De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Bachelorproject INGenieur – Chemie (5335)

  
Coördinerend verantwoordelijke :dr. ir. Kristel SNIEGOWSKI 
  
Co-titularis :Prof. dr. ir. Mieke BUNTINX 
  
Lid van het onderwijsteam :ing. Bjorn GIELEN 
 Prof. dr. Jeroen LIEVENS 
 Prof. dr. ir. Leen THOMASSEN 
 Mevrouw Marleen SEGERS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 9,0
  
Periode: semester 1 (0sp)semester 2 (9sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
    Chemische labotechnieken (2564) 3.0 stptn
 
  De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
    bachelor in de industriële wetenschappen - chemie  
 

Begincompetenties

Het bachelorproject INGenieur - Chemie (BP) wordt als allerlaatste opleidingsonderdeel van de bacheloropleiding toegevoegd. Dit wil zeggen: indien het bachelorproject opgenomen is, dan zijn alle opleidingsonderdelen van de betreffende bacheloropleiding hetzij reeds behaald of in tolerantie, hetzij gelijktijdig (i.e. in hetzelfde academiejaar) opgenomen.



Inhoud

Communicatie - 2 SP:

Het aandeel 'communicatie' ondersteunt zowel bij academische vaardigheden als professionele competenties. De topics die aan bod komen zijn informatievaardigheden, academische schrijfvaardigheid, presenteren, gespreksvaardigheden, samenwerken, onderhandelen en visualiseren.

Bachelorproject - 7 SP:

  • Design of Experiments (DOE) - 1 SP
  • Project - 6 SP
    • CE Keuze DF: Project Duurzame procestechnologie, Farma en Fijnchemie
    • CE Keuze VP: Project Voeding, Kunststoffen en Packaging

Elk project is steeds in samenwerking met een bedrijf of in een industriële context.

Administratie

Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van bachelorproject is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info in de Toledocursus.

Lezingen

Verplichte deelname aan de onderzoeksdag (sem 2) op één van de KU Leuven campussen.

Verplichte deelname aan de 'avond der Jonge professionals' OF lezing Chemie in Vlaanderen.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Individueel begeleidingsmoment  
Practicum  
Project  
Werkzittingen  
Werkvormen  
Casestudy  
Groepswerk  
Oefeningen  
Paper  
Presentatie  
Rollenspel (simulatie)  
Verslag  
Workshop  


Evaluatie

Periode 2    Studiepunten 9,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode50 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar- DOE (11%) : behoud van deelcijfer bij min. score van 10.0/20 - Projectopzet (11%): behoud van deelcijfer - Paper + poster + presentatie (28%): GEEN behoud van deelcijfer
Paper
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode17 %
Presentatie
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode11 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode22 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar- communicatie (11%): pitch + workshops --> behoud van deelcijfer, geen 2e examenkans - communicatie (11%): paper + poster --> GEEN behoud van deelcijfer
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
Voorwaarden1.Communicatie + Bachelorproject: Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. 2. Bachelorproject: Een student moet geslaagd zijn (min. 10.0/20) op zowel het onderdeel Project als het onderdeel DOE om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel.
GevolgCommunicatie: Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. Bachelorproject: Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, kan men niet slagen voor dit onderdeel van het vak en krijgt max. 9/20, ongeacht het gemiddelde. Bachelorproject: Een student die niet slaagt (< 10.0/20) op het onderdeel project en/of het onderdeel DOE, krijgt als eindresultaat op het volledige opleidingsonderdeel max. 9/20.
Extra info

Er wordt gebruik gemaakt van een peerevaluatie om scores voor groepsopdrachten (papers, poster, gemeenschappelijke presentatie en projectuitvoering) om te zetten naar individuele scores. Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen hierop daarom geen beroep doen. Het OPO volgt volgende verdeling van de punten:

  • Projectopzet + uitvoering: 22%
  • Wetenschappelijke beoordeling: Paper + poster: 22,5%
  • Presentatie + verdediging: 22,5%
  • DOE 11%
  • Communicatie: pitch + workshop: 11%
  • Communicatie: evaluatie paper + poster: 11%

Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van het deel communicatie en het deel DOE naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch het deel communicatie en/of DOE te hernemen, maar moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen het deel communicatie en/of het deel DOE opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm DOE (11 %): 2e examenkans hetzelfde Communicatie/Project (89%): De punten van projectopzet (11%), projectuitvoering (11%) en communicatie: pitch + workshops (11%) blijven behouden. De student krijgt een vervangopdracht gerelateerd aan het project met als output: - een academische tekst (24%) - een poster (7%) - een presentatie (8%) De student verdedigt zijn opdracht voor een beperkte jury (17%). Er wordt geen peerevaluatie toegepast.
 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
  Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren,978VADEMECUMIIW
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Design of Experiments
Extra info:

 

Verplicht studiemateriaal
 

Via Toledo:

  • Leidraad Bachelorproject INGenieur - Chemie
  • Wetenschappelijke literatuur
  • Schema van deadlines
  • Workshops communicatie: syllabi
  • Vademecum IIW, Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren (laatste versie)
 

Opmerkingen
 

Situering in het curriculum

Het bachelorproject vormt het sluitstuk van de academische bacheloropleiding en is dan ook een belangrijke schakel in het curriculum en meer in het bijzonder in de leerlijn onderzoek en communicatie. Het bachelorproject bouwt verder op de opgedane kennis en vaardigheden in de opleidingsonderdelen Basic Engineering Skills (1ba), Project Engineering Skills (1ba), Research Engineering Skills (2ba) en Kwaliteitsvol en veilig onderzoek (2BA CE). Het bachelorproject bereidt voor op de Masterproef, maar zijn ook onontbeerlijk in het kader van levenslang leren.

Relatie met onderzoek
Studenten voeren in groep onderzoek uit in het labo i.v.m. een  industrieel product of proces.
Studenten zoeken informatie op naar aanleiding van een aangeleverd probleem uit de bedrijfswereld. Op basis van deze studie werken ze zelf een proefopzet uit, voeren deze uit, evalueren de verkregen resultaten en rapporteren aan de opdrachtgever.
Studenten doen literatuuronderzoeken m.b.v. elektronische databanken; moeten teksten kritisch beoordelen en vergelijken (tegenstrijdigheden opsporen, en eventueel verklaren rekening houdend met kennisniveau 3 BA). Studenten synthetiseren een eindtekst en formuleren een eindconclusie.
 
Relatie met werkveld
Zowel werkvormen als inhouden sluiten nauw aan bij de realiteit van het werkveld. Wil de industrieel ingenieur in de chemie vlot functioneren in zijn werkomgeving, dan moet hij op methodologisch onderbouwde wijze een onderzoeksproject kunnen uitvoeren, en zijn onderzoeksresultaten op efficiënte wijze kunnen communiceren. Bovendien heeft hij veel aandacht voor veiligheid, milieu, wetgeving, kostprijs, patenten en duurzame ontwikkeling.

Aanvullende info
Inhoudelijk ligt het accent op het begrijpen van de uitvoering van een industrieel productieproces, op het vergelijken van alternatieven, op het uitwerken van een procesverbetering voor een opgegeven probleem, en de kritische reflectie over de verkregen resultaten.




Eindcompetenties
bachelor in de industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • CE 1.9 De student gebruikt zijn verworven kennis van de bachelor bij het uitvoeren van een academisch of industrieel onderzoeksproject.

      
  •  BC 
  • De student gebruikt zijn algemene basiskennis over chemie, materialen, analysetechnieken, karakterisatie technieken, eenheidsbewerkingen, verwerkingsmethoden, proceschemie, biotechnologie en/of verpakkingstechnologie en verdiept zijn kennis in de topics die relevant zijn voor zijn onderzoeksproject.

    De student kent de principes voor het uitvoeren van kwaliteitsvol en veilig onderzoek.

    The student uses his general knowledge regarding chemistry, materials, analysis techniques, characterization techniques, unit operations, process chemistry, biotechnology and/or packaging technology and deepens his knowledge regarding topics relevant for his research project.

    The student knows the principles for performing quality and safe research.
  •  EC 
  • EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • CE 2.12 De student gebruikt zijn verworven inzichten van de bachelor bij het uitvoeren van zijn academisch of industrieel onderzoeksproject.

      
  •  BC 
  • De student gebruikt zijn inzichten in organische chemie, proceschemie, voedingstechnologie en/of verpakkingstechnologie om zijnonderzoeksproject tot een goed einde te brengen.

