De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Klinische vaardigheden en communicatie 2 (4702)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Hanne KINDERMANS 
  
Co-titularis :Dr. Chiel HEX 
  
Met medewerking van :dr. Evelien HOUBEN 
 dr. ir. Quirine SWENNEN 
  
Lid van het onderwijsteam :Dr. Anouk GEENEN 
 Dr. Eline THYS 
 De heer Frederik VANSTRAELEN 
 Mevrouw Hanne VAN ERUM 
 Prof. dr. Jochen BERGS 
 Mevrouw Kaatje VERSTRAETEN 
 Mevrouw Margot HORCKMANS 
 Dr. Margot VANAEKEN 
 Mevrouw Sandra SEELEN 
 Mevrouw Sofie VANSTRAELEN 
 Dr. Sophie BAKKERS 
 Prof. dr. Steve VAN DEN BULCK 
 Dr. Tjorven DETIENNE 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 4,0
  
Periode: kwartiel 1 (0sp) + kwartiel 2 (0sp) + kwartiel 3 (0sp) + kwartiel 4 (4sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
    Klinische vaardigheden en communicatie 1 (4598) 3.0 stptn
 

Begincompetenties

Zie doelstellingen/inhoud van het OPO:

  • Klinische vaardigheden en communicatie 1


Inhoud

Doelstellingen verpleegstage

  1. De student(e) kan volgende verpleegkundige handelingen uitvoeren: infectiepreventie en steriliteit, toedienen van medicatie, wondzorg, venapunctie, blaaskatheterisatie en perfusie.
    Concreet:de stagiair komt terecht in een verpleegkundig team en wordt door verpleegkundigen ingeleid in de basishandelingen van de ziekenzorg o.a. contactname met patiënten, hygiënische en aseptische verzorging, wondverzorging, toediening van geneesmiddelen. De meeste stagiairs zullen een aantal handelingen kunnen verrichten onder leiding en onder supervisie van deskundigen (er worden geen eigen initiatieven of beslissingen verwacht).
    • basisverzorging: hulp bij hygiënische verzorging, helpen bij voeding, bij mobiliteit
    • medicatietoediening: peroraal, rectaal of door middel van inspuitingen
    • eenvoudige wondzorg, verwijderen van hechtingen - bloedafname
  2. De student(e) kan communicatietechnieken toepassen die de effectiviteit van de hulpverlener bevorderen.
  3. De student(e) kan reflecteren op het eigen leerproces in het verwerven van communicatievaardigheden en dit zowel mondeling als schriftelijk verwoorden.
  4. De student(e) heeft inzicht in de verschillende aspecten van het verpleegkundig werk.Concreet: hier zal blijken dat niet alleen verpleegkundige handelingen maar ook houdingen zoals persoonlijke betrokkenheid en engagement belangrijk zijn.
  5. De student(e) heeft waardering voor het werk van verpleegkundigen.
  6. De student(e) heeft zicht op de zorg voor de patiënt door een team van gezondheidswerkers: artsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, sociaal werkers en logopedisten.
  7. De student(e) kan in team werken. Concreet: de stagiair(e) zal zich zoveel mogelijk integreren in de groep waar hij/zij werkt.
  8. De student(e) kan reflecteren op het functioneren van de verschillende zorgverleners als team, inclusief het eigen functioneren.

Doelstellingen eerstelijnsgeneeskunde

  1. De student(e) kan enkele belangrijke en informatiebronnen raadplegen (leidraad huisartsgeneeskunde, fysische diagnostiek, diagnostiek van alledaagse klachten, en enkele online bronnen).
  2. De student(e) kan de klacht omzetten naar een diagnostisch landschap.
  3. De student(e) kan de verschillende stappen in het diagnostisch proces benoemen, leert besliskundig redeneren.

