De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Sociaal-culturele dynamieken in het basisonderwijs: onderzoek in de praktijk (5038)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Jetske STRIJBOS 
  
Lid van het onderwijsteam :Prof. dr. Bieke DE FRAINE 
 Mevrouw Emilie GOVAERTS 
 Prof. dr. Mieke GOOS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 5,0
  
Periode: semester 2 (5sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

Er wordt verwacht dat de studenten de volgende eindcompetenties van de educatieve bachelor kleuter- of lager onderwijs beheersen:

  • De studenten creëren een positief leer- en leefklimaat in de klas en op school waarin leerlingen zich kunnen ontplooien en worden voorbereid op maatschappelijke participatie. De studenten bevorderen emancipatie en spelen gericht in op de diversiteit binnen de leerlingengroep.
  • De studenten begeleiden autonoom kinderen bij hun leer- en ontwikkelingsproces. Vertrekkende vanuit de beginsituatie van de klasgroep en het individuele kind en de eindtermen en leerplannen formuleren de studenten concrete doelstellingen en selecteren passende leerinhouden, leermiddelen, werk- en groeperingsvormen. De studenten kiezen geschikte differentiatie-, evaluatie- en remediëringsmethodes zodat elk kind zich maximaal kan ontwikkelen.
  • De studenten informeren zich over en denken kritisch en met een open geest na over actuele thema’s en maatschappelijke ontwikkelingen. Ze kunnen daardoor deelnemen aan het debat over onderwijskundige thema’s en de rol van de leraar in de samenleving, ook in internationaal perspectief.
  • De studenten tonen gepaste beroepshoudingen als beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin en flexibiliteit.


Inhoud

Dit opleidingsonderdeel focust op gelijke onderwijskansen en het omgaan met socio-economische, culturele, religieuze en talige diversiteit in de onderwijspraktijk. Studenten ontwikkelen een kritisch en onderzoekend perspectief op kansengelijkheid binnen het onderwijs, met bijzondere aandacht voor de rol van de leerkracht en de leerlingen in het bevorderen van social justice op school. Tijdens de contactmomenten maken studenten via workshops kennis met diverse participatieve arts-based (onderzoeks)methoden. Deze methoden worden verkend als middelen om samen met kinderen inzichten te verwerven in hun leefwereld en ervaringen en om recht te doen aan hun stem binnen de schoolcontext. Daarnaast voeren studenten zelf een photovoiceproject in een klas van een basisschool over een voor de school of klas relevant thema in het domein van gelijke onderwijskansen. Leerlingen brengen, onder begeleiding van de student, hun ervaringen, ideeën en perspectieven in beeld aan de hand van zelfgemaakte foto’s. Het project stimuleert leerlingen om op een toegankelijke en betekenisvolle manier te communiceren over wat hen bezighoudt op vlak van het gekozen thema, en creëert kansen om hun stem te laten horen tegenover medeleerlingen, leerkrachten en andere betrokkenen. De studenten begeleiden dit proces, verzamelen en analyseren de fotomateriaal en bijhorende narratieven, en verwerken hun bevindingen in een paper. Hierin reflecteren ze over hun professionele identiteit, meer bepaald over hun rol als onderwijsprofessional in het versterken van gelijke onderwijskansen. 



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Collectief feedback moment  
Zelfstudieopdracht (ZSO)  
Werkvormen  
Portfolio  


Evaluatie

Periode 2    Studiepunten 5,00

Evaluatievorm
Schriftelijk examen20 %
Paper
Mondeling examen80 %
Presentatie
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingDe studenten mogen alle studiematerialen (al dan niet geannoteerd) meebrengen en raadplegen tijdens de evaluatie.
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenHet uitvoeren van de praktijkopdracht is verplicht. Tijdige inlevering van de paper is verplicht. Deelname aan de mondelinge presentatie is verplicht.
GevolgHet niet voldoen aan een van de evaluatievoorwaarden resulteert in een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Studenten moeten de praktijkopdracht binnen de onderwijsperiode van dit OPO hebben uitgevoerd om in aanmerking te kunnen komen voor een tweede examenkans. De praktijkopdracht kan (door de schoolvakanties) niet buiten deze periode gerealiseerd worden. De studenten herwerken hun paper, rekening houdend met de gekregen feedback van hun docent, en nemen deel aan het mondeling examen.
 

Verplicht studiemateriaal
 

Digitaal cursusmateriaal (vb. studieleidraad, praktijkopdrachten, handouts, evaluatierubric), beschikbaar via Blackboard.



Eindcompetenties
schakelprogramma Master in het basisonderwijs
  •  EC 
  • 1.1 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij maakt wetenschappelijk onderbouwde pedagogisch-didactische en vakdidactische (waaronder minstens taal- en wiskundedidactische) keuzes.

  •  EC 
  • 1.2 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij actualiseert, verbreedt en verdiept zijn/haar wetenschappelijke expertise levenslang.

  •  EC 
  • 1.3 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij richt kritisch- reflectief de onderwijspraktijk in, op basis van wetenschappelijke inzichten en contextspecifieke data.

  •  EC 
  • 1.4 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij innoveert in functie van klas- en schoolontwikkeling, op basis van wetenschappelijke inzichten en contextspecifieke data.

  •  EC 
  • 2.0 De student  creëert een kansrijk leerklimaat in de klas en op school: hij/zij kan contextspecifieke data m.b.t. meervoudige, complexe noden van basisschoolkinderen  correct interpreteren.

  •  EC 
  • 2.1 De student creëert een kansrijk leerklimaat in de klas en op school: hij/zij creëert een inclusief en positief klas- en schoolklimaat met het oog op de groei van elk kind, op basis van wetenschappelijke inzichten en contextspecifieke data.

  •  EC 
  • 2.2 De student  creëert een kansrijk leerklimaat in de klas en op school: hij/zij speelt gedifferentieerd en flexibel in op meervoudige, complexe noden van basisschoolkinderen, op basis van wetenschappelijke inzichten en contextspecifieke data.

  •  EC 
  • 2.3 De student  creëert een kansrijk leerklimaat in de klas en op school: hij/zij stuurt planmatig de bestaande zorgpraktijk bij, op basis van wetenschappelijke inzichten en contextspecifieke data.

  •  EC 
  • 3.2 De student  onderzoekt de klas- en schoolpraktijk: hij/zij gebruikt wetenschappelijke methodes en analysetechnieken om complexe vraagstukken in de onderwijspraktijk te identificeren en aan te pakken.

  •  EC 
  • 4.1 De student  is een verbindende coach en maatschappelijk betrokken teamspeler: hij/zij is sensitief voor en speelt in op de noden, zorgen en bekommernissen in het team.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
Schakel Master basisonderwijs module 4: Sociaalculturele dynamieken in onderwijs J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.