    De student past de principes voor het uitvoeren van kwaliteitsvol en veilig onderzoek toe om zijn projectdoelstellingen te bereiken.

    The student uses his insight in organic chemistry, process chemistry, foodtechnology and/or packaging technology to bring his research project to a succesful conclusion.

    The student applies the principles for executing quality and safe research to achieve his project goals.
  •  EC 
  • EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen)

     
  •  DC 
  • 3.1 De student kan een relevante onderzoeksvraag opstellen.

      
  •  BC 
  • De student formuleert de industriële of academische probleemstelling van zijn bachelorproefproject op een heldere en correcte manier.

    The student formulates correctly and clear the industrial or academic problem of his bachelor's thesis.
     
  •  DC 
  • 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen.

      
  •  BC 
  • De student kan uitgaande van de probleemstelling en onderzoeksvraag een gedetailleerd stappenplan uitwerken om de onderzoeksvraag experimenteel te beantwoorden.

    Based on the problem definition and research question, the student can elaborate a detailed step-by-step plan to answer the research question experimentally.
     
  •  DC 
  • 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen.

      
  •  BC 
  • De student kan projectmatig werken, plant overlegmomenten en onderzoeksactiviteiten op eigen initiatief, respecteert de tijdsplanning en komt afspraken en deadlines van rapportering na.

    De student evalueert de projectvoortgang en stuurt de onderzoeksaanpak, geselecteerde methode of techniek indien nodig op tijd bij.

    The student is able to work on a project basis, schedules consultation moments and research activities on his own initiative, respects the time schedule and complies with agreements and deadlines for reporting.

    The student evaluates the project progress and adjusts the research approach, selected method or technique in time if necessary.
     
  •  DC 
  • CE 3.1 De student kan een oplossingsstrategie of plan van aanpak omzetten in een concreet werkplan.

      
  •  BC 
  • De student kan gevonden of gekregen niet gedetailleerde methoden of protocollen en het opgestelde stappenplan omvormen tot een duidelijk, gestructureerd werkschema.

    The student is able to find or receive non-detailed methods or protocols and to convert the prepared step-by-step plan into a clear, structured work schedule.
  •  EC 
  • EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken.

      
  •  BC 
  • De student kan zelfstandig relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken om het industrieel of wetenschappelijk probleem/onderzoeksvraag beter te begrijpen, om een gepaste oplossingsstrategie uit te werken en om eigen resultaten mee te vergelijken.

    The student can independently look up relevant scientific and/or technical information to better understand the industrial or scientific problem/ research question, to work out an appropriate solution strategy and to compare his own results.
     
  •  DC 
  • 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen.

      
  •  BC 
  • De student gebruikt geschikte methoden en/of apparatuur voor het genereren van correcte en betrouwbare (meet)resultaten.

    The student uses suitable methods and/or equipment to generate correct and reliable (measurement) results.
     
  •  DC 
  • 4.3 De student kan correct refereren.

      
  •  BC 
  • De student refereert op correcte wijze naar gebruikte wetenschappelijke bronnen in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie.

    The student correctly refers to used scientific sources in his written and oral communication.
  •  EC 
  • EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren.

      
  •  BC 
  • De student evalueert zijn verworven meetresultaten of testresultaten en herhaalt indien nodig de analyses met het oog op kwaliteit en betrouwbaarheid.

    De student formuleert de correcte conclusie op basis van de statistische verwerking van zijn onderzoeksresultaten.

    The student evaluates his acquired measurement results or test results and repeats the analyzes if necessary with a view to quality and reliability.

    The student formulates the correct conclusion based on the statistical processing of his research results.
     
  •  DC 
  • 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen.

      
  •  BC 
  • De student kan een opgegeven probleem of onderzoeksvraag ivm proceschemie, voedingstechnologie en/of verpakkingstechnologie analyseren en opsplitsen in deelproblemen en in functie daarvan een stappenplan opstellen.

    The student is able to analyze a given problem or research question related to process chemistry, food technology and/or packaging technology and split it into subproblems and draw up a step-by-step plan based on this.
  •  EC 
  • EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen)

     
  •  DC 
  • 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren.

      
  •  BC 
  • De student kan onderbouwde keuzes maken inzake productiemethode, analysetechniek, materialen, apparatuur en/of procesparameters.

