Klinisch onderzoek en redeneren: verpleegkunde (4835) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 10,0 | | | | | Periode: kwartiel 3 (10sp) | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
|
Het opleidingsonderdeel ‘Klinisch onderzoek en redeneren' maakt deel uit van de ‘Master of Science in Verpleegkunde en Vroedkunde’. Dit opleidingsonderdeel draagt bij aan de competentiecluster ‘de verpleegkundige als advanced practice zorgverstrekker’ en wordt georganiseerd tijdens het 3e kwartiel van het masterprogramma.
Dit opleidingsonderdeel voorziet de fundamenten om complexe zorgvragen te analyseren bij een breed spectrum aan zorgvragers. De opbouw bestaat uit drie thematische clusters: 1) klinisch onderzoek, 2) klinisch redeneren en 3) toegepaste farmacologie.
Je leert op een systematische wijze een anamnese af te nemen en klinisch onderzoek te verrichten. Dit stelt je in staat de gezondheidstoestand te evalueren, en dit zowel op fysiek, sociaal als psychologisch vlak.
Keywords: clinical reasoning; farmacology; physical examination, advanced nursing practice.
Wat je zal leren:
- Fundamenten van gezondheidsevaluatie
-
Klinisch onderzoek en anamnese
-
Klinisch onderzoek per functiestelsel
-
Aandachtspunten bij specifieke populaties
-
Evaluatie van complexe zorgvragen d.m.v. klinisch redeneren
-
Verdieping in de principes van farmacologie en hoe deze te integreren in klinisch redeneren.
|
|
|
|
Het opleidingsonderdeel ‘Klinisch onderzoek en redeneren' maakt deel uit van de ‘Master of Science in Verpleegkunde en Vroedkunde’ aangeboden door Universiteit Hasselt. Dit opleidingsonderdeel draagt bij aan de competentiecluster ‘de verpleegkundige als advanced practice zorgverstrekker’ en wordt georganiseerd tijdens het 3e kwartiel van het masterprogramma. Dit opleidingsonderdeel voorziet de fundamenten om complexe zorgvragen te analyseren bij een breed spectrum aan zorgvragers. De opbouw bestaat uit drie thematische clusters: klinisch onderzoek, klinisch redeneren en toegepaste farmacologie. Je leert op een systematische wijze een anamnese af te nemen en klinisch onderzoek te verrichten. Dit stelt je in staat de gezondheidstoestand te evalueren, en dit zowel op fysiek, sociaal als psychologisch vlak. Keywords: clinical reasoning; pharmacology; physical examination; advanced nursing practice
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Rollenspel (simulatie) ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 10,00
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijk examen | 30 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Praktijkexamen | 70 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of
meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Een student moet geslaagd zijn (≥10/20) op elk onderdeel om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Gevolg | Een student die op een of meerdere onderdelen niet slaagt (<10/20), krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Deelcijfers zijn enkel overdraagbaar indien de helft of meer van de
punten behaald zijn tijdens de eerste examenkans van dit
opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
|
| Verplichte handboeken (boekhandel) |
| |
Handboek 1:
Farmacologie, Roger McFadden, 3e editie, 2021, Pearson Benelux
ISBN: 9789043037136
Handboek 2:
Bates' Guide To Physical Examination and History Taking, Fourteenth, International Edition edition by Rainier P. Soriano
ISBN: 9781975218393
Handboek 3:
ECG Interpretation: From Pathophysiology to Clinical Application, Kusumoto F, 2020 Springer
ISBN: 9783030403409 |
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Op BlackBoard aangeboden studiemateriaal. |
|
|
Eindcompetenties master in de verpleegkunde en de vroedkunde studiegids
|
- EC
| EC 1. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zelfstandig een complexe zorgvraag analyseren, door middel van anamnese en klinisch onderzoek, om vervolgens een probleemanalyse te maken, klinisch te redeneren en verpleeg- of vroedkundige diagnoses te stellen op basis van de verzamelde informatie. | | | - DC
| De student kan een karakterisatie van de patiënt opstellen en is daarbij in staat de gezondheidstoestand van de patiënt te analyseren en de bevindingen te rapporteren. | | | | - BC
| De student kan persoonsgericht communiceren met de zorgvrager over de bevindingen van het klinisch onderzoek.
De student kan op een professionele manier mondeling communiceren met collega's in een interdisciplinair team.
De student kanop een professionele manier schriftelijk rapporteren in het patiëntendossier. | | | - DC
| De student kan een uitgebreide en systematische patiënten evaluatie uitvoeren als basis voor het stellen van verpleegkundige diagnoses. | | | | - BC
| De student kan op correcte wijze een anamnese afnemen.
De student kan op correcte wijze een klinisch onderzoek uitvoeren.
De student kan diagnostische hulpmiddelen correct toepassen bij het evalueren van de gezondheidstoestand. | | | - DC
| De student kan op basis van epidemiologische, pathofysiologische, omgevingsinformatie en klinische bevindingen de gezondheidstoestand van patiënten of populaties evalueren. | | | | - BC
| De student kan een verpleegkundige diagnose stellen op basis van anamnese en eigen klinisch onderzoek.
De student kan elementen uit het patiëntendossier integreren in de verpleegkundige besluitvorming.
De student kan inovereenstemming met het klinisch onderzoek en door het toepassen van gedeelde besluitvorming met de patiënt aanbevelingen formuleren en een zorgplan opstellen. | - EC
| EC 3. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan relevante en wetenschappelijk onderbouwde kennis over pathofysiologie en farmacologie integreren in de klinische praktijk. | | | - DC
| De student kan farmacotherapeutisch mee redeneren in een interdisciplinair team met o.a. de arts en de apotheker. | | | | - BC
| De student heeft inzicht in het gebruik van geneesmiddelen, de manier van toediening en kan de reden daarvoor benoemen.
De student kent de groepen farmaca die bij frequent voorkomende ziekten worden gebruikt en kan de rationale daarvoorduiden.
De student begrijpt het belang van interacties, bijwerkingen en van de individuele keuze van een specifiek geneesmiddel voor de patiënt. | | | - DC
| De student kent de basismechanismen in de farmacologie en heeft een basiskennis van de farmacologische effecten, bijwerkingen en therapeutische indicaties van de belangrijkste klassen van geneesmiddelen | | | | - BC
| De student kan de basismechanismen in de farmacologie uitleggen.
De student kan de ADME principes in farmacokinetiek toelichten.
De student kan de therapeutische indicaties en contra-indicaties van de belangrijkste klassen vangeneesmiddelen benoemen aan de hand van een casus. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
master in de verpleegkunde en de vroedkunde - verpleegkunde
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|