De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Verkeerstechnisch ontwerp (5476)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Tom BRIJS 
  
Lid van het onderwijsteam :Prof. dr. ir. Ali PIRDAVANI 
 ing. Gunther GROENESTEIN 
 dr. ing. Peter VAN DER WAERDEN 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: semester 2 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Ontwerpvaardigheden (3497) 3.0 stptn
 

Begincompetenties

De student is vertrouwd met belangrijke concepten uit het wegontwerp zoals dwarsprofiel, horizontaal en verticaal alignement, rechtstand, boog, profiel van de vrije ruimte, etc. en weet wat de belangrijkste eisen zijn voor het ontwerp van voorzieningen voor verschillende weggebruikers (fietser, voetganger, OV, auto). De student heeft tevens een basisvaardigheid in het ontwerpen van lengte- en dwarsprofiel.



Inhoud

Theorie wegontwerp:

In dit deel wordt de wereldwijde historiek geschetst van de methodes waarmee wegen werden en worden gebouwd. Verschillende elementen met betrekking tot geometrisch wegontwerp komen hierbij aan bod. Specifieke aandacht gaat uit naar de geometrie, langsprofiel en dwarsprofiel van de weg, zicht, horizontale en verticale trace, discontinuïteiten, kruispunten, enz. aan de hand van het vademecumweginfrastructuur (VWI). Ook wordt er steeds een kadering binnen het verloop van een infrastructuurproject gedaan. Concreet worden volgende onderwerpen behandeld:

  • Het definiëren van een weg aan de hand van een aantal begrippen en eigenschappen.
  • Het bepalen van de meetkundige eigenschappen, het grondplan, de lengteprofielen en de dwarsprofielen van een weg.
  • Bepaling van de parameters die doorslaggevend zijn bij het ontwerp van een weg: de grondeigenschappen, het grondverzet, hellingen, waterafvoer, comfort van de wegbestuurder, weerstand, stroefheid enz.

Daarnaast is er een eerste kennismaking met het Standaardbestek voor de Wegenbouw (Standaardbestek 250). Aan de hand van het Standaardbestek 250 worden begrippen met betrekking tot de weg (alsook de verschillende elementen van de weg) verduidelijkt. Ook wordt het principe van wegcategorisatie en bouwklassen uitgediept. Deze elementen vormen de basis voor het begrijpen van het Standaardbestek 250.

De belangrijkste hoofdstukken van het Standaardbestek 250 worden toegelicht, te vertrekken vanuit grondophoging, onderfundering - fundering, naar lijnvormige elementen. Qua wegverharding worden kleinschalige elementen, betonverharding en bitumineuse verharding besproken.

Tot slot worden enkele nieuwe ontwikkelingen behandeld, zoals Building Information Modelling (BIM) en Systems Engineering (SE).

Groepsopdracht:

Studenten krijgen tijdens de werkzittingen een groepsopdracht waarin een ontwerpuitdaging wordt voorgelegd en waarvoor de studenten samen in groep een oplossing uitwerken en toelichten in een rapport.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Werkzittingen  


Evaluatie

Periode 2    Studiepunten 6,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode30 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarEen deelcijfer op de groepsopdracht waarvoor een voldoende werd behaald (≥ 10/20) tijdens de eerste examenkans, kan worden overgedragen naar de tweede examenkans. In geval van een onvoldoende resultaat op de groepsopdracht tijdens de eerste examenkans, kan een alternatieve opdracht worden opgelegd maar steeds in lijn met de na te streven eindcompetenties.
Paper
Schriftelijk examen70 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaarEen deelcijfer op het schriftelijk examen waarvoor een voldoende werd behaald (≥ 10/20) tijdens de eerste examenkans, kan worden overgedragen naar de tweede examenkans.
Open vragen
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingBij dit examen is het gebruik van een gewone rekenmachine toegelaten (het intern geheugen van het toestel dient volledig leeg te zijn en grafische rekenmachines zijn niet toegelaten). Het vademecum weginfrastructuur (VWI) - deel Europese hoofdwegen mag ook worden gebruikt tijdens het examen. Het vademecum dient echter onbeschreven te zijn (markering en onderlijning is wel toegelaten).
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenVerplichte deelname en indiening De student dient deel te nemen aan organisatie- en werkvormen: bijvoorbeeld werkzittingen en indienen groepswerk De student dient actief deel te nemen aan verplichte organisatie- en werkvormen waarbij interactie vereist is: bijvoorbeeld feedbackmomenten, excursies, presentaties, etc. Het tijdig indienen van alle vereiste opdrachten (bv. eindrapport) is verplicht om een eindcijfer te kunnen verkrijgen. Minimale deelresultaten en slaagvoorwaarden Een student(e) slaagt voor het opleidingsonderdeel Verkeerstechnisch Ontwerp indien het samengetelde cijfer (onderdelen schriftelijke examen en permanente evaluatie) ≥ 10/20 is én de student(e) voor beide onderdelen (schriftelijke examen en permanente evaluatie) een tolereerbaar examenresultaat (≥8/20) behaalt. Enkel studenten die aan alle verplichte onderdelen voldaan hebben, kunnen een eindscore krijgen voor het opleidingsonderdeel.
GevolgNiet-tijdig indienen of afwezigheid Het niet of laattijdig indienen van verplichte opdrachten (zoals eindrapport en presentatie groepswerk) en/of ongewettigde afwezigheid bij verplichte onderwijsactiviteiten (zoals feedbackmomenten, presentaties of excursies) kan leiden tot een 0 voor het specifiek (deel)opleidingsonderdeel. Gewettigde afwezigheid wordt tijdig gemeld door de student met de nodige stukken. Indien mogelijk, wordt een vervangopdracht opgelegd. Onvoldoende op deelonderdelen Een student(e) die op een onderdeel een niet-tolereerbaar cijfer behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddeld behaalt ≥ 10, krijgt als eindresultaat in zijn/haar studentendossier een 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Niet-actieve deelname Bij niet-actieve deelname aan groepswerk (bv. vastgesteld via tussentijdse opvolgmomenten of via peerassessment), kan de individuele score van de student worden aangepast.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Indien de student(e) niet slaagt voor het opleidingsonderdeel, gelden volgende voorwaarden: 1. indien de student tijdens de eerste examenkans slaagt (≥ 10/20) voor het schriftelijke examen, draagt de student(e) het resultaat over naar de tweede examenkans. 2. indien de student tijdens de eerste examenkans slaagt (≥ 10/20) op het onderdeel groepsopdracht dient deze opdracht niet hernomen te worden. De score wordt in dat geval overgenomen naar de tweede zittijd. Bij een onvoldoende op de groepsopdracht zal de student een individuele opdracht toegewezen krijgen.
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Vademecum Weginfrastructuur (VWI) - deel Europese Hoofdwegen

