De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Leefstijl en omgeving (4705)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Hanne KINDERMANS 
  
Co-titularis :Prof. dr. Wim PINXTEN 
  
Met medewerking van :dr. Evelien HOUBEN 
 dr. ir. Quirine SWENNEN 
  
Lid van het onderwijsteam :Prof. dr. Bert OP 'T EIJNDE 
 Mevrouw Hanne VAN ERUM 
 De heer Johan DANEN 
 Mevrouw Kaatje VERSTRAETEN 
 Prof. Dr. Muriel VERMARIEN 
 dr. Paul HEEFFER 
 De heer Peter BOGAERTS 
 Mevrouw Sandra SEELEN 
 Mevrouw Sofie VANSTRAELEN 
 Prof. dr. Steve VAN DEN BULCK 
 Prof. dr. Tim NAWROT 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 3,0
  
Periode: kwartiel 3 (3sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Geestelijke gezondheid (4704) 3.0 stptn
    Wetenschap en ethiek (4599) 3.0 stptn
    Zorg en gezondheid (4595) 3.0 stptn
 

Begincompetenties

Zie doelstellingen/inhoud van de OPO's:

  • Wetenschap en ethiek
  • Zorg en gezondheid
  • Geesteljke gezondheid


Inhoud
  1. De student(e) kan de belangrijkste psychologische en sociale determinaten van gedrag benoemen en herkennen in concrete situaties.
  2. De student(e) kan vanuit een aantal gedragsveranderingsmodellen uitleggen hoe je individueel gedrag kan beïnvloeden.
  3. De student(e) weet hoe preventieve geneeskunde georganiseerd wordt.
  4. De student(e) kan reflecteren over de verklarende mechanismen in de relatie tussen sociaal-economische status en gezondheid.
  5. De student(e) heeft inzicht in de effecten van diversiteit op gezondheid en gezondheidsgedrag.
  6. De student(e) kent schadelijke en beschermende omgevingsinvloeden op de gezondheid.
  7. De student(e) kan de verschillende organisaties per beleidsniveau die betrokken zijn met gezondheidszorg opsommen.
  8. De student(e) kan de kenmerken van het Belgische gezondheidssysteem opsommen en verklaren.
  9. De student(e) kan het principe van de sociale zekerheid inzake volksgezondheid uitleggen.
  10. De student(e) kan de rol van het riziv en de ziekenfondsen inzake de financiering van het gezondheidsbeleid uitleggen.
  11. De student(e) kan kritisch reflecteren over de relatie tussen gezondheid, leefstijl en omgeving met aandacht voor de hieraan gerelateerde ethische aspecten
  12. De student(e) heeft inzicht in de problematiek van rechtvaardige verdeling in de zorg en kan hierover reflecteren;
  13. De student(e) is vertrouwd met verschillende concepten van verantwoordelijkheid en de ethische implicaties die hieraan gerelateerd zijn;
  14. De student is vertrouwd met de ethische implicaties van gedragsverandering en kan hierover kritisch reflecteren.


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Werkzittingen  
Zelfstudieopdracht (ZSO)  


Evaluatie

Periode 3    Studiepunten 3,00

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Open vragen

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
 

Handboek 1:

Psychology for Medicine & Healthcare, S. Ayers & R. de Visser, Sage Publications Ltd.

 

Verplicht studiemateriaal
 

Studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Blackboard



Eindcompetenties
bachelor in de geneeskunde
  •  EC 
  • EC01 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en de mens an sich, in normale en pathologische toestand, in interactie met de omgeving. De bachelor kan in preklinische fase klinisch redeneren aan de hand van de aangeleerde kennis.
     
  •  DC 
  • DC1.1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de invloed van de biopsychosociale aspecten van de gezondheid.
  •  EC 
  • EC03 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidspromotor, wetenschapper en professional.
  •  EC 
  • EC07 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren.
     
  •  DC 
  • DC7.1 De bachelor in de geneeskunde maakt een realistische planning en respecteert deadlines.
     
  •  DC 
  • DC7.2 De bachelor in de geneeskunde toont een gepast niveau van zelfstandig probleemoplossend gedrag.
  •  EC 
  • EC08 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de organisatie van de gezondheidszorg en de factoren die de kwaliteit van zorg beïnvloeden.
     
