Electronic Engineering Skills (4952)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ing. Kris MYNY 
  
Co-titularis :Prof. dr. ir. Koen YSKOUT 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: semester 2 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

De student bezit basis programmeervaardigheden en basisvaardigheden van elektronische systemen.



Inhoud

In dit opleidingsonderdeel leer je de nodige skills om een hardwareproject met embedded software op de wereld te brengen volgens de regels van de kunst en met het aandacht voor de courante industriële praktijk met topics ornd programmeer- en ontwerpvaardigheden en de nodige elektronicavaardigheden.



Inhoud SDLC (Software Development Life Cycle)

  • versiebeheer
  • issue tracking
  • beheer van afhankelijkheden op externe bibliotheken
  • test-driven development (debugging & testing)
  • end-2-end build environments m.i.v. deployment (CI/CD)
  • Agile development (SCRUM)


Inhoud elektronische vaardigheden

  • Systeemontwerp en de analyse van een complexe schakeling
  • Het lezen, begrijpen en verwerken van datasheets van elektronische componenten
  • Het onwerp van een complexe schakeling
  • PCB-ontwerp
  • Hardware debuggen van een elektronisch systeem
  • Het schrijven en toepassen van embedded code voor de geslecteerde microchip


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Applicatiecollege  
Werkvormen  
Demonstraties  
Huiswerktaken  
Oefeningen  
Onderwijsleergesprek  
Workshop  


Evaluatie

Semester 2 (6,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode50 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Casus
Huiswerktaken
Schriftelijk examen50 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarvanaf 10/20
Gesloten-boek
Open-boek
Meerkeuzevragen
Open vragen
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingIndien nodig, zal op het schriftelijk examen de nodige documentatie van de benodigde klassen (bv. Java Collections) meegegeven worden of op voorhand aangegeven worden welke documentatie meegebracht mag worden naar het examen. Het deel over software engineering skills is gesloten boek tijdens het eerste deel van het examen. Daarna ondervragen we als open-boek het hardware engineering skills gedeelte.
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenDe student moet zowel op het deel van de evaluatie tijdens de onderwijsperiode als op het deel van de evaluatie tijdens de examenperiode minstens 8,0/20 halen.
GevolgIndien de student op minstens een of beide delen minder dan 8,0/20 behaalde, is de score het gewogen gemiddelde met een maximum van 9/20.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Er is geen tweede examenkans voor de schriftelijke evaluatie tijdens de
onderwijsperiode.De punten van de eerste examenkans worden overgenomen.
Er is wel een herkansing voor het schriftelijk examen. Overdracht van
cijfer van de schriftelijke evaluatie tijdens de onderwijsperiode naar
volgend academiejaar vanaf 12/20.
 

Verplicht studiemateriaal
 

Alle leermateriaal wordt via het elektronisch leerplatform of via links op het elektronisch leerplatform verspreid.

Eigen laptop waarop verschillende softwarepakketten (nog te bepalen) geïnstalleerd worden.



Eindcompetenties
bachelor in de industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • EA-INF 1.1 De student kent ontwerpprincipes en architecturen om software op een gestructureerde manier te ontwerpen en ontwikkelen.

      
  •  BC 
  • kent de stappen in het ontwikkelproces van software en de problemen die daarbij kunnen opduiken.

    kan uitleggen wat de verschillende aangebrachte softwareontwikkelingstools en -technieken inhouden en waarvoor deze gebruikt worden
     
  •  DC 
  • EA 1.4 De student kent de werking en functie van de (geavanceerde) functionele bouwblokken voor analoge schakelingen.

      
  •  BC 
  • kent de werking van een analoge versterker en integrator

    kan gebaseerd op datasheets de juiste componenten selecteren
     
  •  DC 
  • EA 1.5 De student kent de werking en functie van de (geavanceerde) functionele bouwblokken voor digitale schakelingen.

      
  •  BC 
  • kan een digitale schakeling ontwerpen

    kan een juiste microprocessor selecteren en programmeren
     
  •  DC 
  • INF 1.7 De student kent manieren om niet-technische facetten te betrekken bij de ontwikkeling en uitrol van software.

      
  •  BC 
  • kan de rol schetsen van verschillende belanghebbenden in de stappen van een hedendaags software-ontwikkelingsproces
     
  •  DC 
  • EA 1.10 De student kent de theorie van PCB ontwerp.
      
  •  BC 
  • kan een PCB ontwerpen volgens de regels van de kunst
  •  EC 
  • EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • EA-INF 2.1 De student begrijpt waarom het nodig is om gepaste ontwerpprincipes en architecturen te gebruiken bij het ontwerp en de ontwikkeling van software.

      
  •  BC 
  • heeft inzicht in de rol van de verschillende aangebrachte technieken in het ontwikkelproces van software.

    kan uitleggen hoe de aangebrachte methodieken en technieken de ontwikkeling van software verbeteren.
     
  •  DC 
  • EA 2.4 De student heeft inzicht in de functionaliteit van (geavanceerde) analoge componenten, signalen en systemen

      
  •  BC 
  • kan een systeem begrijpen op schema-niveau

    kan het nut en de werking uitleggen van een individuele analoge blok in het hele schema
     
  •  DC 
  • EA 2.5 De student heeft inzicht in de functionaliteit van (geavanceerde) digitale componenten, signalen en systemen.

