Advanced practice in de verpleegkunde en vroedkunde (4757) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 3,0 | | | | Periode: kwartiel 4 (3sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
|
De student beheerst een correcte schrijf- en leesvaardigheid in het Engels.
|
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel (OPO) draagt bij aan de cluster ‘Theoretische en filosofische perspectieven in de gezondheidszorg’ en aan positionering van de master in de verpleegkunde en vroedkunde als advanced practice professional. Het voorziet de fundamenten om als academisch professional deel te nemen in de conceptualisering en operationalisering van gezondheidszorg.
Dit OPO beschrijft de ontwikkeling, definitie en de betekenis van advanced practice in de verpleegkunde (APN) & vroedkunde (APM) waarbij de focus ligt op nieuwe geavanceerde rollen en nurse-led/midwifery led zorgmodellen. Er wordt specifiek stilgestaan bij de rollen van de verpleegkundig specialist, vroedkundige expert en nurse practitioner. Daarnaast wordt er een overzicht gegeven van de klinische ladder (functiedifferentiatie) binnen het verpleegkundig zorgdomein en worden de beoogde rollen en competenties van de VS uitgediept. De inhouden opzet van dit OPO nodigen uit om als (zorg)professional vanuit een beargumenteerde visie op zorg kritisch na te denken over de verschillende theorieën, modellen en frameworks die over APN en APM bestaan.
Dit OPO leert de studenten welke geavanceerde rollen zij als zorgverstrekker kunnen opnemen, hoe deze te relateren aan de diverse uitdagingen en een bijdrage leveren aan innovaties in een dynamische, globaliserende en complexe samenleving.
Keywords: advanced practice nursing (APN), advanced practice midwifery (APM), verpleegkundige expertfuncties, verpleegkundig specialist (VS), nurse practitioner, functiedifferentiatie, nurse-led care.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Kwartiel 4 (3,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel moet je op beide onderdelen de
helft of meer van de punten behalen, en dient de paper op de vervaldatum
te worden ingediend. Indien je op één van beide onderdelen slaagt,
behoud je je deelcijfer in tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Mondeling examen | 60 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel moet je op beide onderdelen de
helft of meer van de punten behalen, en dient de paper op de vervaldatum
te worden ingediend. Indien je op één van beide onderdelen slaagt,
behoud je je deelcijfer in tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel moet je op beide onderdelen de helft of meer van de punten behalen, en dient de paper op de vervaldatum te worden ingediend.
Indien je op één van beide onderdelen slaagt, behoud je je deelcijfer in tweede examenkans. |
|
|
|
| Gevolg | Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel moet je op beide onderdelen de helft of meer van de punten behalen, en dient de paper op de vervaldatum te worden ingediend. Indien je op één van beide onderdelen slaagt, behoud je je deelcijfer in tweede examenkans. |
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Op BlackBoard aangeboden studiemateriaal. |
|
|
Eindcompetenties schakelprogramma master in de verpleegkunde en de vroedkunde
|
- EC
| EC 7. De student kan op onderbouwde en kritische wijze een eigen visie formuleren in zowel schriftelijke als mondelinge communicatie. | | | - DC
| De student kan de eigen visie op advanced practice in de verpleegkunde (Advanced Practice Nursing; APN) en vroedkunde (Advanced Practice Midwifery; APM) verduidelijken en reviseren op basis van bestaande theorieën en kaderwerken. | | | | - BC
| De student kan de concepten APN/APM definiëren en illustreren met een voorbeeld.
De student heeft kennis van de verschi llende modellen gerelateerd aan APN/APM.
De student kent de klinische ladder van het verpleegkundig en vroedkundig zorg domein en kan kritisch reflecteren over de verschillen tussen de functieprofielen omschreven in dit functiemodel naar rollen, co mpetenties en autonomie.
De student kan de verschillen en overeenkomsten tussen een verpleegkundig specialist en nurse practitioner toelichten, en kan de APN rollen differentiëren met andere verpleegkunde/vroedkundige of niet-verpleegkundige/vroed kunde expert functies.
De student kan de rolontwikkeling van APN/APM van novice tot expert omschrijven aan de hand van het model van Benner en toelichten met een voorbeeld.
De student kan de beoogde rollen en competenties van APN/APM omsc hrijven en kan deze toelichten op basis van het CanMEDS framework, het APN concept van Hamric & Hanson en het Belgische comp etentiekader.
De student kan de effectiviteit en meerwaarde van APN duiden door relevante outcomes voor de evaluatie va n APN/APM te definiëren en hierover kritisch te reflecteren.
De student kan belemmerende en bevorderende factoren voor de implementatie van APN/APM en nurse-led zorgmodellen/midwifery led care in de praktijk identificeren en classificeren.
De student kent de basisprincipes van het PEPPA framework voor implementatie en evaluatie van APN/APM, en kan een concreet voo rstel formuleren hoe dit te realiseren in de praktijk.
De student is op de hoogte van het juridisch kader met betrekkin g tot de implementatie van APN/APM in België.
De student kan reflecteren over de eigen visie inzake APN/APM.
D e student kan de eigen visie op APN/APM onderbouwen met theoretische inzichten. | - EC
| EC 9. De student kan met respect en empathie andere meningen en visies benaderen en bevragen. | | | - DC
| DC9.1 De student kan de mening en visie op APN/APM van zowel patiënten, zorgverstrekkers als andere belanghebbenden (vb. overheid) met omzichtigheid benaderen en bestuderen. | | | | - BC
| De student kan de historiek en ontwikkeling van APN/APM omschrijven en dit zowel vanuit nationaal en internationaal perspectief.
De student kent het belang en de meerwaarde van de rol van APN/APM voor verschillende stakeholders (patiënt, gezondhei dsprofessionals, gezondheidsinstellingen en maatschappij).
De student kan verschillende meningen en visies op APN/APM a nalyseren en integreren in een samenvattend verslag op basis van debatten met experten. | - EC
| EC 10. De student kan de eigen competenties evalueren en vanuit deze analyse leernoden formuleren. | | | - DC
| De student heeft inzicht in zijn/haar eigen leernoden. | | | | - BC
| De student kan de eigen visie op APN/APM uitschrijven en samenvatten.
De student begrijpt hoe APN en APM via klinisch e n professioneel leiderschap de gezondheidszorg mee kunnen sturen en kan dit illustreren aan de hand van een analyse van de eigen competenties en leernoden als toekomstig APN of APM. | | | - DC
| De student heeft, door het voeren van het debat (organisatievorm), een kritische kijk op zijn eigen competenties als APN/APM, en specifiek op de competentie 'leiderschap'. | | | | - BC
| De student begrijpt hoe APN en APM via klinisch en professioneel leiderschap de gezondheidszorg mee kunnen sturen en kan dit ill ustreren aan de hand van een analyse van de eigen competenties en leernoden als toekomstig APN of APM. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
schakelprogramma master verpleegkunde en vroedkunde
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|