Onderwijsonderzoek en statistiek : theoretische verdieping (5030) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 5,0 | | | Periode: semester 1 (5sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
Er wordt verwacht dat de studenten de volgende eindcompetenties van de educatieve bachelor kleuter- of lager onderwijs beheersen: - De studenten kunnen een praktijkprobleem op systematische wijze onderzoeken en kritisch reflecteren over hun eigen functioneren, maatschappelijke ontwikkelingen, relevante theoretische denkkaders en inzichten uit onderwijsonderzoek met het oog op het verbeteren van het leerproces van hun kinderen. Ze detecteren professionaliseringsnoden en tonen een bereidheid tot levenslang leren.
- De studenten tonen gepaste beroepshoudingen als beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin en flexibiliteit.
Verder wordt er verwacht dat de studenten basisconcepten van beschrijvende statistiek (gemiddelde, mediaan, percentiel) beheersen.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel staan de fundamenten van onderwijsonderzoek en statistiek centraal. De volgende onderwerpen komen aan bod: - Kwaliteitsvolle, (inter)nationale bronnen, relevant voor het basisonderwijs
- Onderzoeksdesigns, in het bijzonder experimenteel onderzoek, observationeel onderzoek en quasi-experimenteel onderzoek
- Analysetechnieken: beschrijvende analyse, variantieanalyse, regressieanalyse en thematische analyse
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | De studenten mogen alle studiematerialen (al dan niet geannoteerd) meebrengen en raadplegen tijdens de evaluatie. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Zie toelichting 1e examenkans |
|
|
|
|
Eindcompetenties schakelprogramma Master in het basisonderwijs
|
- EC
| 1.0 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij kan wetenschappelijke bronnen selecteren en kritisch beoordelen. | - EC
| 1.2 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij actualiseert, verbreedt en verdiept zijn/haar wetenschappelijke expertise levenslang. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
Schakel Master basisonderwijs module 2: Onderwijsonderzoek en statistiek
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|