      
  •  BC 
  • kan een systeem begrijpen op schema-niveau

    kan het nut en de werking uitleggen van een individuele digitale blok in het hele schema
  •  EC 
  • EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen)

     
  •  DC 
  • 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen.

      
  •  BC 
  • kan gepaste tools selecteren en configureren ter ondersteuning van de verschillende fases van een software-ontwikkelingsproject< br/>
    kan het ontwerp van een complexe schakeling plannen, met de verschillende fases van de cyclus: design, selectie compone nten, schema, layout, debuggen, testen, opleveren
  •  EC 
  • EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken.

      
  •  BC 
  • kan datasheets en meer technische info over chips en componenten opzoeken
     
  •  DC 
  • 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen.

      
  •  BC 
  • kan de aangeleerde software-tools in de verschillende fases van het ontwikkelproces van software correct gebruiken.

    kan correct simuleren volgens de aangeleerde tools en metingen uitvoeren volgens de principes
  •  EC 
  • EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren.

      
  •  BC 
  • kan de juiste conclusies trekken uit de data aangeleverd wordt door de verschillende software-tools in het ontwikkelproces van s oftware.

    kan de juiste conclusies trekken uit de uitgevoerde simulaties

    kan de juiste conclusies trekken uit d e statisch-relevante metingen
     
  •  DC 
  • EA-INF 5.1 De student kan voor een specifieke probleemstelling of toepassing analyseren op welke manieren de software ontworpen en gebouwd kan worden en alternatieven afwegen op basis van relevante criteria.

      
  •  BC 
  • kan via de aangeleverde tools nagaan wat er gebeurt tijdens de uitvoering van de software.
  •  EC 
  • EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen)

     
  •  DC 
  • EA-INF 6.3  De student kan een gecombineerd (analoog en digitaal) systeem ontwerpen.

      
  •  BC 
  • kan, gebaseerd op een applicatie of vraag, een gecombineerd systeem ontwerpen en opsplitsen in sub-systemen
     
  •  DC 
  • EA 6.5 De student kan een geavanceerd analoog systeem ontwerpen.

      
  •  BC 
  • kan, gebaseerd op een applicatie of vraag, een geavanceerd analoog systeem ontwerpen en opsplitsen in sub-blokken
     
  •  DC 
  • EA 6.6 De student kan een geavanceerd digitaal systeem ontwerpen.

      
  •  BC 
  • kan, gebaseerd op een applicatie of vraag, een geavanceerd digitaal systeem ontwerpen en opsplitsen in sub-blokken
     
  •  DC 
  • EA 6.8 De student kan een PCB ontwerpen.
      
  •  BC 
  • kan door middel van de juiste tools een PCB ontwerpen volgens de regels van de kunst
  •  EC 
  • EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren)

     
  •  DC 
  • EA-INF 7.2 De student kan passende software- en hardwarecomponenten combineren tot een werkende oplossing. 

      
  •  BC 
  • kan in een embedded systeem keuzes maken welke deel opgelost kan worden met hardware of software

    kan hardware en software debuggen tot een werkende oplossing
     
  •  DC 
  • 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. 

      
  •  BC 
  • kan alle stappen in het ontwikkelproces van software grondig doorlopen.

    kan de gegeven opgaves correct en kwaliteitsvol uitwerken tot op het niveau van een werkende toepassing.
     
  •  DC 
  • EA 7.4 De student kan een geavanceerd analoog systeem bouwen en implementeren. 

      
  •  BC 
  • kan al de stappen van het ontwerpproces van een analoge schakeling grondig doorlopen
     
  •  DC 
  • EA 7.5 De student kan een geavanceerd digitaal systeem bouwen en implementeren. 

      
  •  BC 
  • kan al de stappen van het ontwerpproces van een digitale schakeling grondig doorlopen
     
  •  DC 
  • EA 7.7 De student kan een PCB bestukken en valideren.
      
  •  BC 
  • kan al de stappen van het ontwerpproces van een PCB grondig doorlopen

    kan PCB componenten correct bestukken

    kan een PCB debuggen
  •  EC 
  • EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren)

     
  •  DC 
  • 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project.

      
  •  BC 
  • kan minderwaardige aanpakken op gebied van ontwerp en implementatie herkennen, verklaren waarom dit minderwaardige software en hardware oplevert en dit dan verbereren.
  •  EC 
  • EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren)

     
  •  DC 
  • 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • kan elke fase van het ontwerpproces correct rapporteren
     
  •  DC 
  • 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • kan elke fase van het ontwerpproces correct rapporteren

    kan een relevante presentatie geven omtrent de vooruitgang van het werk
  •  EC 
  • EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken)

     
  •  DC 
  • 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product).

      
  •  BC 
  • kan in een team werken tijdens de ontwerp -en testfase van een elektronische schakeling
  •  EC 
  • EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude)

     
  •  DC 
  • 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...).

      
  •  BC 
  • zet de nodige tools in om efficiënt de verschillende stappen in het ontwikkelproces van software te doorlopen.

    zet de nodige tools in om efficiënt de verschillende stappen in het ontwikkelproces van hardware te doorlopen
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.