 

Verplicht studiemateriaal
 

Slides gepost op het elektronisch leerplatform

 

Aanbevolen studiemateriaal
 

Het Standaardbestek 250 voor wegenbouw

Het Vademecum veilige wegen en kruispunten

 

Opmerkingen
 

Voor het onderdeel 'Theorie wegontwerp' sluiten de studenten aan bij het OPO 'Infrastructuur 1' in 2e Ba IIW- bouwkunde.

Daarnaast zijn er werkzittingen specifiek voor de studenten Mobiliteitswetenschappen. Deze werkzittingen worden gegeven door ing. Gunther Groenestein.



Eindcompetenties
bachelor in de mobiliteitswetenschappen
  •  EC 
  • EC1: De afgestudeerde bouwt zelfstandig, zelfsturend en kritisch kennis op. De afgestudeerde is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle.

     
  •  DC 
  • DC1: De student is in staat om (in groep) de vereiste opdrachten te organiseren en uit te voeren binnen de voorziene tijdsperiode. De docent biedt richtlijnen en kaders die de student hierbij helpen.

     
  •  DC 
  • DC2: De student kan een groepsplanning opstellen m.b.t. de studieinzet en deze bewaken en waar nodig bij sturen in functie van de voortgang. Gedurende het groepswerk is er afstemming en overleg met medestudenten waarmee de student samenwerkt.

     
  •  DC 
  • DC3: De student plant zelfstandig zijn/haar werk en bewaakt deze planning. De student houdt hierbij een heldere planning aan en gaat passend met de beschikbare tijd om.

     
  •  DC 
  • DC4: De student leert zichzelf kennen door schriftelijke zelfreflectie en door discussie over zijn/haar werk.

  •  EC 
  • EC2: De afgestudeerde heeft een gedegen kennis en inzicht in de concepten, methodes, en (onderzoeks)technieken van de mobiliteitswetenschappen en past deze adequaat toe.

     
  •  DC 
  • DC1: De student kan op een zelfstandige wijze (anderstalige) vakliteratuur opzoeken, beoordelen en samenvatten i.f.v. de kennis die nodig is.

     
  •  DC 
  • DC2: De student kan informatie m.b.t. het eigen vakgebied kritisch beoordelen en synthetiseren.

     
  •  DC 
  • DC5: De student kan de onderzoeksmethode of techniek op een adequate wijze uitvoeren en interpreteren, al dan niet met de hulp van courante computertechnieken zoals softwarepakketten.

     
  •  DC 
  • DC6: De student kan de belangrijkste theoretische denkkaders toepassen in de praktijk.

  •  EC 
  • EC3: De afgestudeerde is in staat om op basis van verworven kennis en inzicht te komen tot duurzame oplossingen voor complexe mobiliteitsvraagstukken. Daarnaast benadert de bachelor mobiliteitsproblemen vanuit het ruimere systeem door verbanden te leggen binnen het domein van mobiliteit en in relatie tot andere disciplines.

     
  •  DC 
  • DC1: De student heeft zicht op het bredere interdisciplinaire kader waarin mobiliteitswetenschappen zich situeert.

     
  •  DC 
  • DC2: De student kan de samenhang tussen het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en aanverwante disciplines aantonen.

     
  •  DC 
  • DC3: De student heeft een gedegen interdisciplinaire kennis en inzicht in de belangrijkste theorieën en bevindingen van de verschillende basisdisciplines in mobiliteitswetenschappen.

  •  EC 
  • EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen.

     
  •  DC 
  • DC1: De student is in staat om op een professionele manier schriftelijk te communiceren.

     
  •  DC 
  • DC2: De student is in staat om op een professionele manier mondeling te communiceren.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de mobiliteitswetenschappen J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.