    De student kan theoretische en methodologische kennis creatief en systematisch toepassen voor het oplossen van een concreet probleem in zijn onderzoeksproject.

    The student can make well-founded choices with regard to production method, analysis technique, materials, equipment and/or process parameters.

    The student is able to apply theoretical and methodological knowledge creatively and systematically to solve a concrete problem in his research project.
     
  •  DC 
  • 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren.

      
  •  BC 
  • De student kan materialen karakteriseren, procesparameters kwantificeren en/of chemische stoffen identificeren/kwantificeren opbasis van analyseresultaten.

    The student is able to characterize materials, quantify process parameters and/or identify/quantify chemical substances based on analysis results.
     
  •  DC 
  • 6.5 De student kan chemisch-technische problemen oplossen.

      
  •  BC 
  • De student kan een (bio)chemisch, materiaalkundig of microbiologische proces, test of analyse ontwerpen of optimaliseren.

    The student is able to design or optimize a (bio) chemical, material science or microbiological process, test or analysis.
  •  EC 
  • EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren)

     
  •  DC 
  • 7.1 De student kan een experiment opbouwen en/of uitvoeren.

      
  •  BC 
  • De student kan een (zelfgemaakt) werkplan van een proces of analyse implementeren, valideren en/of optimaliseren waarbij praktische, economische en bedrijfsgebonden factoren in rekening worden gebracht.

    The student can implement, validate and/or optimize a (self-made) work plan of a process or analysis, taking into account practical, economic and business-related factors.
  •  EC 
  • EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren)

     
  •  DC 
  • 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project.

      
  •  BC 
  • De student kan op basis van inzichten verworven tijdens het uitvoeren van het project de opdrachtgever van de onderzoeksvraag of het probleem concreet advies, antwoorden of oplossingen aanbieden.

    De student kan de achtergrondinformatie, de onderzoeksstrategie en de bekomen resultaten kritisch analyseren en waar mogelijk zelf voorstellen formuleren voor gelijkwaardige of betere alternatieve onderzoeksmethoden of oplossingen om zelf of in toekomstig onderzoek te gebruiken.

    The student is ableto offer the client of the research question or problem concrete advice, answers or solutions based on insights acquired duringthe execution of the project.

    The student is able to critically analyze the background information, the research strategy and the results obtained and, where possible, formulate proposals for equivalent or better alternative research methods or solutions to be used by himself or in future research.
     
  •  DC 
  • 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen.

      
  •  BC 
  • De student kan op basis van zelfreflectie, feedback van de begeleider, de opdrachtgever en/of medestudenten de aanpak van het project verbeteren met het oog op het behalen van de doelstellingen van het project.

    On the basis of self-reflection, feedback from the supervisor, the client and/or fellow students, the student can improve the approach of the project with a view to achieving the objectives of the project.
     
  •  DC 
  • 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context.

      
  •  BC 
  • De student kan relevante vragen stellen aan de opdrachtgever van het project om de doelstellingen en randvoorwaarden goed te begrijpen en hiermee rekening te houden tijdens de uitwerking van zijn onderzoeksplan.

    The student can ask relevant questions to the client of the project to understand the objectives and preconditions and to take them into account during the development of his research plan.
  •  EC 
  • EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren)

     
  •  DC 
  • 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • De student houdt de vorderingen van zijn project bij in een logboek.

    De student zet zelf verworven of aangereikte analyse resultaten samen in overzichtelijke tabellen of grafieken.

    De student schrijft een uitgebreide en logisch gestructureerde literatuurstudie betreffende het industrieel of academisch project (semester 1) en een artikel (semester 2) met aandacht voor de academische vorm, schrijfstijl, efficiëntie, wetenschappelijke correctheid en bronvermelding.

    De student kan deonderzoeksstrategie, praktische aanpak, conclusies en adviezen onderbouwd motiveren in een wetenschappelijke tekst.

    The student keeps a record of the progress of his project.

    The student puts together acquired or provided analysis results in clear tables or graphs.

    The student writes an extensive and logically structured literature study concerning the industrial or academic project (semester 1) and an article (semester 2) with attention to the academic form, writing style, efficiency, scientific correctness and source reference.

    The student is able to substantiate the research strategy, practical approach, conclusions and advice in a scientific text.
     
