Celfysiologie (5450)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Bert BRONE 
  
Co-titularis :Prof. dr. Virginie BITO 
  
Lid van het onderwijsteam :dr. Annelies VANHEEL 
 De heer Art JANSSEN 
 Prof. dr. Jean-Michel RIGO 
 Prof. dr. Kris JANSSENS 
 Prof. dr. Kurt VAN DER SPEETEN 
 Mevrouw Lotte VASTMANS 
 dr. ir. Quirine SWENNEN 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 8,0
  
Periode: kwartiel 4 (8sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Vaardigheidsonderwijs (3416) 3.0 stptn
 

Inhoud

In het opleidingsonderdeel celfysiologie staat de communicatie in en tussen cellen centraal. De sleutelstructuur voor celcommunicatie is de plasmamembraan aangezien deze een essentiële rol speelt in de homeostase en de signaaloverdracht in cellen. De cel controleert zijn homeostase door middel van transportmechanismen in de celmembraan. Zowel de intracellulaire en extracellulaire ionenconcentraties als de zuurtegraad en het celvolume worden in evenwicht gehouden door cellulaire transportmechanismen. De cellulaire homestase is essentieel voor de communicatie tussen cellen en de overdracht van signalen in cellen. Chemische signalen van de ene cel kunnen waargenomen worden doormiddel van membraanreceptoren en omgezet in intracellulaire moleculaire signalen of elektrische signalen, ook actie potentialen genoemd. De elektrische signalen blijken de ideale manier te zijn om het signaal over grote afstanden en met hoge snelheid door te sturen in een cel. Deze eigenschappen zijn typisch voor exciteerbare cellen zoals zenuwcellen, hart-, skelet- en gladde spiercellen. Zenuwcellen gespecialiseerd om signalen over grote afstand door te sturen naar de doelcellen. In spiercellen zijn de elektrische gebeurtenissen niet alleen belangrijk om het signaal door te geven maar staan ze ook in voor de initiatie van de contractie. Eiwitten die belangrijk zijn in de celcommunicatie zijn dan ook veel voorkomende doeleiwitten in de therapeutische behandeling van verschillende aandoeningen en fouten in de communicatie zijn de oorzaak van een brede waaier aan aandoeningen.

Schakelstudenten PXL zijn niet verplicht om deel te nemen aan de practica, het groepswerk en de portfoliosessie.

  • De student(e) kan de componenten van de celmembraan die belangrijk zijn in de transport- en communicatiefunctie op (sub)cellulair niveau beschrijven
    • kan de verschillende moleculaire transportmechanismen in de membraan (ionenkanalen, transporters, receptoren; passief, primair actief en secundair actief transport) beschrijven?
    • kan de verschillende moleculaire transportmechanismen in de membraan (ionenkanalen, transporters, receptoren) rubriceren
    • kan uitleggen op welke manier de ionenkanalen, transporters, receptoren in de membraan de membraanpotentiaal bepalen en moduleren (membraanpotentiaal en actiepotentiaal in een zenuw, skeletspiercel en hartspiercel)
  • De student(e) kan de elektrische verschijnselen beredeneren t.h.v. het celmembraan van prikkelbare cellen en kan de structuur en kenmerken van ionenkanalen beschrijven? (Voltage gevoelige kanalen, acetylcholine receptoren)
  • De student(e) kan de rol van de celmembraan in de homeostase van de cel beschrijven:
    • Kan de rol van de membraancomponenten in celvolumeregeling uitleggen en illustreren
    • Kan de rol van de membraancomponenten in de regeling van de zuurtegraad uitleggen en illustreren
  • De student(e) kan de communicatiefunctie van onderdelen van de celmembraan op cellulair niveau beredeneren en uitleggen in het kader van communicatie tussen cellen onderling en tussen cellen en het uitwendige/inwendige milieu
    • kan de neuromusculaire synaps tekenen en zijn werking beschrijven
    • kan de neuroneuronale synaps tekenen en zijn werking beschrijven
    • kan de synaps tussen neuronen en doelcellen tekenen en zijn werking beschrijven
    • kan de cylcus van de vesikels in de presynaptische knop beschrijven
    • kan intracellulaire cascades als respons op extracellulaire stimuli beschrijven
  • De student(e) kent de algemene structuur, de rol en de werking van het somatische en autonome zenuwstelsel
    • kan de algemene structuur van het somatische en autonome zenuwstelsel tekenen
    • kan aangeven welke neurotransmitters en receptoren op de verschillende locaties in het zenuwstelsel voorkomen en hun rol beschrijven
  • De student(e) kent de structuur en de werking van skelet-, hart- en gladde spiercel
    • kan de excitatie-contractiekoppeling in de skeletspier, hartspier en gladde spier uitleggen
    • kan de cross-bridge cycle in de skeletspier toelichten
  • De student beheerst de algemene principes van de farmacologie, toepasbaar op moleculen, cellen en organen die in dit opleidingsonderdeel bestudeerd worden
    • kan de basisprincipes van de farmacokinetiek beschrijven
    • kan de werking van lokale anesthetica beschrijven
    • kan uitleggen hoe farmaca inwerken op op de functie van glutamaterge, GABAerge, cholinerge en adrenerge neurotransmissie
    • kan voorbeelden van ziektebeelden en hiervoor gangbare farmaca aangeven en beschrijven
  • De student(e) kan basis laboratoriumtechnieken toepassen
    • kan correct en veilig afwegen, oplossen, pipetteren
    • kan verdunningen maken
    • kan met een fotometer werken en een ijkcurve opstellen
    • kan veilig met bloedcellen werken
  • De student(e) kan helder communiceren, zowel schriftelijk als mondeling
    • Kan in interactie treden met de medestudent
    • kan verschillende bronnen tijdens communicatie met de mede student en de begeleider
    • Kan info in een heldere taal overbrengen naar groepsleden
    • Kan schriftelijk communiceren over bevindingen van practica
    • kan laboratoriumresultaten weergeven in een invulverslag en kan redenering weergeven in geschreven vorm.
  • De student(e) organiseert zijn leerproces
    • kan zijn zelfstudie en voorbereiding plannen met behulp van de studieleidraad
    • stuurt zijn studiegedrag bij aan de hand van de tussentijdse zelftoets, feedback op practicaverslagen en feedback tijdens de werkzittingen

Schakelstudenten van de PXL nemen dit OPO op voor 8 SP i.p.v. 10 SP; d.w.z. dat zijn niet verplicht zijn om deel te nemen aan de practica, het groepswerk en de portfoliosessie.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Responsiecollege  
Werkzittingen  
Zelfstudieopdracht (ZSO)  


Evaluatie

Kwartiel 4 (8,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Gesloten-boek
Meerkeuzevragen
Open vragen

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Principles of Pharmacology The Pathophysiologic Basic of Drug Therapy, D.E. Golan et al, 5th, Wolters-Kluwer / Lippincott Williams en Wilkins

ISBN: 9781975220341

Handboek 2:

Medical Physiology, Boron, W; Boupaep, E., 3e editie, Elsevier science ltd

ISBN: 9781455743773

 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
  Molecular Biology of the Cell,Alberts, B,6th edition,Taylor & Francis
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Leidraad: Celfysiologie
Extra info:



Eindcompetenties
  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
schakelprogramma master biomedische wetenschappen J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.