De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Vectorcalculus en differentiaalvergelijkingen (4708)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Renato HUZAK 
  
Co-titularis :Prof. dr. Jeroen WYNEN 
  
Lid van het onderwijsteam :De heer Ansfried JANSSENS 
 De heer Jesse AERTS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 5,0
  
Periode: semester 1 (5sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Volgtijdelijkheid
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551) .0 stptn
    Calculus 1 (3376) .0 stptn
    Calculus 2 (3323) .0 stptn
 
   Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
    Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551) .0 stptn
    Calculus 1 (3376) .0 stptn
    Calculus 2 (3323) .0 stptn
 

Begincompetenties

BEGINCOMPETENTIES VECTORCALCULUS

1. De student beheerst vlot de rekentechnieken aangeleerd in Calculus 1 zoals de verschillende integratietechnieken en Calculus 2 zoals integratie in meer dimensies, krommen in Euclidische ruimten en partiële differentiatie.

2. De student kan de begrippen uit Calculus 2 zoals richtingsafgeleide en gradiënt berekenen en interpreteren.

BEGINCOMPETENTIES DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN

1. De student beheerst vlot de rekentechnieken aangeleerd in Calculus 1 zoals het berekenen van de Riemann integraal, afgeleide van functies, limiet en continuïteit.

2. De student kent resultaten/begrippen uit Analyse 1 zoals de contractiestelling, compactheid, etc.

3. De student kan bewijzen opstellen en deze nauwkeurig en formeel opschrijven.



Inhoud

- De student leert de grondbeginselen van Differentiaalvergelijkingen en vectorcalculus en is vertrouwd met het
opbouwen en assimileren van rigoureuze bewijsvoeringen.

- Vectorwaardige functies, cartesische, cylindrische en sferische coördinaten, dubbele en drievoudige (eigenlijke en
oneigenlijke) integraal, vectorveld, conservatief veld, lijnintegraal en oppervlakintegraal, de stelling van Green, etc.

- Gewone differentiaalvergelijkingen, hamiltoniaans + gradient-vectorvelden, de structuur van oplossingen van lineaire differentiaalvergelijkingen, variationele vergelijking, stelsels van lineaire differentiaalvergelijkingen, Gronwall, de stellingen van Picard, oplossingsmethoden voor gewone differentiaalvergelijkingen van de eerste orde, etc.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Responsiecollege  


Evaluatie

Periode 1    Studiepunten 5,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode10 %
Huiswerktaken
Schriftelijk examen90 %
Gesloten-boek

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplicht studiemateriaal
 

Een cursustekst, leidraad en slides worden online (via blackboard) ter beschikking gesteld



Eindcompetenties
bachelor in de wiskunde
  •  EC 
  • EC 1: De bachelor Wiskunde bezit een grondige basiskennis en heeft inzicht in verschillende domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek, aspecten van discrete wiskunde en logica.

     
  •  DC 
  • 1.3: De bachelor wiskunde heeft grondige basiskennis en inzicht in analyse

  •  EC 
  • EC 2: De bachelor Wiskunde bezit een gevorderde kennis en heeft inzicht in grote deelgebieden van de wiskunde (zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, ...).

     
  •  DC 
  • 2.1: De bachelor wiskunde bezit gevorderde kennis en inzicht in zuivere wiskunde

  •  EC 
  • EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken.

     
  •  DC 
  • 3.1: De bachelor wiskunde beheerst de wiskundige notatie

     
  •  DC 
  • 3.2: De bachelor wiskunde kan abstracte redeneringen doorgronden en doorziet de boodschap erin

  •  EC 
  • EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis).
    Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen.

     
  •  DC 
  • 4.1: De bachelor wiskunde kan een wiskundig bewijs of argument begrijpen en beoordelen op juistheid

  •  EC 
  • EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen
    maken en opschrijven.

     
  •  DC 
  • 5.1: De bachelor wiskunde kan rekenkundige methoden (bijvoorbeeld integreren, afleiden van functies, variatie van parameters, hypothese toetsing, … ) toepassen om eenvoudige wiskundige problemen op te lossen

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de wiskunde J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.