Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 15,0 | | | Periode: kwartiel 1 (0sp) + kwartiel 2 (0sp) + kwartiel 3 (0sp) + kwartiel 4 (15sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Vereiste voorkennis is schrijf- en leesvaardigheid in het Engels (vereist) en algemene kennis van de gezondheidszorg (aanbevolen). We adviseren om het opleidingsonderdeel masterproef pas op te nemen in je studietraject, als je in een voorgaande onderwijsperiode de opleidingsonderdelen ‘Academisch professional 1’ (6 SP) en ‘Academisch professional 2’ (9 SP) hebt opgenomen of tegelijkertijd opneemt.
Daarnaast geldt het advies om alle andere opleidingsonderdelen van de MSc in verpleeg- en vroedkunde minstens gelijktijdig op te nemen met het opleidingsonderdeel masterproef.
|
|
|
De masterproef geeft vorm aan de competentiecluster ‘De verpleegkundige en vroedvrouw als onderzoeker’. Het draagt bij aan de vorming als wetenschappelijk denkende professional met als doelstelling wetenschappelijk denken en handelen in de praktijk te brengen. In een co-creatief proces met het werkveld streven we ernaar dat de student vanuit een verpleegkundige of vroedkundige insteek een bijdrage levert aan het realiseren van waardegedreven zorg.
Onder begeleiding van een promotor Zelfstandig Academisch Personeelslid (ZAP) of postdoc en een (interne of externe) inhoudsdeskundige (pre-doc onderzoeker of stakeholder uit de praktijk) geeft de student op zelfstandige basis vorm aan een onderzoeksproject, een verbeterproject of een innovatieproject:
- De student die voor een onderzoeksproject kiest, wordt ingeschakeld in bestaand onderzoek aan UHasselt in samenwerking met (een) gezondheidszorgorganisatie(s). Onder begeleiding van een promotor zal hij/zij deel uitmaken van een onderzoeksteam en een onderzoeksproject uitwerken.
- De student die voor een verbeterproject kiest, wordt actief ingeschakeld binnen een gezondheidszorgorganisatie (netwerk, ziekenhuis, woonzorgcentrum, huisartsenpraktijk, …). Onder begeleiding van een promotor en praktijkbegeleider uit het werkveld zal de student op een methodologisch correcte wijze een bestaand zorgproces analyseren en verbeteren of een nieuw zorgproces implementeren.
- In een innovatieproject vertrekt de student vanuit bestaande (theoretische) inzichten die hij/zij vertaalt naar de praktijk onder de vorm van een product of dienst door gebruik te maken van design science research. De student krijgt de kans om onder begeleiding van een promotor en een praktijkbegeleider samen te werken met kennisinstellingen en/of bedrijven actief binnen de gezondheidszorg. Deze vorm van masterproef is enkel mogelijk voor studenten uit de afstudeerrichting zorginnovatie.
De masterproef is het sluitstuk van de opleiding en het onderzoekend denken en handelen komt hier transversaal aan bod. Aan de start van het academiejaar zullen de studenten een onderwerp selecteren en toegewezen krijgen. De masterstudenten zullen ondersteund worden aan de hand van THINK sessies om competenties te verwerven die ze nodig zullen hebben om de masterproef kwaliteitsvol uit te kunnen voeren. Inzet, en samenwerking van studenten en promotor/praktijkbegeleider zijn essentieel.
|
|
|
|
|
|
|
Collectief feedback moment ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Masterproef ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 15,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Andere: | Procesevaluatie door de promotor. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet geslaagd zijn (≥10/20) op elk onderdeel om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die voor een of meerdere onderdelen van de evaluatie niet slaagt (<10/20), krijgt als eindresultaat 'fail'. |
|
|
|
Extra info | Om te kunnen slagen voor de MSc in de verpleegkunde en vroedkunde moeten de studenten slagen voor het opleidingsonderdeel masterproef. De studenten werken op individuele basis aan hun masterproeven. Dit wil zeggen dat elke student een afzonderlijke masterproef aflevert (schriftelijke en mondelinge rapportage).
