De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





De mens en zorginnovatie (4836)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Jochen BERGS 
  
Co-titularis :dr. Pieter HEEREN 
  
Met medewerking van :Prof. dr. Desiree VANDENBERGHE 
 Prof. dr. Sven DE WEERDT 
 Prof. dr. Tim WUYTS 
 dr. Valerie STORMS 
 Prof. dr. Wim PINXTEN 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Dorien ULENAERS 
 dr. Helene DE CANNIERE 
 De heer Kevin BERBEN 
 De heer Kurt SURMONT 
 Mevrouw Uschi COLEMONTS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 10,0
  
Periode: kwartiel 2 (10sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

Dit opleidingsonderdeel richt zich op verpleegkundigen en vroedvrouwen met interesse in (zorg)innovatie. Vereiste voorkennis is schrijf- en leesvaardigheid in het Engels (vereist) en algemene kennis van de gezondheidszorg (aanbevolen).



Inhoud

Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van de afstudeerrichting zorginnovatie, als onderdeel van de Master of Science in Verpleegkunde en Vroedkunde. Het opleidingsonderdeel ‘De mens en zorginnovatie’ situeert zich in de competentiecluster ‘de verpleegkundige en vroedvrouw als zorginnovator’ en wordt georganiseerd tijdens het tweede kwartiel van het masterprogramma.

In dit opleidingsonderdeel bestudeer je de rol van (zorg)innovatie in de gezondheidszorg. Zo leer je over de verschillende types innovatie en hoe deze een plaats krijgen in het bredere systeem. We staan stil bij de juridische, economische en ethische aspecten van de ontwikkeling en toepassing van zorginnovatie. Verder bestudeer je hoe de mens (zowel patiënt, omgeving als zorgverstrekker) en innovatie elkaar beïnvloeden, wat mensen motiveert om innovatief te zijn of om innovatie te gebruiken.

Keywords: healthcare innovation, health economics, ethics, medical device regulation, health promotion, patient perspectives, diffusion of innovation [Mesh]. 

Dit opleidingsonderdeel gaat in op:

  • (Zorg)innovatie

  • Juridisch kader

  • Financiering van zorgtechnologie

  • Ethiek en innovatie

  • Hoe mensen omgaan met innovatie

  • Cultiveren van een cultuur voor innovatie

  • Innovatie en gezondheidspromotie

  • Perspectief van de patiënt op innovatie.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Responsiecollege  
Werkzittingen  
Zelfstudieopdracht (ZSO)  


Evaluatie

Periode 2    Studiepunten 10,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode40 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarDe student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans
Paper
Mondeling examen60 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarDe student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenOm voor dit opleidingsonderdeel te slagen moet je elk onderdeel minstens 50% halen met een totaalcijfer van ≥10/20.
GevolgEen student die op een onderdeel een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is.
Extra infoDe paper vormt het eerste aanknopingspunt voor het mondeling examen. Naast enkele gerichte vragen over de inhoud van je paper krijg je twee generieke vragen.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een tweede kans te worden afgelegd. De paper kan herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd.
 

Verplicht studiemateriaal
 

 Op Blackboard aangeboden studiemateriaal.




Eindcompetenties
master in de verpleegkunde en de vroedkunde studiegids
  •  EC 
  • EC 4. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan relevante en wetenschappelijk onderbouwde vaardigheden integreren in de klinische praktijk, met inachtneming van de grenzen van de wettelijke regelgeving en de ethische/ deontologische code.
     
  •  DC 
  • De student heeft kennis van ethische screenings- en evaluatiekaders voor het beoordelen van (gezondheids)innovaties
  •  EC 
  • EC 5. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan principes van person-centered care integreren in de conceptualisatie en uitvoering van complexe zorg.
     
  •  DC 
  • De student heeft inzicht in de rol en betekenis van (zorg)innovatie voor patiënten.
     
  •  DC 
  • De student kan (zorg)innovatie benaderen vanuit het perspectief van de patiënt.
  •  EC 
  • EC 8. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan kritisch reflecteren over de organisatie van gezondheidszorgsystemen, met inbe grip van de financiering en het wetgevend kader, en dit transponeren naar een operationeel niveau.
     
  •  DC 
  • De student kan de impact van de huidige wetgeving en het huidige financieringssysteem op innovatie toelichten.
     
  •  DC 
  • De student kan een analyse maken van de kosteneffectiviteit van een innovatie.
  •  EC 
  • EC 14. De master in de verpleegkunde en vroedkunde draagt op een systematische en onderbouwde wijze bij aan de ontwikkeling, onderzoek, implementatie en valorisatie van (zorg)innovaties in de verpleeg- of vroedkunde.
     
  •  DC 
  • De student begrijpt de dynamiek en complexiteit van innovatie in de zorg, de factoren die van invloed zijn op innovatie in de zorg, en strategieën voor innovatiemanagement en kwaliteitsmanagement.
     
  •  DC 
  • De student kan met de verworven kennis en inzicht, de praktijk van innovatie- en kwaliteitsmanagement analyseren.
  •  EC 
  • EC 16. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zorggerelateerde vraagstukken analyseren vanuit een breder maatschappelijk perspectief.
     
  •  DC 
  • De student kan de (gezondheids)economische perspectieven op (zorg)innovatie in kaart brengen.
     
  •  DC 
  • De student kan ethisch reflecteren over de rol van innovatie in de gezondheidszorg.
     
  •  DC 
  • De student kan verpleegkundige en vroedkundige innovatievragen systematisch benaderen.
  •  EC 
  • EC 18. De master in de verpleegkunde en vroedkunde is zich bewust van zijn/haar rol in de gezondheidszorg en in een bredere maatschappelijke context.
     
  •  DC 
  • De student kan de rol die verpleegkundigen en vroedvrouwen hebben in het innoveren van gezondheidszorg duiden.
  •  EC 
  • EC 20. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan een complex probleem in de praktijkvoering vertalen naar een relevante onderz oeksvraag.
     
  •  DC 
  • De student heeft een wetenschappelijke, analytische en kritische houding.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
master in de verpleegkunde en de vroedkunde - zorginnovatie N



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.