De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Algoritmen en Datastructuren (4988)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Bart KUIJPERS 
  
Co-titularis :Prof. dr. Jan VAN DEN BUSSCHE 
 Prof. dr. Jori LIESENBORGS 
 Prof. dr. Stijn VANSUMMEREN 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Klara PAKHOMENKO 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: semester 1 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Discrete Wiskunde (4865) 6.0 stptn
    Imperatief Programmeren (5631) 10.0 stptn
    Inleiding Algoritmen en Programmeren (3326) .0 stptn
    Problem Solving (3368) .0 stptn
    Problem Solving (5632) 10.0 stptn
    Problem Solving (9052) 10.0 stptn
    Programmeren en algoritmisch denken (5480) 6.0 stptn
    Redeneren en abstraheren (2190) .0 stptn
 

Begincompetenties

- De studenten kunnen programmeren in minstens 1 programmeertaal.
- De studenten beschikken over technieken om problemen op te lossen.
- De studenten hebben een wiskundige basiskennis.
- De studenten kunnen eenvoudige wiskundige bewijzen maken.



Inhoud

· De studenten verwerven een denkwijze om informaticaproblemen te benaderen die ze kunnen toepassen bij het zelf oplossen van problemen.
· De studenten kunnen de correctheid van een algoritme aantonen.
· De studenten kennen het begrip complexiteit van een algoritme, en kunnen de complexiteit van algoritmen berekenen.
. De studenten hebben inzicht in de complexiteitsklassen P en NP en hebben noties van het begrip NP-compleetheid.
· De studenten kunnen een probleem analyseren en algoritmen om dit probleem op te lossen vergelijken op basis van relevante criteria, waaronder complexiteit.
· De studenten bezitten een grondige kennis van sorteren en sorteeralgoritmen.
· De studenten beschikken over een overzicht van de belangrijkste datastructuren (lijsten, verzamelingen, bomen, grafen), bijhorende navigatietechnieken (voorwaarts, achterwaarts, preorde, inorde, postorde, diepte-eerst zoeken, breedte-eerst zoeken), methodes om deze structuren te implementeren (tabelimplementaties, pointerimplementaties, hashing) en typische toepassingsdomeinen (data dictionaries, Huffmancodes, backtracking, zoekstructuren, priority queues, kortstepadproblemen, overdekkingsproblemen). Hierbij wordt wel rekening gehouden met wat reeds aan bod kwam in de vakken “Problem solving” en “Discrete wiskunde”.
· De studenten kunnen concrete vraagstukken, vergelijkbaar met deze opgegeven in de Vlaamse Programmeerwedstrijd, vertalen in termen van algoritmen en datastructuren. Ze kunnen vervolgens de oplossingen implementeren gebruik makend van standaard collection en algorithms libraries/packages in een courante programmeertaal.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Responsiecollege  
Zelfstudieopdracht (ZSO)  


Evaluatie

Periode 1    Studiepunten 6,00

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Gesloten-boek

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Cursustekst
Extra info:

 

Aanbevolen literatuur
  Data Structures and Algorithms,Alfred V. Aho; Jeffrey D. Ullman; John E. Hopcroft,1,Pearson,9780201000238

Introduction to Algorithms,Thomas H. Cormen; Charles E. Leiserson; Ronald L. Rivest; Clifford Stein,3,MIT Press,9780262033848,Beschikbaar als e-book:https://ebookcentral.proquest.com/lib/ubhasselt/detail.action?doc ID=3339142

Algoritmen en datastructuren,Veerle Fack,ACCO Uitgeverij,9789033498244


Eindcompetenties
bachelor in de wiskunde
  •  EC 
  • EC 11: De bachelor Wiskunde heeft elementaire kennis verworven in nog een ander wetenschappelijk vakgebied.

 

bachelor in de informatica
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor beschikt over een breed referentiekader waardoor hij/zij de eigen kennis en vaardigheden van het vakgebied voortdurend kan actualiseren. 

     
  •  DC 
  • De student heeft grondige kennis over belangrijke deelgebieden van de informatica: programmeertalen en -paradigma''s, computerarchitectuur, human computer interaction, data management, algoritmen en datastructuren, software engineering, computernetwerken, logica, theoretische informatica, besturingssystemen en computer graphics.

     
  •  DC 
  • De student kan denken en handelen vanuit de fundamenten van de informatica.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica is zich bewust van informatica als wetenschappelijke discipline, toont een kritische ingesteldheid en kan een standpunt innemen en verdedigen op basis van verworven kennis en inzicht.

     
  •  DC 
  • De student kan informatica als wetenschappelijke discipline situeren.

     
  •  DC 
  • De student kan uitleggen dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden om een informaticaprobleem exact op te lossen, waardoor soms beroep moet worden gedaan op benaderingen.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica kan een probleem uit de praktijk als informaticaprobleem modelleren en analyseren, de eigen creativiteit aanwenden om deelproblemen op te lossen en de gevonden oplossingen te combineren tot een oplossing voor het oorspronkelijke probleem.

     
  •  DC 
  • De student kan een informaticaprobleem analyseren door het op te splitsen in meer beheersbare deelproblemen.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica kan gefundeerd redeneren, abstraheren en formaliseren, gebruik makend van kennis van en inzicht in de wiskundige basis van de informatica.

     
  •  DC 
  • De student kan een correcte logische redenering opbouwen.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica kan het oplossen van problemen algoritmisch benaderen en is vertrouwd met diverse programmeerparadigma's, -technieken en -methoden.

     
  •  DC 
  • De student kan algoritmen implementeren in een programma.

     
  •  DC 
  • De student kan de (tijds)complexiteit van algoritmen en problemen beschrijven en berekenen.

     
  •  DC 
  • De student kan diverse algoritmen interpreteren en vergelijken op basis van relevante criteria en met deze criteria rekening houden bij het implementeren van algoritmen.

     
  •  DC 
  • De student kan redeneren over de correctheid van een algoritme.

     
  •  DC 
  • De student kan uitleggen wat een algoritme is en een algoritmische aanpak definiëren voor het oplossen van een probleem.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de informatica J
bachelor in de wiskunde - verbreding informatica J
schakelprogramma informatica N



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.