De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Functioneren bij neurologische aandoeningen (5554)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Peter FEYS 
  
Co-titularis :Prof. dr. Jonas SCHRODER 
  
Lid van het onderwijsteam :Prof. dr. Annemie SPOOREN 
 Prof. dr. Bart VAN WIJMEERSCH 
 dr. Carolien STROUWEN 
 Mevrouw Elien CRANINCKX 
 Prof. dr. Jonas ZAMAN 
 De heer Joppe GEUENS 
 Mevrouw Julie JANSSEN 
 Prof. dr. Katleen BOGAERTS 
 Prof. dr. Koen CUYPERS 
 dr. Kristof HUTS 
 Mevrouw Laura MAES 
 Mevrouw Lien VANMOL 
 Mevrouw Liesbet LAUWEREINS 
 Prof. dr. Lisa TABONE 
 dr. Lousin MOUMDJIAN 
 Prof. dr. Maaike VAN DEN HOUTE 
 dr. Marijke BRAEKEN 
 Mevrouw Merel VAN REUSEL 
 Mevrouw Mia WYNANTS 
 dr. Mieke GOETSCHALCKX 
 Mevrouw Nele BERTELS 
 Mevrouw Nele VANBILSEN 
 dr. Paul HEEFFER 
 De heer Peter BOGAERTS 
 Prof. dr. Pieter MEYNS 
 Mevrouw Ruth PEETERS 
 dr. Stef FEIJEN 
 Mevrouw Stephanie GOOSSENS 
 Mevrouw Stephanie PAREYN 
 Mevrouw Tine LEMMENS 
 De heer Valentin SCHROYEN 
 Prof. dr. Wim PINXTEN 
 Mevrouw Ynse DOOMS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 12,0
  
Periode: kwartiel 1 (12sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 

Begincompetenties
  • De student kan de structuren van het centrale en perifere zenuwstelsel benoemen en verklaren.
  • De student herkent en verklaart de functionele betekenis van deze structuren en samenwerkingsverbanden.
  • De student kan een basis klinisch neurologisch onderzoek uitvoeren.


Inhoud

In het opleidingsonderdeel (OPO) Functioneren bij Neurologische Aandoeningen worden de deeldomeinen kinesiologie, motorische controle, neurofysiologie, functionele neuroanatomie en functionele bewegingsleer aan elkaar gekoppeld. Zo worden voor bewegingshandelingen, zoals het stappen en manuele vaardigheden, zowel de functionele aspecten (bewegingsanalyse) als de onderliggende neurale mechanismen en processen bestudeerd. Integratie van kennis en inzicht uit beide deelgebieden van de kinesiologie vormen de basis voor de klinische en wetenschappelijk onderbouwde praktijk.

De pathologie en pathofysiologie van het neurologische systeem verschaffen kennis en inzicht in de functioneringsproblemen en hun onderliggende mechanismen. Voor de kinesitherapeut is de kennis van stoornissen en beperkingen ten gevolge van centrale en perifere neurologische aandoeningen voorwaardelijk om te komen tot het opmaken van een functionele status van een patiënt.

Deze leerstof zal aangeboden worden in 4 overkoepelende delen:

  • In leerpad 1 ligt de nadruk op de neurologische (dys)functies die het resultaat zijn van neurale processen tussen verscheidene anatomische structuren.
  • In leerpad 2 wordt stilgestaan bij de neuro(psycho)pathologie, van prevalentie tot pathologie-specifieke evaluatietechnieken.
  • In leerpad 3 wordt aandacht besteed aan de kinesitherapeutische evaluatietechnieken op activiteiten- en functieniveau van het ICF raamwerk, alsook observationale en biomechanische analyse van bewegingen (stappen, evenwicht, bovenste lidmaat bewegingen).
  • In leerpad 4 worden psychopathologische aandoeningen besproken alsook de biopsychosociale aspecten van ziekte, en ethiek.


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Responsiecollege  
Werkzittingen  


Evaluatie

Kwartiel 1 (12,00sp)

Evaluatievorm
Schriftelijk examen65 %
Open vragen
Praktijkexamen35 %
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenDe compensatieregel houdt in dat als een student minder dan de helft scoort op 1 van beide examenonderdelen, de student dit tekort in het andere examenonderdeel moet compenseren met een dubbel aantal positieve punten tegenover de behaalde negatieve punten (vb, een 9/20 op schriftelijk examen wordt gecompenseerd door een 12/20 op praktijkexamen). Of een student al dan niet heeft voldaan aan de compensatieregel, wordt berekend op basis van de niet afgeronde-deelcijfers. Voorwaarde voor het behoud van het eindresultaat is het behalen van een 'pass' op de schriftelijke opdracht 'casus' tijdens de onderwijsperiode.
GevolgAls de student voldoet aan de compensatieregel, wordt zijn eindcijfer het gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde deelcijfers. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een voldoende, wordt zijn eindcijfer een negen. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een onvoldoende, dan wordt er van dit niet-afgerond gewogen gemiddelde 2 punten (op 20) afgetrokken. Dit resultaat wordt vervolgens conform de afrondingsregels van het OER afgerond en vormt het eindresultaat van het opleidingsonderdeel. Let op, indien de student een 'fail' behaald op het schriftelijke opdracht 'casus' tijdens de onderwijsperiode, wordt het eindresultaat verminderd met 1 punt.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
 

Handboek 1:

Physical Rehabilitation. Susan B. O'Sullivan, Thomas J. Schmitz, George Fulk. 
7th edition (2019), F.A. Davis.
ISBN: 9780803661622.

