Functioneren bij inwendige aandoeningen (5555) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 12,0 | | | | Periode: kwartiel 2 (12sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| | | Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
|
Advies
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma in een voorgaande periode: neurologische en inwendige systemen (3932).
|
|
|
|
|
|
De student kan de belangrijkste fysiologische processen van de verschillende lichaamsfuncties samenvatten:de circulatie, de ademhaling, de hormoonwerking, de spijsvertering, de excretie en het afweersysteem.
De student kan de onderlinge communicatie tussen lichamelijk stelsels toelichten en implementeren in kader van casuïstiek.
|
|
|
|
In dit OPO worden de basisprincipes omtrent fysieke activiteit, inspanning en trainingsinterventie voor gezonde personen aangereikt, inclusief evaluatiemethoden ter bepaling van lichaamssamenstelling, spierkracht, fysieke fitheid en hartfunctie (ECG). Daarnaast wordt in dit OPO de pathofysiologie, symptomatologie (gele en rode vlaggen) en medische behandeling beschouwd van obesitas, diabetes, hartziekten, perifere vaatziekten, lymfeziekten, longziekten, chronische nierziekten, kanker, en kritieke ziekten, inclusief de pyschosociale repercussies van deze ziekten, alsook courante gebruikte evaluatiemethoden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afstandsonderwijs ✔
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Project ✔
|
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Kwartiel 2 (12,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Schriftelijk examen | 45 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel een niet-afgerond deelcijfer gelijk aan of boven 10/20 zal
behouden blijven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Mondeling examen | 45 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel een niet-afgerond deelcijfer gelijk aan of boven 10/20 zal
behouden blijven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Voor het toepassen van de compensatieregel hanteert met twee onderdelen:
- onderdeel 1: schriftelijk examen + permanente opdracht (samen 55%)
- onderdeel 2: mondeling examen (45%)
De compensatieregel houdt in dat als een student minder dan de helft scoort op 1 van beide onderdelen, de student dit tekort in het andere onderdeel moet compenseren met een dubbel aantal positieve punten tegenover de behaalde negatieve punten (vb een 9/20 op schriftelijk examen + permanente opdracht wordt gecompenseerd door een 12/20 op mondeling examen). Of een student al dan niet heeft voldaan aan de compensatieregel, wordt berekend op basis van de niet afgeronde-deelcijfers.
|
|
|
|
| Gevolg | Als de student voldoet aan de compensatieregel, wordt zijn eindcijfer het gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde deelcijfers. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een voldoende, wordt zijn eindcijfer een negen. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een onvoldoende, dan wordt er van dit niet-afgerond gewogen gemiddelde 2 punten (op 20) afgetrokken. Dit resultaat wordt vervolgens conform de afrondingsregels van het OER afgerond en vormt het eindresultaat van het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Extra info | Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. De peer-evaluatie gebeurt via het Buddycheck programma op Blackboard. De factor die door dit programma wordt berekend, wordt vermenigvuldigd met de score op de permanente opdracht voor iedere student. De berekeningswijze en het verloop van de peer-evaluatie wordt verder uiteengezet op Blackboard. |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
| Verplichte handboeken (boekhandel) |
| |
Handboek 1:
Exercise Physiology: for health, fitness, and performance, Sharon A Plowman & Denise L Smith, 6th, Wolters Kluwers
ISBN: 9781975179625
Handboek 2:
The only ECG book you'll ever need, Malcolm S Thaler, 10, Wolters Kluwers
ISBN: 9781975185831
Handboek 3:
ACSM's health-related physical fitness assessment manual, ACSM, 6, Wolters Kluwers
ISBN: 9781975164454 |
|
 
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
De inhouden en leerpaden van het blok 'Functioneren bij inwendige aandoeningen' worden in een digitale leeromgeving ter beschikking gesteld.
