Duurzame processen en materialen (4470)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ir. Leen BRAEKEN 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 3,0
  
Periode: semester 1 (3sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Industriële proceschemie (2512) 3.0 stptn
 

Inhoud

1. Industriële ecologie en de rol van een ingenieur

2. Tertiaire zuivering van afvalwater

3 Dimensioneren van een waterzuiveringsinstallatie

4 Slibverwerking

5. Behandeling van rookgassen met specifiek stikstofproblematiek

6. Duurzame ontwikkeling

7. Beoordelen van duurzaamheid

8. Instrumenten voor het beoordelen van duurzaamheid

9. Duurzaamheid van processen en materialen

10. Case studies gevolgd door begeleide sessies i.v.m. huiswerktaak



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Applicatiecollege  


Evaluatie

Semester 1 (3,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarindien op de huiswerktaak 12/20 wordt behaald dit cijfer behouden, anders dient de taak herwerkt en opnieuw ingediend.
Gesloten-boek
Huiswerktaken
Open vragen
Extra infoDe student mag gebruik maken van het formularium zoals ook beschikbaar op toledo. De studenten werken een case study uit in groepjes van 2 studenten. Deze taak dient ingeleverd op de dag van het schriftelijk examen en telt voor 40% van het geheel mee.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Huiswerktaken worden vrijgesteld vanaf 12/20. Indien een lager cijfer
dient de student de taak te herwerken en opnieuw in te dienen.
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Cursus Ecologie en capita selecta waterbehandeling, Prof. Dr. ir. L. Braeken
Extra info:

 

Verplicht studiemateriaal
 

powerpoints van de lessen gebaseerd op het handboek Materials and sustainable development, Michael Ashby

 

Aanbevolen studiemateriaal
 

Opmerkingen
 

Situering in het currculum:

Het vak behoort tot de leerlijn Industriële (bio)chemische processen. In het kader van een brede ingenieursopleiding is het belangrijk om aandacht te besteden aan de relatie tussen mens, milieu en industrie, met de nadruk op het realiseren van milieuvriendelijke en veilige producten waar een beginnend ingenieur een belangrijke rol in kan spelen. De student moet op de hoogte zijn van de verschillende betrokken instanties in Vlaanderen inzake lucht, water en bodemverontreiniging en is in staat om informatie omtrent emissies en beschikbare technologieën kritisch te beoordelen. Daarnaast is gekozen voor een diepgaande behandeling van de afvalwaterproblematiek. In een tweede luik wordt ingegaan op duurzaam gebruik van materialen.  De nagestreefde competenties zijn naast kennis van vakterminologie en technieken, de toepassing en gebruik ervan bij reële problemen, inzicht in de stand van zaken aangaande nieuwe technologieën en toepassingen, opzoeken en kritische interpreteren van data en op een ecologische manier reflecteren over duurzaamheid van een product /proces.

Relatie met het onderzoek:

In de cursus worden onderzoeksprojecten en resultaten voorgesteld vanuit het onderzoeksdomein en lopend onderzoek van de docent. Dit gebeurt in seminarievorm (presentatie) en aan de hand van geselecteerde literatuur o.a. omtrent onderzoek op tertiare zuivering van afvalwaer met AOP's.

Relatie met  werkveld
De meeste (productie)bedrijven beschikken over een of andere afvalverwerking voor vast, vloeistof of gas en zijn onderworpen aan de milieuwetgeving. Het is dan ook belangrijk dat een ingenieur op de hoogte is van de ecologische principes, behandelingstechnieken en wetgeving en beleidsvorming. Ook duurzaamheid van producten en processen is een van de grootste aandachtspunten.



Eindcompetenties
Educatieve master in de wetenschappen en technologie
  •  EC 
  • 5.2. De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks en/of innovatiecomponent.

  •  EC 
  • 5.3 De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor de specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen.

 

master in de industriële wetenschappen: chemie
  •  EC 
  • EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse chemische industriële processen en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor selectie van materialen, verpakking, duurzaamheid,veiligheid, milieu en kringloopsluiting, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen.

     
  •  DC 
  • DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten)

      
  •  BC 
  • De student kent het concept industriële ecologie en kan de belangrijkste instanties in Vlaanderen situeren inzake beleid en beheer van afvalwater, bodemverontreiniging en luchtvervuiling.

    De student kan specifieke technische termen betreffende waterzuivering en slibbehandeling.

     
  •  DC 
  • DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen)

      
  •  BC 
  • De student heeft inzicht in de basisprincipes en kinetica van aerobe biologische waterzuiveringsprocessen voor de verwijdering van koolstof stikstof en fosfor uit afvalwater en toont dit bij het beoordelen en verbeteren van stellingen.

    De student kan in een nieuw proces principes van industriële ecologie herkennen en suggesties doen voor mogelijke procesverbeteringen steunend op deze principes.

    De student is in staat om voor een nieuw proces op basis van uitleg principes van industriële ecologie te herkennen en voorstellen te doen om het proces verder te verbeteren.

    De student kan methodieken toepassen om de duurzaamheid van een proces of materiaal te beoordelen en te verbeteren.

     
  •  DC 
  • DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven)

      
  •  BC 
  • De student kan de nodige informatie, zowel technische als economische, verzamelen en verwerken om de gevraagde case study uit te werken.

     
  •  DC 
  • DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren)

      
  •  BC 
  • De student kan voorbeelden van falende water- of luchtzuiveringsinstallaties bijvoorbeeld op basis van krantenartikel of een situatieschets analyseren en opsplitsen naar mogelijke deelproblemen en oorzaken.

    De student kan een biologische waterzuivering en een luchtzuiveringsinstallatie dimensioneren.

    De student kan de strategieën gebruikt in oefeningen en opdrachten tijdens de les zelfstandig toepassen op nieuwe voorbeelden of opgaves.

    De student kan op basis van een procesbeschrijving, product omschrijving, artikel of processchema de gevraagde analyse uitvoeren.

     
  •  DC 
  • DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)

      
  •  BC 
  • De student kan de duurzaamheid van een product/proces beoordelen.
     
  •  DC 
  • DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren)

      
  •  BC 
  • De student kan voorstellen doen om de duurzaamheid van een proces of product te verbeteren.
     
  •  DC 
  • DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren)

      
  •  BC 
  • De student controleert kritisch elke tussenstap en het eindresultaat op zijn waarheidsgehalte.

    De student gaat steeds na bij elke tussenstap of bekomen waardes fysisch realistisch zijn en heeft aandacht voor beduidende cijfers.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology J
master in de industriële wetenschappen: chemie J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.