Academisch professional - 2 (4833) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 9,0 | | | Periode: kwartiel 1 (9sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Academisch professional - 1 (4832)
|
6.0 stptn |
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel is gericht naar houders van een professioneel bachelordiploma in de verpleegkunde of vroedkunde, die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden voor de MSc in verpleegkunde en vroedkunde (cfr. Studiegids).
Vereiste voorkennis is schrijf- en leesvaardigheid in het Engels (vereist) en algemene kennis van de gezondheidszorg (aanbevolen).
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel verdiept de drie thematische clusters die ook in het OPO 'Academisch professional 1' aan bod komen: (1) organisatie van de gezondheidszorg, (2) klinisch leiderschap in een veranderende wereld en (3) evidence-based decision-making.
Bij organisatie van de gezondheidszorg ligt de klemtoon op de organisatie van verpleegkunde en vroedkunde in al zijn facetten. In klinisch leiderschap komen teams en teamontwikkeling, verbindende communicatie, feedback geven, sturen op basis van cijfers en verandermanagement aan bod. Als leider moet je je groep verbinden, door je medewerkers met respect in te schatten op vlak van talenten, competenties en groeipotentieel. Binnen de derde en laatste thematische cluster, evidence-based decision-making, voorzien we je in de nodige competenties om informatie te vinden om beslissingsprocessen te voeden. We wisselen in dit opleidingsonderdeel theorie af met voorbeelden uit de (eigen) praktijk.
Keywords: Evidence-based decision-making; systems thinking; systems engineering; systems innovation; Evidence-Based Practice [MeSH]; Decision Making, Organizational [MeSH]; Decision Making [MeSH].
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet geslaagd zijn (≥10/20) op elk onderdeel om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een of meerdere onderdelen niet slaagt (<10/20) krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 9/20 of het rekenkundig gemiddelde als de score lager is. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Deelcijfers zijn enkel overdraagbaar indien de helft of meer van de
punten behaald zijn tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Handboek 1: Leiderschap in de gezondheidszorg. Van theorie naar praktijk, Claes N., 2016, ACCO
ISBN: 9789462925618
Handboek 2:
Evidence-based decision-making: how to leverage available data & avoid cognitive biases., Banasiewicz AD, 2019, New York: Routledge
ISBN: 9781138485297 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Op BlackBoard aangeboden studiemateriaal.
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Handboek 1:
De Raeve P (2021). Building & Sustaining a Resilient EU Nursing Workforce & Healthcare. LAP LAMBERT Academic Publishing
ISBN 978-6-204-20948-7
Handboek 2:
De Raeve P (2017). EU Lobby Strategies Fitting a New Political Context. LAP LAMBERT Academic Publishing
ISBN: 978-3-330-04870-6
Handboek 3:
De Raeve P (2017). The European Union: What’s in it for me? LAP LAMBERT Academic Publishing
ISBN: 978-3-330-03381 |
|
|
Eindcompetenties master in de verpleegkunde en de vroedkunde studiegids
|
- EC
| EC 7. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan communiceren op maat van alle actoren en belanghebbenden in de gezondheids- en welzijnszorg, en is daarbij in staat complexe zorginhoudelijke en wetenschappelijke informatie op een begrijpbare wijze te verstrekken gebruikmakend van diverse media. | | - DC
| De student kent de basisprincipes van efficiënt feedback geven. | | | - BC
| De master kent het begrip maturiteit en weet op basis hiervan gepast feedback te geven aan al zijn stakeholders (leidinggevende, peers en medewerkers).
De student kan gepast en opbouwend feedback geven.
De student kan verbindendcommunice ren - zowel interpersoonlijk als organisatorisch - inclusief elementen en kanalen, modellen en barrières. | | - DC
| De student ontwikkelt relevante interpersoonlijke vaardigheden. | | | - BC
| De student demonstreert interpersoonlijke vaardigheden zoals verbindende communicatie en feedback geven.
De student hee ft kennis van conflictmodellen.