De student moet telkens tegen de voorziene deadlines op eigen initiatief de nodige stappen ondernemen.
Onderzoeksprojecten worden gerapporteerd conform de internationaal geldende richtlijnen voor het rapporteren van onderzoek (https://www.equator-network.org). p>
Verbeter- en innovatieprojecten worden uitgewerkt volgens de Revised Standards for Quality Improvement Reporting Excellence (SQUIRE 2.0) of de Standards for Reporting Implementation Studies (STaRI) richtlijnen. Voorts worden de resultaten van het gevoerde onderzoek toegelicht middels een posterpresentatie.
De studenten zijn verplicht om tussentijdse versies van hun masterproef op te laden op Blackboard. Op deze versies zal de promotor en/of praktijkbegeleider de student voorzien van formatieve feedback. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien de student een onvoldoende behaalt voor een of meerdere
evaluatievormen, zullen de evaluatievormen tijdens de tweede examenkans
bestaan uit schriftelijke evaluatie (paper 70%) en mondelinge evaluatie
(presentatie 30%) tijdens de examenperiode. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Handboek 1:
Flanagan JM., Beck CT. Polit & Beck's Nursing Research: Generating and Assessing Evidence for Nursing Practice. 12th ed. Philadelphia: Wolters Kluwer Health; 2024.
ISBN: 978-1975223809
Handboek 2:
Holloway I, Galvin K. Qualitative research in nursing and healthcare. Fifth ed. Hoboken: Wiley-Blackwell; 2023.
ISBN: 978-1-119-63055-5 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Op Blackboard aangeboden studiemateriaal. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
- NVivo: NVivo is een softwarepakket voor kwalitatieve data analyse van voornamelijk tekstuele informatie (text mining). NVivo analyseert, classificeert en ordent de informatie op basis van codes en categorieën. Men kan NVivo gebruiken voor zowat alle vormen van geschreven tekst, maar ook voor de analyse van multimediabestanden.
- https://lumivero.com/products/nvivo/
|
|
|
Eindcompetenties master in de verpleegkunde en de vroedkunde studiegids
|
- EC
| EC 5. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan principes van person-centered care integreren in de conceptualisatie en uitvoering van complexe zorg. | - EC
| EC 6. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zorgvragers en hun omgeving op gepaste wijze begeleiden en educatie ter bevordering van zelfzorg en –management voorzien in het kader van complexe zorgvragen. | - EC
| EC 7. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan communiceren op maat van alle actoren en belanghebbenden in de gezondheids- en welzijnszorg, en is daarbij in staat complexe zorginhoudelijke en wetenschappelijke informatie op een begrijpbare wijze te verstrekken gebruikmakend van diverse media. | | - DC
| De student kan de gebruikte onderzoeksmethode, de verzamelde bevindingen en de daaruit getrokken conclusies op een gestructureerde wijze schriftelijk en mondeling rapporteren, zowel naar domeinexperten als naar andere belanghebbenden. | - EC
| EC 8. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan kritisch reflecteren over de organisatie van gezondheidszorgsystemen, met inbe grip van de financiering en het wetgevend kader, en dit transponeren naar een operationeel niveau. | | - DC
| De student kan zelfstandig op basis van onderzoeksbevindingen een onderbouwde conclusie formuleren. | | - DC
| De student maakt ethisch verantwoorde keuzes met respect voor het wetgevend kader rond onderzoek in de gezondheidszorg. | - EC
| EC 9. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan vanuit de reflectie op de organisatie van de gezondheidszorg en (inter)nationale ontwikkelingen in het domein van de verpleegkunde en de vroedkunde een onderbouwde visie op zorg formuleren. | | - DC
| De student kan zelfstandig een literatuuronderzoek uitvoeren. | - EC