  •  DC 
  • 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • De student kan over de literatuurstudie (eind semester 1) overzichtelijk en duidelijk rapporteren tijdens een formatieve mondelinge juryverdediging.

    De student kan de onderzoeksstrategie, praktische aanpak, conclusies en adviezen onderbouwd motiveren en gestructureerd voorstellen op een mondelinge juryverdediging (eind semester 2).

    De student gebruikt wetenschappelijk correct taalgebruik in zijn mondelinge communicatie en spreekt met kennis van zaken.

    The student is able to report clearly on the literature study (end semester 1) during a formative oral jury defense.

    The student is able to motivate the research strategy, practical approach, conclusions and advice in a substantiated manner and to present it in a structured manner to an oral jury defense (end of semester 2).

    The student uses scientifically correct language in his oral communication and speaks knowledgeable.
     
  •  DC 
  • 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren.

      
  •  BC 
  • De student gebruikt moderne digitale tools om zijn projectcommunicatie te verduidelijken.

    De student visualiseert zijnproject in een aantrekkelijke wetenschappelijke poster

    The student uses modern digital tools to clarify his project communication.

    The student visualizes his project in an attractive scientific poster.
  •  EC 
  • EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken)

     
  •  DC 
  • 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken.

      
  •  BC 
  • De student kan in teamverband een onderzoeksproject binnen het vak gebied van proceschemie, voedingstechnologie en/of verpakkingstechnologie plannen en uitvoeren.

    Het studententeam houdt rekening met de kritische opmerkingen van opdrachtgever, begeleider en docenten en medestudenten bij het plannen, uitvoeren en rapporteren van het onderzoeksproject.

    The student isable to plan and execute a research project within the field of process chemistry, food technology and/or packaging technology in a team.

    The student team takes into account the critical comments of the client, supervisor and teachers and fellow students when planning, executing and reporting the research project.
     
  •  DC 
  • 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product).

      
  •  BC 
  • De student kan in een team discussiëren, teksten schrijven en teksten van medestudenten redigeren op een respectvolle en constructieve manier.

    De student streeft ernaar om de gemeenschappelijke onderzoeksoutput (resultaatverwerking, paper, poster, presentatie) steeds te verbeteren om een hoogwaardig eindproduct te bekomen voor de opdrachtgever.

    De student kan hetwerk van andere studenten bijsturen en beoordelen op een respectvolle en constructieve manier.

    De student kan op basisvan feedback van medestudenten, bv. via peerevaluatie zijn gedrag bijstellen met het oog op een betere samenwerking.

    De student respecteert de tussentijdse deadlines met betrekking tot het uit te voeren project.

    The student can discuss in a team, write texts and edit texts of fellow students in a respectful and constructive way.

    The student strives to continuously improve the common research output (result processing, paper, poster, presentation) in order to obtain a high-quality end product for the client.

    The student can adjust and assess the work of other students in a respectful and constructive manner.

    The student is able to adjust his behavior based on feedback from fellow students, for example via peer evaluation, with a view to better cooperation.

    The student respects the interim deadlines with regard to the project to be executed.
     
  •  DC 
  • 10.4 De student kan samenwerken binnen een multidisciplinair team.

      
  •  BC 
  • De student kan in teamverband zijn onderzoeksproject tot een goed einde brengen en kan volledige onderzoeksresultaten voorleggen.

    De student werkt mee om de finale deadline met betrekking tot het project te behalen.

    De student doet een actieve bedrage om een kwaliteitsvol onderzoek, paper, poster, presentatie af te leveren.

    The student can successfully complete his research project in a team and can present complete research results.

    The student cooperates to meet the final deadline with regard to the project.

    The student makes an active contribution to deliver a high-quality research, paper, poster, presentation.
  •  EC 
  • EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen)

     
  •  DC 
  • 11.1 De student heeft oog voor duurzaamheid in de verschillende fases van de innovatieketen.

      
  •  BC 
  • De student hecht belang aan duurzaamheid inzake energie en grondstoffen bij het opstellen van zijn onderzoekstrategie en het uitvoeren van zijn onderzoek.

    The student attaches importance to sustainability in energy and raw materials when drawing uphis research strategy and conducting his research.
     
  •  DC 
  • 11.2 De student heeft inzicht en houdt rekening met de belangen van verschillende stakeholders.