De master kent de technieken om verbindend te communiceren en kan deze toepassen bijzi jn uitdagingen. | - EC
| EC 8. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan kritisch reflecteren over de organisatie van gezondheidszorgsystemen, met inbe grip van de financiering en het wetgevend kader, en dit transponeren naar een operationeel niveau. | | - DC
| De student heeft inzicht in (inter)nationale organisatiemodellen voor verpleegkundige en vroedkundige zorg. | | | - BC
| De student kan organisatiemodellen voor verpleegkundige en vroedkundige zorg duiden en vergelijken.
De student kan cour ante organisatiemodellen voor verpleegkundige en vroedkundige zorg duiden in de verschillende settings vangezondheidszorg. De student kan modellen voor systeem- en procesoptimalisatie (bv. Lean) in gezondheidszorg bespreken en toelichten met voor beelden. | | - DC
| De student kan een internationale taal voor het registreren, classificeren en rapporteren van verpleegkundige en vroedkundige activiteiten gebruiken en vertalen naar specifieke zorgsettingen. | | | - BC
| De student kan de (inter)nationale classificatiesystemen (bv. Nanda, NIC, NOC) voor verpleegkundige praktijkvoering duiden. | | - DC
| De student kan kwaliteits- en veiligheidsindicatoren voor verpleegkundigen en vroedvrouwen definiëren, conceptualiseren en operationaliseren en van daaruit het verpleegkundig en vroedkundig zorgproces aanpassen met focus op het realiseren van value-based healthcare. | | | - BC
| De student kan verpleeg- en vroedkundige werkbelasting op een systematische manier in kaart brengen, door gebruik te maken van w etenschappelijk gevalideerde instrumenten.
De student kent de beleidsinstrumenten (bv. MVG, MKG) voor organisatie enfi nanciering die (in)direct aan verpleegkunde en vroedkundige zorg gelinkt zijn. | - EC
| EC 12. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan leidinggevende vaardigheden toepassen bij het opleiden, coachen en begeleiden van ni euwe en ervaren leden van het transdisciplinaire zorgteam. | | - DC
| De student kent de stadia van verandermanagement en heeft notie van de politieke skills die hieraan te pas komen. | | | - BC
| De student kent de basisprincipes van verandermanagement.
De student kan het 8-stappen model van verandering van Kotter omschrijven.
De student kent de verschillende psychologische stappen die mensen doorlopen bijverandering.
De student kan zijn/haar leiderschapsstijl steeds aanpassen in functie van de fase waarin mensen zich bevinden in een verandertraj ect. | | - DC
| De student kent de technieken om te sturen op basis van cijfers. | | | - BC
| De student weet dat er ook gestuurd moet worden op cijfers en kent een systeem om dit uit te voeren.
De student kent de techniek van een Balanced Score Card. | | - DC
| De student kent de verschillende stadia van teamontwikkeling en kan een vergadering leiden in zijn/haar team. | | | - BC
| De student kent de kenmerken van een team.
De student kent de verschillende ontwikkelstadia van een team.
De s tudent kent de verschillende leiderschapsstijlen voor medewerkers maar ook voor teams in functie van motivatie encompetenties v an een team maar ook in functie van het ontwikkelstadium van een team.
De student kent de verschillende stadia van een vergadering (voorbereiding – vergadering – verslaggeving en opvolging).
De student kan efficiëntvergaderen en een verg adering leiden. | - EC
| EC 14. De master in de verpleegkunde en vroedkunde draagt op een systematische en onderbouwde wijze bij aan de ontwikkeling, onderzoek, implementatie en valorisatie van (zorg)innovaties in de verpleeg- of vroedkunde. | | - DC
| De master kan leiderschapsvaardigheden aanwenden voor het faciliteren van innovatie in de praktijk. | | - DC
| De student begrijpt het belang van het delen van kennis en ervaringen met betrekking tot (zorg)innovaties. Ze kunnen innovaties effectief communiceren naar diverse doelgroepen, waaronder collega's, beleidsmakers en patiënten, en dragen bij aan het verspreiden van best practices en het bevorderen van positieve veranderingen in de verpleeg- en vroedkundige zorgpraktijk. | - EC
| EC 16. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zorggerelateerde vraagstukken analyseren vanuit een breder maatschappelijk perspectief. | | - DC
| De student kan vanuit een probleemstelling in de gezondheidszorg een oplossing genereren, vanuit een verpleegkundig of vroedkundig perspectief. | | | - BC
| De student kan, rekening houdend met het wetgevend kader, een casus inzake organisatie oplossen.
