In dit opleidingsonderdeel passen studenten de methodes en inzichten uit het vak Ontwikkeling en evaluatie van beleid toe in een praktijkgerichte context. In kleine groepen (meestal 3 à 4 studenten) voeren ze een volledig beleidsonderzoek uit, met als centrale component een volledige kosten-batenanalyse. Daarbij doorlopen ze het volledige traject van beleidsanalyse: van het kiezen en afbakenen van een onderzoeksvraag, over het verzamelen en verwerken van data, tot het identificeren, kwantificeren en waarderen van kosten en baten.

Studenten kunnen daarbij kiezen uit verschillende vooraf geselecteerde casussen, vaak in samenwerking met een externe organisatie. Deze casussen zijn maatschappelijk of economisch relevant en worden inhoudelijk vormgegeven op basis van actuele beleidsvraagstukken. In het verleden werkten studenten onder meer rond de effectiviteit van darmkankerscreening, de meerwaarde van ecocheques, en de optimale schaalgrootte van politiezones.

Daarnaast is er ruimte voor thematische vrijheid: studenten kunnen in overleg ook werken rond onderwerpen die hen persoonlijk interesseren, zoals personeelsbeleid in KMO’s (bv. het al dan niet aanbieden van een bedrijfswagen), strategische keuzes binnen bedrijven (bv. outsourcen van IT-diensten), of beleidsbeslissingen in de zorg- of sportsector (bv. uitbreiding van een ziekenhuisafdeling of voetbalstadion).

De studenten zijn niet enkel verantwoordelijk voor de analytische uitwerking, maar leren ook omgaan met externe verwachtingen. Ze beheren het contact met de partnerorganisatie, formuleren duidelijke onderzoeksvragen en presenteren hun resultaten op een beleidsrelevante manier.