De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Thermodynamica (5550)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ir. Wim DEFERME 
  
Co-titularis :ir. Frederik ROGIERS 
  
Lid van het onderwijsteam :Prof. dr. Guy BRAMMERTZ 
 De heer Juul GOOSSENS 
 De heer Pieter GIESEN 
 Prof. dr. Stan WOUTERS 
 De heer Sujith VISHWANATHREDDY 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 5,0
  
Periode: semester 1 (5sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

Voor thermodynamica is wiskundige kennis vereist op het vlak van (partiële en totale) differentialen en integreren van functies in één en twee veranderlijken.



Inhoud

De thermodynamica bestudeert de toestandsveranderingen die systemen kunnen ondergaan door energieoverdracht. We leven in een periode waarin energie stilaan een kostbaar goed wordt. Van de vele energievormen waarover we beschikken, gebruiken we hoofdzakelijk de fossiele brandstoffen. Meer en meer zijn we ons bewust van de eindigheid van deze energievoorraden. Om deze in industriële processen op een verantwoorde manier te kunnen gebruiken is het noodzakelijk een degelijke basiskennis te bezitten van de wetten die de energietransformaties beheersen.

De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige en fysische begrippen zelfstandig aan te wenden in de thermodynamica waarvan de toepassing tot de taak van een industrieel ingenieur behoort.

De studenten leren in de oefenzittingen hoe de theorie zelfstandig toe te passen om
energietransformatie problemen op te lossen.

In het laboratorium gebeurt het aanleren van praktische vaardigheden en van sociale
vaardigheden door werken en overleggen in kleine groepjes.

De studie van de Thermodynamica staat in nauw verband met de:
kennis van toegepaste mechanica, fysica, fluïdomechanica en werktuigkunde.
kennis en toepassing van systemen voor energiebeheersing, omvorming, distributieen aanwending van energie.

1. Basisbegrippen: arbeid, warmte (kinetische gastheorie), temperatuur en thermische expansie, inwendige energie, p-v, t-v en p-t diagram
2. Eerste hoofdwet: voor gesloten systemen, ideaal gas, reëel gas, mengsels. Voor open systemen. enthalpie
3. Omkeerbare en niet-omkeerbare toestandsveranderingen
4. Tweede hoofdwet: voor gesloten systemen, voor open systemen, entropie
5. Combinatie van de 2 hoofdwetten:
- basis-kringprocessen: Carnot, Otto, Diesel, Joule, Rankine
- koelcyclus, exergie, anergie, Sankey-diagram, stationaire stroming, warmteoverdracht,
stroming met wrijving, technische arbeid, vochtige lucht
6. Diagrammen: T-s, h-s, log p-h
7. Toepassingen: zuigercompressor, stoomcentrale, gasturbine, luchtbehandeling, warmtepomp, warmtewisselaar, evenwicht 1-fase systemen

Labo

1. Ideale gaswet

2. Adiabatische compressie van een gas
3. De Stirling motor
4. Warmtepomp



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Werkzittingen  
Werkvormen  
Oefeningen  
Verslag  


Evaluatie

Periode 1    Studiepunten 5,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode10 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Verslag
Schriftelijk examen90 %
Open vragen
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenVerplichte aanwezigheid tijdens alle labo's.
GevolgBij ongewettigde afwezigheid tijdens 1 of meerdere labo's krijgt de student code N (evaluatie niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)l(en) van de evaluatie) voor het volledige opleidingsonderdeel waardoor de student pas het volgende academiejaar kan slagen voor dit opleidingsonderdeel.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Theorie, oefeningen, labovraag: schriftelijk examen (90%). Labo: geen tweede examenkans mogelijk. De punten van de eerste examenkans blijven behouden (10%). Overdracht van labocijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 12/20 behaald werd.
 

Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel)
 

Cursus 1:

Subtitel: Cursus Thermodynamica (Theorie)
Extra info:

Cursus 2:

Subtitel: Oefenbundel Thermo
Extra info:

Cursus 3:

Subtitel: Laboteksten Thermo
Extra info:



Eindcompetenties
bachelor in de industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • 1.7 De student kent de basisprincipes van de thermodynamica.

      
  •  BC 
  • kan basisbegrippen, hoofdwetten, toestandsveranderingen en kringprocessen uit de thermodynamica definiëren.
  •  EC 
  • EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • 2.7 De student heeft inzicht de basisprincipes van de thermodynamica.

      
  •  BC 
  • kan de combinatie van de hoofdwetten gebruiken om kringprocessen te beschrijven en de juiste diagrammen (p-v, T-s,...) daaraan koppelen.
  •  EC 
  • EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen.

      
  •  BC 
  • kan in teamverband gegevens verzamelen in het labo en bespreken met medestudenten.
  •  EC 
  • EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren.

      
  •  BC 
  • kan in groep een labo-opdracht afronden met in acht nemen van het bespreken en interpreteren van resultaten en deze resultaten in een verslag verwerken.
     
  •  DC 
  • 5.11 De student kan eenvoudige problemen binnen energieconversie en stromingsleer analyseren.

      
  •  BC 
  • kan problemen voor gesloten en open systemen alsook kringprocessen zelfstandig analyseren
     
  •  DC 
  • 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen.

      
  •  BC 
  • kan meervoudige problemen voor verschillende thermodynamische kringprocessen zelfstandig oplossen door het kringproces op te splitsen in (gesloten of open) deelsystemen.
  •  EC 
  • EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen)

     
  •  DC 
  • 6.12 De student kan eenvoudige problemen binnen energieconversie oplossen.

      
  •  BC 
  • kan problemen voor gesloten en open systemen alsook kringprocessen zelfstandig oplossen.
     
  •  DC 
  • 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren.

      
  •  BC 
  • kan problemen voor gesloten en open systemen alsook kringprocessen zelfstandig oplossen.
  •  EC 
  • EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren)

     
  •  DC 
  • 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid.

      
  •  BC 
  • kan kritisch reflecteren over de resultaten (grootteorde).

    kan zijn resultaten verifiëren aan de hand van externe bronnen.
  •  EC 
  • EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren)

     
  •  DC 
  • 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • kan verzamelde gegevens in een labo gestructureerd, objectief, volgens de normen, ... schriftelijk rapporteren.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelor in de industriële wetenschappen (gemeenschappelijk pakket) J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.