Handboek 2:

Psychiatrie, een inleiding. Nevid, Rathus en Greene.
10th edition (2017). Pearson Higher Ed Psychologie. 
ISBN: 9789043038133.

(Let op: "Lifespan Neurorehabilitation" van Fell ea., ISBN: 9780803646094, dat voorgaande academiejaren nog een verplicht handboek was, is niet langer verplicht en wordt enkel als bijkomende literatuur gezien die in de bibliotheek kan worden geleend en bestudeerd.)

 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
 

Motor Control, Translating Research into Clinical Practice,
Anne Shumway-Cook, Marjorie H. Woollacott,
6th edition, Wolters Kluwer,
9781975209575

 

Verplicht studiemateriaal
 
  • Leerpaden in digitale leeromgeving.
  • Blokwijzer: Functioneren bij neurologische aandoeningen.


Eindcompetenties
bachelor in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie
  •  EC 
  • EC 01 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan - voor courante problemen en op basisniveau - in functie van preventief of curatief handelen evidenced based en op ethisch verantwoorde wijze een kinesitherapeutische diagnose stellen, uitgaande van de hulpvraag van de gesimuleerde patiënt/cliënt, de doelgerichte anamnese en het klinisch kinesitherapeutisch onderzoek en deze professioneel communiceren naar de patiënt/cliënt.

     
  •  DC 
  • DC 23 De student kent de diagnostiek van courante aandoeningen.

     
  •  DC 
  • DC 19 De student kent de pathologie, symptomen, functioneringsproblemen en het natuurlijk en afwijkend beloop van courante aandoeningen.

      
  •  BC 
    • De student heeft kennis en inzicht in de neurale bewegingssturing in normale en pathologische condities.
    • De student beschrijft de anatomie, fysiologie en pathologie van de mechanismen gerelateerd aan de bewegingssturing in normale enpathologische condities en beantwoordt hierover inzichtelijke vragen.
    • De student beschrijft de kinesiologie en pathokinesiologie op functie- en activiteitenniveau en beantwoordt hierover inzichtelijke vragen.
    • De student heeft inzicht inde aangeboden psychopathologische beelden, zowel op vlak van diagnostiek als binnen de maatschappelijke context.
     
  •  DC 
  • DC 26 De student heeft inzicht in de aangeboden psychopathologische beelden, zowel op vlak van diagnostiek als binnen de maatschappelijke context.

     
  •  DC 
  • DC 21 De student voert de anamnese en het klinisch onderzoek uit, met inbegrip van klinisch redeneren. Deze deelcompetentie omvat het onderzoek op functie- en activiteitenniveau.

      
  •  BC 
    • De student kan het onderzoek correct uitvoeren, beoordelen en de bevindingen juist interpreteren.
    • De student stelt een gepast onderzoeksplan juist op.
     
  •  DC 
  • DC 20 De student kent de oranje en rode vlaggen voor doorverwijzing naar een specialist.

  •  EC 
  • EC 03 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan, in functie van een efficiënt verloop van het kinesitherapeutisch handelen en met respect voor de identiteit/privacy van de cliënt, het resultaat van elke fase van het kinesitherapeutisch handelen, schriftelijk en mondeling communiceren, met inbegrip van het dossier.

     
  •  DC 
  • DC 04 De student kan een anamnese-gesprek voeren.

      
  •  BC 
    • De student kan zich voldoende voorbereiden op het anamnesegesprek.
    • De student opent het anamnesegesprek op gepaste wijze.
    • De student bevraagt op adequate wijze de hulpvraag van de patiënt.
    • De student bevraagt opadequate wijze de voorgeschiedenis van de patiënt.
    • De student bevraagt op adequate wijze het huidige functioneren van de patiënt.
    • De student hanteert professioneel en correct taalgebruik aangepast aan het niveau van depatiënt.
     
  •  DC 
  • DC 02 De student kan communicatievaardigheden die relevant zijn voor de kinesitherapeut in de kinesitherapeut-patiënt relatie herkennen in de klinische praktijk.

      
  •  BC 
    • De student kan actief luisteren in de klinische praktijk.
    • De student hanteert professioneel en correct taalgebruik aangepast aan het niveau van de patiënt.
    • De student bezit de attitudes die relevant zijn voor dekinesitherapeut-patiënt relatie in de klinische praktijk, i.e. empathie, respect, positieve gezindheid, echtheid en transparantie.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie J
voorbereidingsprogramma revalidatiewetenschappen en kinesitherapie J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.