (incl. studieprotocol): presentatie: 10% vraagstelling 40% De eindscore is corrigeerbaar door de coördinerend verantwoordelijke op basis van de resultaten van de peerassessment en de pitches.
GevolgIndien de student niet voldoet aan de opgegeven planning of niet aanwezig is op de verplichte pitchmomenten, krijgt de student een 'F' (fail) in zijn studentendossier en dient te bachelorproef in tweede zit af te leggen. Een student die niet aan de voorwaarden voldoet, krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel in zijn studentendossier F (fail). Afhankelijk van het onderdeel of de onderdelen waarop de student of studentengroep niet geslaagd is/zijn, wordt er een opdracht bepaald door de coördinator in overleg met de begeleiders. De student of studentengroep neemt/nemen hiervoor zelf contact op met de coördinator.
Mogelijke externe locatie
Extra info

Een onvoldoende examencijfer komt NIET in aanmerking voor automatische compensatie.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Afhankelijk van het onderdeel of de onderdelen waarop de student of studentengroep niet geslaagd is/zijn, wordt er een opdracht bepaald door de coördinator in overleg met de begeleiders.
 

Verplicht studiemateriaal
 
  • De instructiebundel bachelorproef wordt beschikbaar gesteld via Blackboard.
  • Cursusmateriaal statistiek (slides, online lectures) wordt beschikbaar gesteld via BlackBoard.
 

Verplichte software
 

Statistisch softwarepakket SAS/JMP



Eindcompetenties
bachelor in de geneeskunde
  •  EC 
  • EC01 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en de mens an sich, in normale en pathologische toestand, in interactie met de omgeving. De bachelor kan in preklinische fase klinisch redeneren aan de hand van de aangeleerde kennis.
     
  •  DC 
  • DC1.6 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met de principes van evidence based medicine en kan de passende richtlijnen opzoeken, kritisch beoordelen en gebruiken.
  •  EC 
  • EC03 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidspromotor, wetenschapper en professional.
  •  EC 
  • EC06 De bachelor in de geneeskunde kan constructief samenwerken in een team en erkent de meerwaarde van het werken in interdisciplinaire en interprofessionele context.
     
  •  DC 
  • DC6.1 De bachelor in de geneeskunde werkt effectief samen met medestudenten, artsen en andere zorgverleners.
     
  •  DC 
  • DC6.2 De bachelor in de geneeskunde toont een constructieve en respectvolle omgang met conflictsituaties die een samenwerkingscultuur ondersteunt.
     
  •  DC 
  • DC6.3 De bachelor in de geneeskunde kan feedback geven en ontvangen.
     
  •  DC 
  • DC6.6 De bachelor in de geneeskunde kan verschillende rollen in een team opnemen en is vertrouwd met de beginselen van leiderschap.
     
  •  DC 
  • DC6.7 De bachelor in de geneeskunde reflecteert over de eigen rol en het werken in een team.
  •  EC 
  • EC07 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren.
     
  •  DC 
  • DC7.1 De bachelor in de geneeskunde maakt een realistische planning en respecteert deadlines.
     
  •  DC 
  • DC7.2 De bachelor in de geneeskunde toont een gepast niveau van zelfstandig probleemoplossend gedrag.
     
  •  DC 
  • DC7.3 De bachelor in de geneeskunde neemt zijn verantwoordelijkheid op om tijdig in orde te zijn met administratieve vereisten.
  •  EC 
  • EC11 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis over duurzaamheidsuitdagingen binnen de gezondheidszorg en begrijpt hun complexiteit.
     
  •  DC 
  • DC11.1 De bachelor in de geneeskunde heeft aandacht voor een verantwoorde omgang met middelen binnen de gezondheidszorg.
     
  •  DC 
  • DC11.2De bachelor in de geneeskunde erkent de noodzaak van en mogelijkheden voor innovatie van de gezondheidszorg.
     
  •  DC 
  • DC11.4 De bachelor in de geneeskunde reflecteert over duurzaamheid in de gezondheidszorg.
  •  EC 
  • EC12 De bachelor in de geneeskunde kan, onder begeleiding, wetenschappelijk onderzoek uitvoeren en hierover helder communiceren.
     
  •  DC 
  • DC12.1 De bachelor in de geneeskunde kent een variatie aan wetenschappelijke onderzoeksmethoden en kan deze gebruiken.
     
  •  DC 
  • DC12.2 De bachelor in de geneeskunde kan gepaste wetenschappelijke bronnen opzoeken en selecteren om vragen te beantwoorden.
     
  •  DC 
  • DC12.3 De bachelor in de geneeskunde kan op een correcte manier onderzoeksgegevens verzamelen en analyseren en gepaste statistische methodes toepassen.
     
  •  DC 
  • DC12.4 De bachelor in de geneeskunde kan wetenschappelijke informatie mondeling en schriftelijk communiceren naar een professioneel en lekenpubliek.
     
  •  DC 
  • DC12.5 De bachelor in de geneeskunde werkt met respect voor de academische en wetenschappelijke integriteit en de geldende ethische standaarden.
     
  •  DC 
  • DC12.6 De bachelor in de geneeskunde kan kritisch reflecteren over de limitaties van onderzoek.
  •  EC 
  • EC13 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie.
     
  •  DC 
  • DC13.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschouwen en bevorderen.
     
  •  DC 
  • DC13.3 De bachelor in de geneeskunde toont bereidheid tot levenslang leren.
  •  EC 
  • EC14 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren.
     
  •  DC 
  • DC14.3 De bachelor in de geneeskunde kan zichzelf positioneren ten aanzien van ethische dilemma's en hierbij de eigen standpunten en emoties situeren ten aanzien van de belangen van de patiënt, de doelstellingen van de gezondheidszorg, en de geldende ethische en juridische standaarden.
     
  •  DC 
  • DC14.5 De bachelor in de geneeskunde vertoont passend professioneel gedrag in diverse situaties.
  •  EC 
  • EC15 De bachelor in de geneeskunde is in staat ethische problemen te herkennen, analyseren en een gepaste aanpak voor deze problemen in de praktijk te brengen.
     
  •  DC 
  • DC15.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en respecteert de ethische en juridische standaarden die binnen het domein van de gezondheidszorg en het wetenschappelijk onderzoek gelden.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
3de bachelorjaar in de geneeskunde N



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.