| EC 10. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan met behulp van kwantitatieve en kwalitatieve methoden de kwaliteit en veiligheid van gezondheidszorg evalueren en monitoren en voorstellen ter verbetering formuleren. | | - DC
| De student kan zelfstandig de verzamelde data met gepaste kwantitatieve en/of kwalitatieve analysemethoden analyseren. | | - DC
| De student kan zelfstandig een onderbouwde onderzoeksmethodiek selecteren en toepassen. | - EC
| EC 14. De master in de verpleegkunde en vroedkunde draagt op een systematische en onderbouwde wijze bij aan de ontwikkeling, onderzoek, implementatie en valorisatie van (zorg)innovaties in de verpleeg- of vroedkunde. | | - DC
| De student kan zelfstandig de eigen data contrasteren met de bestaande literatuur. | - EC
| EC 15. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zelfstandig en zelfsturend kennis opbouwen en een houding bij zichzelf en collega’s bevorderen tot levenslang leren en het zich voortdurend eigen maken van nieuwe inzichten in het domein van de verpleegkunde of vroedkunde. | | - DC
| De student neemt eindverantwoordelijkheid voor gemaakte keuzes en kan deze op onderbouwde wijze verantwoorden. | - EC
| EC 16. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zorggerelateerde vraagstukken analyseren vanuit een breder maatschappelijk perspectief. | | - DC
| De student kan zelfstandig een praktijkprobleem vertalen naar een relevante onderzoeksvraag. | - EC
| EC 17. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zichzelf professioneel ontwikkelen door middel van een lerend netwerk, met kr itische reflectie op het eigen handelen. | | - DC
| De student maakt ethisch verantwoorde keuzes met respect voor het wetgevend kader rond onderzoek in de gezondheidszorg. | | - DC
| De student neemt eindverantwoordelijkheid voor gemaakte keuzes en kan deze op onderbouwde wijze verantwoorden. | - EC
| EC 18. De master in de verpleegkunde en vroedkunde is zich bewust van zijn/haar rol in de gezondheidszorg en in een bredere maatschappelijke context. | | - DC
| De student neemt eindverantwoordelijkheid voor gemaakte keuzes en kan deze op onderbouwde wijze verantwoorden. | - EC
| EC 19. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan wetenschappelijke literatuur zoeken, lezen, beoordelen en samenvatten. De master kan deze bevindingen integreren in de ontwikkeling van een evidence-based aanpak voor de verbetering van kwaliteit en veiligheid van zorg. | | - DC
| De student kan zelfstandig een literatuuronderzoek uitvoeren. | - EC
| EC 20. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan een complex probleem in de praktijkvoering vertalen naar een relevante onderz oeksvraag. | | - DC
| De student kan zelfstandig een praktijkprobleem vertalen naar een relevante onderzoeksvraag. | - EC
| EC 21. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan een praktijkgericht onderzoeksplan, onder de vorm van een kwaliteitsverbeteringsproject en/of implementatieproject, opstellen en uitvoeren overeenkomstig de geldende methodologische, wettelijke en ethische criteria. | | - DC
| De student kan zelfstandig de verzamelde data met gepaste kwantitatieve en/of analyse methoden analyseren. | | - DC
| De student kan zelfstandig een onderbouwde onderzoeksmethodiek selecteren en toepassen. | | - DC
| De student kan zelfstandig een onderzoeksplan formuleren om de onderzoeksvraag te beantwoorden. | | - DC
| De student kan zelfstandig op basis van onderzoeksbevindingen een onderbouwde conclusie formuleren. | | - DC
| De student kan zelfstandig valide en betrouwbare onderzoeksresultaten verzamelen. | | - DC
| De student maakt ethisch verantwoorde keuzes met respect voor het wetgevend kader rond onderzoek in de gezondheidszorg. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
master in de verpleegkunde en de vroedkunde
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|