De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Fiscale Ethiek (4759)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Elly VAN DE VELDE 
  
Co-titularis :Prof. dr. Jo BADISCO 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 3,0
  
Periode: kwartiel 4 (3sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

De studenten moeten voldoende notie hebben van het Belgische fiscaal recht (beginselen, personenbelasting, vennootschapsbelasting, BTW, procedure). Enkel dan kan er verder worden nagedacht over fiscale ethiek hieromtrent.



Inhoud

Algemene doelstellingen

De centrale thematiek bij het opo ‘Fiscale Ethiek’ is het moreel verantwoord gedrag van belastingplichtigen, hun adviseurs, de fiscale administratie en de fiscale wetgevers.

- Bewustwording van ethische vraagstukken die kunnen rijzen bij het ontwerpen en toepassen van belastingwetgeving. De student is in staat ethische probleempunten te herkennen en te benoemen.

- Inzicht in de algemene ethische theorieën (plichtethiek, gevolgenethiek, deugdethiek, zorgethiek), telkens vertrekkende vanuit en toegepast op fiscaliteit.

- Tot morele oordeelsvorming kunnen en durven komen over morele vragen op fiscaal vlak. De student kan kritisch reflecteren over morele vraagstukken op fiscaal vlak en erover in gesprek gaan met anderen. Hij/zij kan op een beargumenteerde wijze zijn/haar eigen mening vormen en zijn/haar morele intuïties verhelderen. Hij/zij kan mondeling en schriftelijk toelichten vanuit welke waarden, principes, beweegredenen en persoonlijke kwaliteiten hij/zij bepaalde morele keuzes maakt en op een bepaalde wijze wil handelen. Hij/zij is in staat om aan de hand van stappenplannen (bv. het aan de Universiteit van Utrecht ontwikkelde model van het moreel beraad) tot morele oordeelsvorming te komen.

- Ethisch verantwoorde oplossingsstrategie voorstellen, deze verantwoorden en deze daadwerkelijk in het eigen gedrag toepassen.

Concrete doelstellingen

1. In het opleidingsonderdeel komentheoretische kennis en inzichten, toepassingsvaardigheden, zelfkennis en persoonlijke ontwikkelingaan bod.

2.Kernthema’szijn: wat betekent ethisch verantwoord handelen op fiscaal vlak? Hoe kunnen we daartoe komen? Waarom is dit van belang?

3. Het verwerven van theoretischekennis en inzichtenover:

-basisbegrippen(moraal, ethiek, waarden, normen);

- de voornaamsteethische stromingen(plichtethiek, de gevolgethiek, de zorgethiek, deugdethiek) die een (denk)kader bieden om ethische dilemma’s te benaderen;

- dewaardenvan waaruit vraagstukken omtrent ethische fiscaliteit kunnen worden benaderd: dienstbaarheid, integriteit, rechtvaardigheid, …;

- verband tussenpersoonlijke en professionele ethiek;

- redenenwaaromethisch verantwoord handelen in fiscale aangelegenheden belangrijk is.

4. Het ontwikkelen vanvaardighedenzoals:

- kritisch reflecteren;

- verhelderen van morele intuïties;

- het houden van een moreel beraad (met medestudenten) over een concrete casus;

- het voeren van een gesprek over ethische kwesties (bv. met de cliënt of opdrachtgever).

5. Het leren inzetten vanmenselijke kwaliteitenzoals praktische wijsheid, dienstbaarheid, fairness, integriteit, respect, moed, zorgvuldigheid, en nog andere.

Specifieke topics

De volgende topics (voorbeelden) kunnen aan bod komen via casussen, workshops, lezingen, …:

- fiscale rechtvaardigheid op maatschappelijk vlak

- de smalle grens tussen verantwoorde en onverantwoorde tax planning

- de publieke verantwoordelijkheid van fiscalisten, accountants, … (meldingsplicht bv.)

- ethische fiscaliteit en zgn. ‘regulitis’ (transparantieregels bv.)

- fiscaliteit en klimaatverandering in een sociaal-ethische context

- menselijk fiscaal gedrag en digitalisering

- burgerschap, burgerparticipatie en fiscaliteit

- ethisch verantwoord toezicht op en handhaving van de belastingwetgeving

-…..



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Onderwijsgroep  
Werkvormen  
Casestudy  
Discussies /debat  
Groepswerk  
Portfolio  
Presentatie  
Rollenspel (simulatie)  


Evaluatie

Periode 4    Studiepunten 3,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode70 %
Reflectieopdracht
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode30 %
Presentatie
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenStudenten dienen deel te nemen aan zowel de schriftelijke als de mondelinge evaluatie tijdens de onderwijsperiode. Wie niet aanwezig was (aangetoonde overmacht), dient een vervangtaak te maken.
GevolgIs de voorwaarde niet vervuld, kan de student geen globaal punt krijgen voor het opleidingsonderdeel.
Extra infoDe docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Ja
Toelichting evaluatievorm Het cijfer is volledig gebaseerd op een schriftelijk open boek examen dat wordt afgenomen tijdens de examenperiode. Alle op papier gestelde documentatie mag worden gebruikt (geen digitale informatie).
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Belastingen als moreel fenomeen, Gribnau, J.L.M., 2013, Boom fiscale uitgevers

ISBN: 9789089747488

 

Verplicht studiemateriaal
 

Alles wat aan de studenten wordt bezorgd (ook via Blackboard) is verplicht studiemateriaal.



Eindcompetenties
master in de rechten
  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichtingvan de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming.

  •  EC 
  • De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
keuze master voor corporate (UH) J
keuze master voor private (UH) J
master rechten OR J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.