De master kan een organisatievraagstuk analyseren. | - EC
| EC 18. De master in de verpleegkunde en vroedkunde is zich bewust van zijn/haar rol in de gezondheidszorg en in een bredere maatschappelijke context. | | - DC
| / | | | - BC
| De student kan, vertrekkende vanuit een gedegen probleemanalyse, een onderbouwde oplossing communiceren naar relevante beleidsma kers.
De student kan de maatschappelijke positie van de verpleegkundige en vroedkundige beroepsgroep op onderbouwdewij ze duiden aan relevante stakeholders.
De student kan arbeidsomstandigheden creëren die een gezond evenwicht tussen werk en privéleven bevorderen.
De student kan de brug slaan tussen wetenschappelijke evidentie en beleidsvorming enoptrede n als contactpunt voor beleidsmakers en politici. | - EC
| EC 19. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan wetenschappelijke literatuur zoeken, lezen, beoordelen en samenvatten. De master kan deze bevindingen integreren in de ontwikkeling van een evidence-based aanpak voor de verbetering van kwaliteit en veiligheid van zorg. | | - DC
| De student kan evidentie ter onderbouwing van beslissingen (i.e., wetenschappelijke literatuur en andere bronnen) verzamelen en kritisch beoordelen. | | | - BC
| De student kan op een systematische manier zoeken naar de best beschikbare onderzoeksgegevens in kader van een specifieke proble emstelling.
De student kan methoden voor het kritisch beoordelen van evidentie benoemen enverduidelijken.
De student kan op een systematische manier alle informatie die als evidentie wordt gebruikt, beoordelen op reproduceerbaarheid, waa rneembaarheid, geloofwaardigheid en verifieerbaarheid.
De student kan, gebruikmakend vanhet GRADE (Grading of Recommen dations, Assessment, Development and Evaluations) en SIGN framework, een kwaliteitsbeoordeling toepassen. | | - DC
| De student kan evidentie ter onderbouwing van beslissingen samenvatten. | | | - BC
| De student kan een rapid review uitvoeren. | | - DC
| De student kan op methodologische wijze een beslissing nemen, rekening houdend met de context van het besluit en de besluitvorming (gezondheidseconomische en ethische overwegingen, belanghebbenden). | | | - BC
| De student kan de verschillende vormen van bias bij het nemen van beslissingen duiden.
De student kan types van bias he rkennen bij zichzelf, bij anderen en in groepsdynamieken en deze bespreekbaar maken.
De student kan methoden entechnie ken voor het vermijden van bias bij besluitvorming duiden.
De student kan op een methodologische wijze een beslissing n emen en een beslissingsproces begeleiden. | - EC
| EC 20. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan een complex probleem in de praktijkvoering vertalen naar een relevante onderz oeksvraag. | | - DC
| De student kan relevante contextinformatie (waaronder stakeholder kennis en expertise) verzamelen, beoordelen en gebruiken in kader van een besluitvormingsproces. | | | - BC
| De student kan op een systematische manier zoeken naar andere bronnen van evidentie in kader van een specifieke probleemstelling .
De student kan methodieken en methoden voor het systematisch verzamelen van informatie aanbevelen engebruiken. < br/>De student kan contextuele factoren die van belang zijn voor de beslissing (economische en ethische overwegingen, cultuur, s takeholders) identificeren en verzamelen. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
master in de verpleegkunde en de vroedkunde
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|