      
  •  BC 
  • De student heeft oog voor de belangen van de opdrachtgever van zijn onderzoeksproject om de gepaste onderzoeksstrategie en adviezen te formuleren.

    The student has an eye for the interests of the client of his research project to formulate the appropriate research strategy and advice.
     
  •  DC 
  • 11.3 De student heeft inzicht in en houdt rekening met de maatschappelijke relevantie en consequenties in het realiseren van een opdracht.

      
  •  BC 
  • De student kadert het industrieel project ten opzichte van de noden van de maatschappij.

    De student hecht belang aan veiligheid, milieu bij het opstellen van zijn onderzoekstrategie.

    De student kan op een veilige, milieubewuste en duurzame wijze omgaan met chemicaliën en chemische unit installaties op labo en/of pilootschaal bij het uitvoeren van zijn onderzoek.

    The student frames the industrial project in relation to the needs of society.

    The student attaches importance to safety, environment when drawing up his research strategy.

    The student is able to handle chemicals and chemical unit installations at lab and/or pilot scale in a safe, environmentally conscious and sustainable manner when carrying out his research.
     
  •  DC 
  • 11.4 De student heeft oog voor en houdt rekening met algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen.

      
  •  BC 
  • De student functioneert goed in de vaak internationale context van het opdrachtgevend bedrijf of onderzoeksgroep met respect voor elkaar.

    The student functions well in the often international context of the commissioning company or research group with respect for each other.
  •  EC 
  • EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude)

     
  •  DC 
  • 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten.

      
  •  BC 
  • De student gaat constructief om met de feedback van medestudenten (via peer evaluatie) en docenten en gebruikt deze opmerkingenvoor zelfreflectie en om zijn eigen handelen te verbeteren.

    The student constructively deals with the feedback from fellow students (via peer evaluation) and teachers and uses these comments for self-reflection and to improve his own actions.
     
  •  DC 
  • 12.2 De student geeft blijk van een onderzoekende houding.

      
  •  BC 
  • De student gebruikt zijn kennis inzake proceschemie, voedingstechnologie en/of verpakkingstechnologie om het industrieel project adequaat uit te voeren.

    De student is steeds bezig om nieuwe inzichten te verwerven in het onderzoeksthema door op zoek te gaan naar informatie in wetenschappelijke literatuur of andere bronnen en deze toe te passen op het onderzoeksonderwerp.

    De student verdiept zich in de onderzoeksresultaten om tot de gepaste eindconclusies te komen.

    The student uses his knowledge of process chemistry, food technology and/or packaging technology to properly carry out the industrial project.

    The student is constantly trying to gain new insights in the research theme by looking for information in scientific literature or other sources and applying it to the research topic.

    The student immerses himself in the research results in order to arrive at the appropriate final conclusions.
     
  •  DC 
  • 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...).

      
  •  BC 
  • De student werkt en rapporteert nauwgezet en binnen de voorziene tijd en leert in zijn rol als verantwoordelijke zichzelf en zijn/haar medestudenten (als uitvoerders) kritisch op te volgen en bij te sturen als ingenieur in wording.

    De student streeft ernaar zijn eigen werk steeds te verbeteren om een hoogwaardige bijdrage te leveren aan het eindproduct.

    De student ontwikkelt doorzettingsvermogen, een probleemoplossend (toepassings- en oplossingsgericht werken), teamgericht en organisatorisch vermogen.

    De student toont inzet, stiptheid en verantwoordelijkheidszin.

    The student works and reports accurately and within the foreseen time and learns in his role as responsible person to critically monitor himself and his/her fellowstudents (as practitioners) and adjust them as an engineer in the making.

    The student strives to continuously improve his own work in order to make a high-quality contribution to the end product.

    The student develops perseverance, problem-solving (application and solution-oriented work), team-oriented and organizational ability.

    The student shows commitment, punctuality and a sense of responsibility.
     
  •  DC 
  • CE 12.1 De student kan een tekort aan kennis en vaardigheden identificeren en stappen ondernemen om deze zich eigen te maken.

      
  •  BC 
  • De student kan bij het aanpakken van een industrieel relevant probleem realistische voorstellen formuleren en uit eigen beweging ontbrekende informatie opzoeken.

    When tackling an industrially relevant problem, the student can formulate realistic proposals and find missing information of his own accord.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
3de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie N



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.