Doelstellingen communicatievaardigheden

  1. De student kent de principes van gezamenlijke besluitvorming en kan deze toepassen in een gesprek.
  2. De student kan moeilijke emoties in arts-patiënt communicatie herkennen en weet hoe hiermee om te gaan.
  3. De student ontwikkelt handvaten voor het omgaan met eigen (arts) emoties en zelfzorg.
  4. De student(e) kan de basisprincipes van motiverende gespreksvoering toepassen om mensen te motiveren tot gedragsverandering.
  5. De student(e) kent de structuur van het consult.
  6. De student(e) kent de verbale en non-verbale gesprekstechnieken die relevant zijn in de verschillende onderdelen van het consult
  7. De student(e) kan de gesprekstechnieken toepassen in een gesprek met een simulatiepatiënt.
  8. De student(e) kan reflecteren op de eigen gesprekstechnieken en deze van medestudenten.


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Stage  
Werkzittingen  
Werkvormen  
Groepswerk  
Paper  
Presentatie  
Rollenspel (simulatie)  
Verslag  


Evaluatie

Periode 4    Studiepunten 4,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode55 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarDe student moet enkel die onderdelen hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is.
Reflectieopdracht
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode45 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarDe student moet enkel die onderdelen hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is.
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenActieve deelname aan alle werkzittingen, de verpleegstage, de huisartsenkijkstage en debriefing, de CPR-training en de interdisciplinaire casussen is verplicht. Zowel de verpleegstage als de huisartsenkijkstage kan enkel aangevat worden wanneer de student in orde is met zijn/haar stagecontract. De student moet slagen op de verpleegstage (P/F) om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. De student moet minstens 8/20 behalen op de onderdelen communicatie en eerstelijnsgeneeskunde om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel.
GevolgCommunicatie: Indien de student afwezig is op een werkzitting communicatie maakt hij/zij een alternatieve opdracht en dient deze in volgens de gemaakte afspraken met de coördinator. Een student kan voor max. 3 werkzittingen een alternatieve opdracht krijgen. Stage: Indien de student niet in orde is met zijn/haar stagecontract, is de stage niet geldig en kan de student bijgvolg niet deelnemen aan de debriefing en een verslag indienen. Indien de student afwezig is op de debriefing, neemt hij/zij contact op met de coördinator voor een altneratieve opdracht. CPR: Indien de student afwezig is op de CPR-training, neemt hij/zij contact op met de coördinator om dit attest alsnog te behalen via alternatieve wegen. IDC's: Indien de student afwezig is op een interdisciplinaire casus, neemt hij/zij contact op met de coördinator voor een alternatieve opdracht. Indien de opdracht als voldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student het behaalde eindcijfer van het opleidingsonderdeel. Indien de opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student F als eindcijfer en neemt hij/zij contact op met de coördinator voor de opdracht in de tweede zitperiode. Een student die op een onderdeel van de evaluatie niet slaagt, krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel in zijn studentendossier F (fail). Dit eindcijfer is niet tolereerbaar. Indien een student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel in de eerste zitperiode, neemt de student zelf contact op met de coördinator van het opleidingsonderdeel om na te gaan welke onderdelen hij/zij moet hernemen.
Extra info

De student neemt tijdens de zomervakantie tussen jaar 1 en jaar 2 twee weken verpleegstage op.

De evaluatie bestaat uit: 

  • Paper huisartsenkijkstage (35%)
  • communicatie (65%), met een gelijke verdeling tussen:
    • simulatiepatiëntgesprek
    • reflectiegesprek simulatiepatiëntgesprek
    • reflectieverslag motiverende gespreksvoering
    • Groepswerk consultvaardigheden (P/F) -
  • verslag + beoordeling verpleegstage (P/F)

Opgelet: De verpleegstage vindt plaats in de zomervakantie voor de start van jaar 2.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Indien de student niet geslaagd is op het onderdeel communicatie wordt er afhankelijk van de deelresultaten, een aangepaste opdracht voorzien. Indien de student niet geslaagd is op het simulatiepatiëntgesprek, moet ook het reflectiegesprek simulatiepatiëntgesprek hernomen worden. De evaluatie van de onderdelen verpleegstage en eerstelijnsgeneeskunde zijn identiek aan de eerste examenkans.
 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
 

Handboek 1:

Klinisch redeneren: Van model naar competentie, J. Van den Ende, Acco

Handboek 2:

Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, J. Silverman, S. Kurtz & J. Draper, Boom Lemma Uitgevers

Handboek 3:

Klinisch redeneren: Van model naar competentie, J. Van den Ende, Acco

 

Opmerkingen
 

Belangrijke voorwaarden voor aanvang van de verpleegstage.

