Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 5,0 | | | Periode: semester 2 (5sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551)
|
.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (3376)
|
.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (4543)
|
.0 stptn |
|
|
Calculus 2 (3323)
|
.0 stptn |
|
|
|
- De student beheerst vlot de rekentechnieken aangeleerd in Calculus 1,2 zoals het berekenen van de Riemann integraal, afgeleide van functies, limiet en continuïteit.
- De student kent elementaire begrippen uit Basisbegrippen voor analyse en algebra zoals de convergentie van rijen in R en C, rekenregels voor limieten, Cauchy-rijen, boven- en onderlimieten, de Stelling van Bolzano-Weierstrass, uniforme convergentie van functierijen, epsilon-delta definitie van continue functies.
- De student kent elementaire begrippen uit Basisbegrippen in de wiskunde zoals functies, relaties, verzamelingen, reële getallen en complexe getallen.
- De student kan bewijzen opstellen en deze nauwkeurig en formeel opschrijven.
|
|
|
- Reeksen in R en C: convergente reeksen, Cauchy-reeksen, rekenregels voor reeksen, absolute convergentie, Cauchyproduct, omschikking der termen, convergentietesten, etc.
- Metrische en genormeerde ruimten: definitie en voorbeelden, deelruimte, open en gesloten bollen, open en gesloten delen, verdichtingspunten, afsluitingspunten, randpunten, inwendige punten, topologie, etc.
- Convergentie, limiet en continuïteit in metrische ruimten: eps-delta definitie en voorbeelden, globale continuïteit, de stelling van Heine, limit en continuïteit, kettingregel, componentsgewijze continuïteit en convergentie, etc.
- Compactheid: compactheid is een continue invariant, compactheid en gesloten delen, de stelling van Weierstrass, etc.
- Volledigheid en uniforme continuïteit: Rn is volledig, contractiestelling, neststelling, etc.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Cursus 1:
Subtitel: cursustekst+leidraad Extra info: |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de wiskunde
|
- EC
| EC 1: De bachelor Wiskunde bezit een grondige basiskennis en heeft inzicht in verschillende domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek, aspecten van discrete wiskunde en logica. | | - DC
| 1.3: De bachelor wiskunde heeft grondige basiskennis en inzicht in analyse | - EC
| EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken. | | - DC
| 3.1: De bachelor wiskunde beheerst de wiskundige notatie | | - DC
| 3.2: De bachelor wiskunde kan abstracte redeneringen doorgronden en doorziet de boodschap erin | | - DC
| 3.4: De bachelor wiskunde kan de gevolgen (implicaties) van abstracte redeneringen overzien | - EC
| EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis). Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen. | | - DC
| 4.1: De bachelor wiskunde kan een wiskundig bewijs of argument begrijpen en beoordelen op juistheid | | - DC
| 4.2: De bachelor wiskunde herkent en heeft inzicht in welke (axiomatische) eigenschappen in een wiskundig argument of bewijs gebruikt worden en nodig zijn | - EC
| EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen maken en opschrijven. | | - DC
| 5.1: De bachelor wiskunde kan rekenkundige methoden (bijvoorbeeld integreren, afleiden van functies, variatie van parameters, hypothese toetsing, … ) toepassen om eenvoudige wiskundige problemen op te lossen | | - DC
| 5.2: De bachelor wiskunde kan wiskundige theorieën toepassen om eenvoudige wiskundige problemen te analyseren | - EC
| EC 6: De bachelor Wiskunde kan de reeds verworven kennis integreren in nieuwe wiskundige onderwerpen. Hij/zij begrijpt de samenhang tussen onderwerpen. | | - DC
| 6.1: De bachelor wiskunde herkent gemeenschappelijke wiskundige en logische beginselen in diverse wiskundige deelgebieden | | - DC
| 6.2: De bachelor wiskunde kan in vogelvlucht diverse wiskundige onderwerpen en deelgebieden overzien | | - DC
| 6.3: De bachelor wiskunde begrijpt de samenhang tussen verschillende onderwerpen |
|
|
|
bachelor in de fysica
|
- EC
| EC 7: De bachelor Fysica kan de in de fysica gebruikte wiskundige methodes toepassen en beschikt over een goede rekenvaardigheid, met inbegrip van computationele technieken en programmeervaardigheden. | - EC
| EC 8: De bachelor Fysica kan zelfstandig en zelfsturend basiskennis verwerven in nieuwe domeinen. | - EC
| EC 11: De bachelor Fysica kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een team. |
|
|
|
Educatieve master in de wetenschappen en technologie
|
- EC
| 5.4 De educatieve master is een domeinexpert WET: de EM heeft gevorderde kennis van en inzicht in de domeindisciplines relevant voor de specifieke vakdidactiek(en). |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
1ste bachelorjaar in de wiskunde
|
J
|
3de bachelorjaar in de fysica optie vrije keuze aanvulling
|
J
|
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek wiskunde
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|