Blokwijzer: Functioneren bij inwendige aandoeningen |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie
|
- EC
| EC 01 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan - voor courante problemen en op basisniveau - in functie van preventief of curatief handelen evidenced based en op ethisch verantwoorde wijze een kinesitherapeutische diagnose stellen, uitgaande van de hulpvraag van de gesimuleerde patiënt/cliënt, de doelgerichte anamnese en het klinisch kinesitherapeutisch onderzoek en deze professioneel communiceren naar de patiënt/cliënt. | | | - DC
| DC 19 De student kent de pathologie, symptomen, functioneringsproblemen en het natuurlijk en afwijkend beloop van courante aandoeningen. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent pathofysiologie en symptomatologie van obesitas, type 1 en 2 diabetes, hartziekten, perifere vaatziekten, lymfepathologie, chronisch nierfalen, COPD, astma, interstitieel longlijden, kanker, en kritieke ziekten beantwoorden. | | | - DC
| DC 20 De student kent de oranje en rode vlaggen voor doorverwijzing naar een specialist. | | | | - BC
| De student kent de oranje en rode vlaggen tijdens anamnese en klinisch onderzoek | | | - DC
| DC 23 De student kent de diagnostiek van courante aandoeningen. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent diagnostiek van obesitas, type 1 en 2 diabetes, hartziekten, perifere vaatziekten, lymfepathologie, chronisch nierfalen, COPD, astma, interstitieel longlijden, kanker, en kritieke ziekten beantwoorden. | | | - DC
| DC 24 De student kent de medische behandeling van courante aandoeningen. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent medische behandeling van obesitas, type 1 en 2 diabetes, hartziekten, perifere vaatziekten, lymfepathologie, chronisch nierfalen, COPD, astma, interstitieel longlijden, kanker, en kritieke ziekten beantwoorden. | | | - DC
| DC 25 De student verwerft inzicht in de diverse verschijningsvormen en de mogelijke oorzakelijke factoren van courante aandoeningen. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent diverse verschijningsvormen en de mogelijke oorzakelijke factoren van courante aandoeningen beantwoorden. | | | - DC
| DC 26 De student heeft inzicht in de aangeboden psychopathologische beelden, zowel op vlak van diagnostiek als binnen de maatschappelijke context. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent aangeboden psychopathologische beelden, zowel op vlak van diagnostiek als binnen de maatschappelijke context, beantwoorden. | - EC
| EC 02 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan - voor courante problemen en op basisniveau - op basis van een kinesitherapeutische diagnose evidence based en op ethisch verantwoorde wijze een preventie- en behandelingsplan opstellen voor een gesimuleerde patiënt/cliënt, dit bespreken met de patiënt/cliënt, de preventieve/curatieve behandeling uitvoeren en de resultaten van deze behandeling evalueren en rapporteren. | | | - DC
| DC 01 De student kan de fysiologische effecten die optreden tijdens het uitvoeren van fysieke activiteiten en ten gevolge van een afname en een toename van fysieke activiteiten benoemen en beschrijven. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent de fysiologische effecten die optreden tijdens het uitvoeren van fysieke activiteiten en ten gevolge van een afname en een toename van fysieke activiteiten beantwoorden. | | | - DC
| DC 02 De student kent principes van fysieke training en kan een trainingsprogramma of bewegingsinterventie opstellen voor gezonde personen. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent principes van fysieke training en trainingsprogramma's beantwoorden, alsook deze toepassen op gezonde personen. De student kan inzichtelijke vragen omtrent de effecten van bewegingsinterventie in gezonde personen correct beantwoorden. De student kan een bewegingsinterventie toepassen in een gezonde persoon. | | | - DC
| DC 03 De student kan een fysiek activiteitenpatroon, de voedingsgewoonten, eetpatronen en lichaamssamenstelling registreren en correct interpreteren. | | | | - BC
| De student kan inzichtelijke vragen omtrent de registratie en interpretatie van de fysieke activiteit in gezonde personen beantwoorden, en kan deze zelfstandig toepassen. De student kan inzichtelijke vragen omtrent de registratie van voedingsgewoonten, eetpatronen en lichaamssamenstelling beantwoorden en deze toepassen in gezonde personen. | - EC
| EC 07 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft inzichten in de algemene gezondheidsproblemen en mogelijke preventie in een diversiteitscontext. | | | - DC
| DC 02 De student kan een gezondheidsprofiel opstellen en interpreteren. | | | | - BC
| De student noteert op een gestructureerde wijze de resultaten en interpretaties (a.d.h.v. opgegeven referentiewaarden) van een aantal gezondheidsgerelateerde tests. | | | - DC
| DC 05 De student heeft inzicht in de principes van bewegingscoaching en kan deze toepassen. | | | | - BC
| De student kent de gezondheids- en fitheidsnormen voor fysieke activiteit voor verschillende doelgroepen. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
2de bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
|
J
|
|
voorbereidingsprogramma revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|