Voordat de verpleegstage gestart mag worden, moet de student het onderdeel verpleegkundige vaardigheden (KVC1) hebben behaald en een minimaal studierendement van 30% hebben. Daarenboven moeten studenten met bindende voorwaarden deze behaald hebben.
Indien niet voldaan werd aan deze voorwaarden, mag de verpleegstage niet worden gestart.



Eindcompetenties
bachelor in de geneeskunde
  •  EC 
  • EC01 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en de mens an sich, in normale en pathologische toestand, in interactie met de omgeving. De bachelor kan in preklinische fase klinisch redeneren aan de hand van de aangeleerde kennis.
     
  •  DC 
  • DC1.1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de invloed van de biopsychosociale aspecten van de gezondheid.
     
  •  DC 
  • DC1.4 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis en inzicht over hoe geslacht, leeftijd, levensfase en biologische processen een invloed hebben op gezondheid, ziekte en passende zorg, en welke invloed psychosociale aspecten hierop kunnen hebben.
     
  •  DC 
  • DC1.6 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met de principes van evidence based medicine en kan de passende richtlijnen opzoeken, kritisch beoordelen en gebruiken.
  •  EC 
  • EC02 De bachelor in de geneeskunde is in staat om, in oefensituaties met een toenemende moeilijkheidsgraad en zelfstandigheid, een anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek uit te voeren, enkele relevante hypothesen te verwoorden, een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie te geven en een te verwachten beloop te schetsen.
     
  •  DC 
  • DC2.1De bachelor in de geneeskunde neemt een patiëntgerichte klinische anamnese af en voert vakkundig en op een veilige manier lichamelijk onderzoek uit voor de meest voorkomende ziektebeelden en met respect voor de fysieke en psychische integriteit van de patiënt.
     
  •  DC 
  • DC2.2 De bachelor in de geneeskunde kan een diagnostisch landschap uittekenen.
     
  •  DC 
  • DC2.3 De bachelor in de geneeskunde kan de basis medisch- en verpleegtechnische handelingen stellen.
  •  EC 
  • EC03 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidspromotor, wetenschapper en professional.
  •  EC 
  • EC04 De bachelor in de geneeskunde kent de basisprincipes van de arts-patiënt gespreksvaardigheden en kan ze toepassen.
     
  •  DC 
  • DC4.1De bachelor in de geneeskunde beheerst geschikte gesprekstechnieken en verkrijgt doelmatig en op een respectvolle manier relevante informatie van de patiënt en andere actoren, zoals de naasten van de patiënt en andere zorgverleners.
     
  •  DC 
  • DC4.2 De bachelor in de geneeskunde kan op een begrijpelijke, empathische, vertrouwelijke, open en respectvolle manier communiceren met de patiënt en zijn familie.
     
  •  DC 
  • DC4.3 De bachelor in de geneeskunde ziet de patiënt als een partner in zorg en stimuleert de autonomie en inspraak van de patiënt.
     
  •  DC 
  • DC4.4 De bachelor in de geneeskunde kan reflecteren over de eigen communicatievaardigheden en zelfsturend leren.
  •  EC 
  • EC05 De bachelor in de geneeskunde kan doeltreffend klinische informatie communiceren met andere spelers.
     
  •  DC 
  • DC5.1 De bachelor in de geneeskunde communiceert klinische informatie schriftelijk en mondeling op een nauwkeurige, volledige, tijdige, overzichtelijke en toegankelijke manier.
     
  •  DC 
  • DC5.2 De bachelor in de geneeskunde kan een patiëntencasus mondeling en schriftelijk correct en duidelijk toelichten aan medestudenten, artsen en andere zorgverstrekkers.
  •  EC 
  • EC06 De bachelor in de geneeskunde kan constructief samenwerken in een team en erkent de meerwaarde van het werken in interdisciplinaire en interprofessionele context.
     
