Basisprincipes neurologisch systeem (5003) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 7,0 | | | Periode: kwartiel 3 (7sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 500325 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Kinesiologie deel 1 (5001)
|
6.0 stptn |
|
|
Kinesiologie deel 2 (5515)
|
12.0 stptn |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 500325 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Kinesiologie deel 1 (5001)
|
6.0 stptn |
|
|
Kinesiologie deel 2 (5515)
|
12.0 stptn |
|
|
|
De student kent het verloop van de belangrijkste perifere zenuwen en bloedvaten. De student heeft voldoende kennis van de Engelse taal.
|
|
|
Binnen dit opleidingsonderdeel leer je de functionele anatomie als fysiologie met betrekking tot het neurologisch systeem kennen om zo een goed beeld te krijgen in het algemeen gezond functioneren. Niet alleen verdiep je je in de structuur en manier van communiceren van het zenuwstelsel, maar ook in de interactie tussen sensoriek en motoriek.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
|
Kwartiel 3 (7,00sp)
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 67 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel een deelcijfer gelijk aan of boven 10/20 zal behouden worden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktijkexamen | 33 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel een deelcijfer gelijk aan of boven 10/20 zal behouden worden. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De evaluatie bestaat uit 2 onderdelen: - schriftelijk examen - praktijkexamen Voor alle onderdelen van de evaluatie dient minstens een 8/20 behaald te worden om te kunnen slagen of een tolereerbaar cijfer te behalen voor het opleidingsonderdeel. De evaluatie bestaat uit 2 onderdelen (schriftelijk en praktijk). Voor alle niet-afgeronde deelcijfers van deze onderdelen van de evaluatie dient minstens een 8/20 behaald te worden om te kunnen slagen of een tolereerbaar cijfer te behalen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op één niet-afgerond deelcijfer een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier “F fail”. Dit eindresultaat is niet-tolereerbaar. Een student die minstens één niet-afgerond deelcijfer behaalt vanaf 8/20 maar lager dan 10/20, krijgt als eindresultaat een 9/20 (als zijn gewogen rekenkundig gemiddelde gelijk of hoger is dan 9/20) of een 8/20 (als zijn gewogen rekenkundig gemiddelde een 8/20 is). |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Handboek 1:
Neuroscience fundamentals for rehabilitation, Lundy-Ekman L., 6, Elsevier
ISBN: 9780323792677
Handboek 2:
Muscle and Sensory Testing, Berryman-Reese, 4, Elsevier
ISBN: 9780323596282 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokwijzer: Basisprincipes neurologisch systeem |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie
|
- EC
| EC 01 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan - voor courante problemen en op basisniveau - in functie van preventief of curatief handelen evidenced based en op ethisch verantwoorde wijze een kinesitherapeutische diagnose stellen, uitgaande van de hulpvraag van de gesimuleerde patiënt/cliënt, de doelgerichte anamnese en het klinisch kinesitherapeutisch onderzoek en deze professioneel communiceren naar de patiënt/cliënt. | | - DC
| DC 05 De student kan zelfstandig het menselijk lichaam inspecteren en kinesitherapeutische handelingen uitvoeren. | | | - BC
| | | - DC
| DC 06 De student kent de verschillende types bind-, steun- en spierweefsels, inclusief de spierfysiologie. | | | - BC
| | | - DC
| DC 13 De student heeft kennis en inzicht in de belangrijke rol van psychologische aspecten. | | | - BC
| | | - DC
| DC 14 De student kan de motorische ontwikkeling en het huidig functioneren van het kind en de oudere persoon in kaart brengen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 02 De student kan de kinesiologie en biomechanica (kinematica en kinetica) van de betrokken inhouden beschrijven en verklaren. | | | - BC
| | | - DC
| DC 08 De student kent de basisprincipes van de biomechanica (kinematica en kinetica). | | | - BC
| | | - DC
| DC 24 De student kent de medische behandeling van courante aandoeningen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 23 De student kent de diagnostiek van courante aandoeningen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 19 De student kent de pathologie, symptomen, functioneringsproblemen en het natuurlijk en afwijkend beloop van courante aandoeningen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 03 De student kan de osteo- en arthrokinematica van de betrokken inhouden beschrijven en verklaren. | | | - BC
| | | - DC
| DC 10 De student heeft kennis en inzicht in de structuur en de functie van cellen, celmembranen en de belangrijkste celorganellen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 04 De student kan de medische beeldvorming van de betrokken inhouden beschrijven en interpreteren. | | | - BC
| | | - DC
| DC 11 De student heeft kennis van en inzicht in de eiwitsynthese en celdeling. | | | - BC
| | | - DC
| DC 15 De student heeft kennis en inzicht van de manier waarop het zenuwstelsel elektrochemisch communiceert. | | | - BC
|
- De student kan het proces van elektrochemische communicatie beschrijven en hierop toepassingen maken.
| | - DC
| DC 26 De student heeft inzicht in de aangeboden psychopathologische beelden, zowel op vlak van diagnostiek als binnen de maatschappelijke context. | | | - BC
| | | - DC
| DC 25 De student verwerft inzicht in de diverse verschijningsvormen en de mogelijke oorzakelijke factoren van courante aandoeningen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 07 De student kan redeneren omtrent houding en beweging in functie van de ligging van deelzwaartepunten en algemeen lichaamszwaartepunt. | | | - BC
| | | - DC
| DC 12 De student heeft kennis van en inzicht in de verschillende lichaamsfuncties: de circulatie, de ademhaling, de spijsvertering, de excretie en de afweer. | | | - BC
| | | - DC
| DC 17 De student heeft kennis van de dynamiek binnen het zenuwstelsel, belangrijk voor leerprocessen alsook de neurologische revalidatie. | | | - BC
|
- De student kan de dynamiek binnen het zenuwstelsel, belangrijk voor leerprocessen alsook neurologische revalidatie, toelichten.
| | - DC
| DC 22 De student kan op basis van klinisch redeneren vanuit de hulpvraag, de anamnese en het kinesitherapeutisch onderzoek een kinesitherapeutische diagnose stellen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 18 De student heeft kennis van en inzicht in de communicerende lichaamsstelsels met name het zenuwstelsel en het endocrien stelsel. | | | - BC
|
- De student kan de belangrijkste onderdelen van het zenuwstelsel herkennen en benoemen op 2D neuroanatomische snedes, ruimtelijke modellen en op een dood menselijk lichaam.
| | - DC
| DC 09 De student heeft kennis van de bouw en functie van de biomoleculen. | | | - BC
| | | - DC
| DC 21 De student voert de anamnese en het klinisch onderzoek uit, met inbegrip van klinisch redeneren. Deze deelcompetentie omvat het onderzoek op functie- en activiteitenniveau. | | | - BC
| | | - DC
| DC 01 De student kan de functionele anatomie van de betrokken inhouden beschrijven, herkennen en aanduiden. | | | - BC
| | | - DC
| DC 20 De student kent de oranje en rode vlaggen voor doorverwijzing naar een specialist. | | | - BC
| | | - DC
| DC 16 De student heeft kennis en inzicht van de interactie tussen sensoriek en motoriek en autonoom zenuwstelsel. | | | - BC
|
- De student kan de interactie tussen sensoriek en motoriek en autonoom zenuwstelsel toelichten en hierop toepassingen maken.
|
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
1ste bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|