De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Instrumentele organische karakterisatie (4668)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Sonja SCHREURS 
  
Lid van het onderwijsteam :Prof. dr. ir. Mieke BUNTINX 
 De heer Willem VERCRUYSSE 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 4,0
  
Periode: semester 1 (4sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Chemie schakel (2830) 4.0 stptn
    Organische chemie en procestechnologie (5552) 4.0 stptn
 

Inhoud

'Instrumentele organische karakterisatie' is opgebouwd uit volgende onderdelen:

1. Basisconcepten van de organische chemie en indeling van organische moleculen in klassen met aandacht voor naamgeving, structuur, functionele groepen, algemene en fysische eigenschappen

2. Vier belangrijke identificatiemethoden voor organische moleculen behandeld : nl. massaspectrometrie, infrarood spectroscopie, H-NMR en C-NMR spectroscopie, ultraviolet spectroscopie. Van deze technieken worden de basisprincipes uitgelegd, waarna voor elke techniek oefeningen systematisch worden opgelost. Uiteindelijk worden spectra van een onbekende molecule gecombineerd en geanalyseerd om de correcte organische structuur te bepalen.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Applicatiecollege  
Werkvormen  
Oefeningen  


Evaluatie

Periode 1    Studiepunten 4,00

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Open vragen

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
 

Fundamentals of Analytical Chemistry, Douglas A. Skoog; Donald M. West; F. James Holler; Stanley R. Crouch, 10th edition, 2022, Published by Cengage Learning, 9780357450390

 

Verplicht studiemateriaal
 

Studiematerialen (ppt, oef, pdf) mbt de cursus worden via het elektronisch leerplatform aangeboden.

 

Aanbevolen literatuur
 

Introduction to Spectroscopy, Donald L. Pavia; Gary M. Lampman; George S. Kriz; James A. Vyvyan, 5th edition, Cengage, 9781285460123

Organic Chemistry, John E McMurry, 10th edition, 2023, Cengage Learning, 9781951693985

 

Opmerkingen
 

Situering binnen leerdomein/curriculum: Milieu.

Relatie met onderzoek: Instrumentele organische karakterisatie vormt een basis voor Bachelor- en Masterproef van de specialisatie Milieu. Onderzoek gerelateerde onderwerpen komen aan bod. Aangetoond vanuit de eigen expertise van de onderzoeksgroep NuTeC.
 
Relatie met werkveld(chemische en nucleaire): Competenties verworven in Instrumentele organische karakterisatie worden toegepast in het latere beroepsleven voor de karakterisatie van organische componenten in bodem, water, en luchtstalen, (chemische en nucleaire) materialen en afvalstromen.



Eindcompetenties
bachelor in de industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • 1.1 De student kent de chemische basisbegrippen, symbolen, structuurformules en reacties van moleculen.

      
  •  BC 
  • kent de IUPAC nomenclatuur en notaties (bruto , en structuurformule, Lewis en skeletnotatie) van functionele groepen en klassen van organische moleculen.

    kan de basisprincipes van stereochemie in organische moleculen omschrijven.

    kan eenaantal belangrijke fysische en chemische eigenschappen van organische verbindingen toelichten.

     
  •  DC 
  • NT 1.4 De student heeft kennis van gevorderde chemische analysemethoden voor zowel het identificeren als het kwantificeren van chemische stoffen en materiaaleigenschappen.

      
  •  BC 
  • De student kan de principes van de verschillende instrumentele analysemethoden voor de structuuranalyse van organische stoffen ( MS, IR, NMR, UV-VIS) uitleggen en kent de specifieke voor- en nadelen van elke methode.
  •  EC 
  • EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • 2.1 De student heeft inzicht in de chemische basisbegrippen, structuurformules, kenmerken en reacties van moleculen.

      
  •  BC 
  • kan functionele groepen in een gegeven structuurformule herkennen en de IUPAC naamgeving en de juiste notatie toepassen.

    kan de verschillende isomere, conformere en resonantievormen van een organische verbinding noteren en verklaren.

    kanhet zuur base karakter van organische moleculen en bepaalde fysische en chemische eigenschappen van organische klassen voorspellen en onderling vergelijken.

     
  •  DC 
  • NT 2.4 De student heeft inzicht in de gevorderde chemische analysemethoden voor zowel het identificeren als het kwantificeren van chemische stoffen en materiaaleigenschappen.

      
  •  BC 
  • De student kan het gebruik van de verschillende analysemethoden (MS, IR, UV-VIS en NMR) voor het identificeren van organische verbindingen uitleggen en onderlinge verbanden, voor- en nadelen illustreren aan de hand van voorbeelden.

  •  EC 
  • EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken.

      
  •  BC 
  • De student kan voor het oplossen van oefeningen de relevante info verzamelen en op een gestructureerde manier verwerken.
  •  EC 
  • EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren.

      
  •  BC 
  • De student kan in het kader van oefeningen de relevante informatie interpreteren en toepassen.
     
  •  DC 
  • 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur.

      
  •  BC 
  • De student kan oefeningen een specifieke analysemethode ontrafelen tot een gegeven - gevraagde - oplossingsstrategie' structuur.
     
  •  DC 
  • 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen.

      
  •  BC 
  • De student kan een gecombineerde oefening met informatie van verschillende analysemethoden ontrafelen in deelproblemen.
  •  EC 
  • EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen)

     
  •  DC 
  • 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren.

      
  •  BC 
  • De student kan in het kader van een oefening de gepaste oplossingsstrategie selecteren.

    De student kent de voor- en nadelen van elke analysemethode om te komen tot een correcte oplossingsstrategie.
     
  •  DC 
  • 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren.

      
  •  BC 
  • De student kan in het kader van oefeningen de gekozen oplossingsmethode correct hanteren.
     
  •  DC 
  • 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen.

      
  •  BC 
  • De student kan in het kader van oefeningen een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen.
  •  EC 
  • EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren)

     
  •  DC 
  • 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • De student kan in correcte vaktermen en chemische terminologie gestructureerd schriftelijk communiceren.

    De student kan Engelstalige literatuur verwerken.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
3de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie - focus milieu J
schakel IW Nucleaire technologie-Milieu: pba elektronica-ICT 2 - deel 2 J
voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.