  •  DC 
  • DC6.1 De bachelor in de geneeskunde werkt effectief samen met medestudenten, artsen en andere zorgverleners.
     
  •  DC 
  • DC6.2 De bachelor in de geneeskunde toont een constructieve en respectvolle omgang met conflictsituaties die een samenwerkingscultuur ondersteunt.
     
  •  DC 
  • DC6.3 De bachelor in de geneeskunde kan feedback geven en ontvangen.
     
  •  DC 
  • DC6.4 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met andere profielen en disciplines in de zorg en respecteert de competenties van andere zorgverleners.
     
  •  DC 
  • DC6.5 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in het belang van interdisciplinair samenwerken om de kwaliteit en continuïteit van de patiëntenzorg te garanderen.
     
  •  DC 
  • DC6.6 De bachelor in de geneeskunde kan verschillende rollen in een team opnemen en is vertrouwd met de beginselen van leiderschap.
     
  •  DC 
  • DC6.7 De bachelor in de geneeskunde reflecteert over de eigen rol en het werken in een team.
  •  EC 
  • EC07 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren.
     
  •  DC 
  • DC7.1 De bachelor in de geneeskunde maakt een realistische planning en respecteert deadlines.
     
  •  DC 
  • DC7.2 De bachelor in de geneeskunde toont een gepast niveau van zelfstandig probleemoplossend gedrag.
     
  •  DC 
  • DC7.3 De bachelor in de geneeskunde neemt zijn verantwoordelijkheid op om tijdig in orde te zijn met administratieve vereisten.
  •  EC 
  • EC09 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving.
     
  •  DC 
  • DC9.1 De bachelor in de geneeskunde kent de individuele en collectieve determinanten van gezondheidsgerelateerd en hulpzoekend gedrag.
     
  •  DC 
  • DC9.2 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met specifieke thema's in de gezondheidsbevordering, waaronder volksgezondheid, leefstijlgerelateerde gezondheidsrisico's en gezondheidszorg voor kwetsbare groepen.
     
  •  DC 
  • DC9.3 De bachelor in de geneeskunde kan een voorstel formuleren dat de gezondheid van individuen en de gemeenschap als geheel bevordert.
     
  •  DC 
  • DC9.4 De bachelor in de geneeskunde past principes van gedragsverandering toe in het overdragen van informatie naar individuen en groepen.
  •  EC 
  • EC10 De bachelor in de geneeskunde heeft aandacht voor de sociale, levensbeschouwelijke, economische, culturele en etnische aspecten die van belang zijn in de zorg en draagt zo bij tot een versterking van de inclusiviteit en gelijkheid in de zorg.
  •  EC 
  • EC12 De bachelor in de geneeskunde kan, onder begeleiding, wetenschappelijk onderzoek uitvoeren en hierover helder communiceren.
     
  •  DC 
  • DC12.2 De bachelor in de geneeskunde kan gepaste wetenschappelijke bronnen opzoeken en selecteren om vragen te beantwoorden.
  •  EC 
  • EC13 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie.
     
  •  DC 
  • DC13.1 De bachelor in de geneeskunde ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk ontwikkelingsplan en kan hier kritisch over reflecteren.
     
  •  DC 
  • DC13.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschouwen en bevorderen.
     
  •  DC 
  • DC13.3 De bachelor in de geneeskunde toont bereidheid tot levenslang leren.
  •  EC 
  • EC14 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren.
     
  •  DC 
  • DC14.1 De bachelor in de geneeskunde reflecteert kritisch over persoonlijke en professionele doelen en kan deze in de brede context van de geneeskunde en patiëntgerichte gezondheidszorg situeren.
     
  •  DC 
  • DC14.4 De bachelor in de geneeskunde handelt binnen de grenzen van zijn eigen competentie met het oog op patiëntveiligheid (en kwaliteitsverbetering).
     
  •  DC 
  • DC14.5 De bachelor in de geneeskunde vertoont passend professioneel gedrag in diverse situaties.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de geneeskunde J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.