  •  DC 
  • DC8.1 De bachelor in de geneeskunde heeft basiskennis van de organisatie van de gezondheidszorg.
     
  •  DC 
  • DC8.2 De bachelor in de geneeskunde stelt de patiënt centraal in het denken over de organisatie en de versterking van de zorg.
     
  •  DC 
  • DC8.3 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de wettelijke regelingen die invloed hebben op de klinische praktijk.
     
  •  DC 
  • DC8.4 De bachelor in de geneeskunde kent en herkent de elementen die van belang zijn voor patiëntveiligheid en past deze toe in praktijkgerelateerde situaties.
  •  EC 
  • EC09 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving.
     
  •  DC 
  • DC9.1 De bachelor in de geneeskunde kent de individuele en collectieve determinanten van gezondheidsgerelateerd en hulpzoekend gedrag.
     
  •  DC 
  • DC9.2 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met specifieke thema's in de gezondheidsbevordering, waaronder volksgezondheid, leefstijlgerelateerde gezondheidsrisico's en gezondheidszorg voor kwetsbare groepen.
     
  •  DC 
  • DC9.3 De bachelor in de geneeskunde kan een voorstel formuleren dat de gezondheid van individuen en de gemeenschap als geheel bevordert.
     
  •  DC 
  • DC9.4 De bachelor in de geneeskunde past principes van gedragsverandering toe in het overdragen van informatie naar individuen en groepen.
  •  EC 
  • EC10 De bachelor in de geneeskunde heeft aandacht voor de sociale, levensbeschouwelijke, economische, culturele en etnische aspecten die van belang zijn in de zorg en draagt zo bij tot een versterking van de inclusiviteit en gelijkheid in de zorg.
  •  EC 
  • EC11 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis over duurzaamheidsuitdagingen binnen de gezondheidszorg en begrijpt hun complexiteit.
     
  •  DC 
  • DC11.1 De bachelor in de geneeskunde heeft aandacht voor een verantwoorde omgang met middelen binnen de gezondheidszorg.
     
  •  DC 
  • DC11.2De bachelor in de geneeskunde erkent de noodzaak van en mogelijkheden voor innovatie van de gezondheidszorg.
     
  •  DC 
  • DC11.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis over maatschappelijke (ecologisch, sociaal en economisch), wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen.
     
  •  DC 
  • DC11.4 De bachelor in de geneeskunde reflecteert over duurzaamheid in de gezondheidszorg.
  •  EC 
  • EC13 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie.
     
  •  DC 
  • DC13.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschouwen en bevorderen.
     
  •  DC 
  • DC13.3 De bachelor in de geneeskunde toont bereidheid tot levenslang leren.
  •  EC 
  • EC14 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren.
     
  •  DC 
  • DC14.1 De bachelor in de geneeskunde reflecteert kritisch over persoonlijke en professionele doelen en kan deze in de brede context van de geneeskunde en patiëntgerichte gezondheidszorg situeren.
     
  •  DC 
  • DC14.3 De bachelor in de geneeskunde kan zichzelf positioneren ten aanzien van ethische dilemma's en hierbij de eigen standpunten en emoties situeren ten aanzien van de belangen van de patiënt, de doelstellingen van de gezondheidszorg, en de geldende ethische en juridische standaarden.
  •  EC 
  • EC15 De bachelor in de geneeskunde is in staat ethische problemen te herkennen, analyseren en een gepaste aanpak voor deze problemen in de praktijk te brengen.
     
  •  DC 
  • DC15.1 De bachelor in de geneeskunde herkent medisch-ethische problemen in theorie en praktijk.
     
  •  DC 
  • DC15.2 De bachelor in de geneeskunde kan een gepaste aanpak voor ethische dilemma's formuleren, tegen de achtergrond van bestaande literatuur, richtlijnen en regelgeving.
     
  •  DC 
  • DC15.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en respecteert de ethische en juridische standaarden die binnen het domein van de gezondheidszorg en het wetenschappelijk onderzoek gelden.
     
  •  DC 
  • DC15.4 De bachelor in de geneeskunde gaat respectvol om met socio-culturele diversiteit.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de geneeskunde J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.